Staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) wil niet reageren op een belastingconstructie van kunstmestproducent OCI die de Nederlandse schatkist in drie jaar tijd zo'n 750 miljoen euro heeft gekost. Hij wijst op artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die hem verbiedt in te gaan op individuele belastingplichtigen.

De Tweede Kamer had Van Rij met spoed om opheldering gevraagd over de belastingconstructie waar NRC eerder deze week over berichtte. Volgens de krant worden de reserves van het bedrijf, dat een beursnotering heeft in Amsterdam, omgezet in aandelenkapitaal. Dat geld wordt daarna belastingvrij uitbetaald aan aandeelhouders. Op deze manier gebruikt OCI een maas in de wet. De Kamerleden hadden antwoord willen krijgen voor aanvang van de aandeelhoudersvergadering van het aan de beurs in Amsterdam genoteerde OCI, die donderdagmiddag werd gehouden.

Tijdens die vergadering stemden de aandeelhouders in met het voorstel van het bedrijf om 2,7 miljard euro uit te keren via een constructie waarmee over dat bedrag niet de gebruikelijke 15 procent dividendbelasting verschuldigd is. Het wordt het derde jaar op rij dat OCI op deze manier kapitaal terugsluist naar de aandeelhouders.

De Kamerleden wilden ook in algemene zin opheldering over dergelijke belastingconstructies. Ook wilden zij weten of die gevolgen kunnen hebben voor afspraken die bedrijven met de overheid maken over financiële steun bij verduurzaming via de zogenoemde maatwerkafspraken. Van Rij belooft na het meireces van de Tweede Kamer op deze vragen terug te komen, zo schrijft hij in zijn brief aan de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Financiën

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

676

Gerelateerde artikelen