Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de bedrijfswaarde van het voetbalstadion lager is dan de vastgestelde waarde.

X bv is eigenaar van een voetbalstadion dat mutifuncioneel inzetbaar is. Op 3 september 2018 koopt X bv het voetbalstadion in verhuurde staat voor € 13.750.000. De jaarhuur bedraagt op dat moment € 2.213.028. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde 2020 vast op € 13.773.000. X bv vindt dat de WOZ-waarde gelijk moet zijn aan de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is volgens X bv de koopprijs uit 2018 minus de fictie van verhuurde staat. De huurwaarde schat X bv in op € 5.750.000, hetgeen volgens X bv leidt tot een bedrijfswaarde van € 8.000.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de bedrijfswaarde van het voetbalstadion lager is dan de vastgestelde waarde. X geeft geen inzicht in het object van de kooptransactie en de totstandkoming van de koopsom door bijvoorbeeld de koopovereenkomst in te brengen. De huidige financiële malaise en degradatie van de voetbalclub zijn niet van invloed op de WOZ-waarde 2020, omdat dit op de waardepeildatum niet te voorzien was. Het hoger beroep is ongegrond voor wat betreft de WOZ-waarde. Wel krijgt X een ISV, omdat de bezwaar- en beroepsfase meer dan 2 jaar heeft geduurd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Editie: 8 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

279

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen