Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het hoofdkantoor van Danske Bank en haar Zweedse filiaal onderscheiden belastingplichtigen zijn. Dit geldt wanneer het hoofdkantoor diensten verricht voor het filiaal en de kosten daarvan toewijst aan dat filiaal, en het hoofdkantoor deel uitmaakt van een Deense BTW-groep.

Danske Bank heeft haar hoofdkantoor in Denemarken. Haar activiteiten in Zweden verricht zij via haar Zweedse filiaal: Danske Bank, Danmark, Sverige Filial. Het hoofdkantoor van Danske Bank maakt deel uit van een Deense BTW‑groep. Het Zweedse filiaal maakt geen deel uit van een Zweedse BTW-groep. Het Zweedse filiaal verzoekt de commissie voor voorafgaande fiscale beslissingen om een ruling op te stellen over de kwalificatie en behandeling van bepaalde diensten die het hoofdkantoor aan haar toerekent. De commissie beslist dat de Deense BTW-groep en het Zweedse filiaal als twee onderscheiden belastingplichtigen moeten worden aangemerkt. Verder beslist de commissie ook dat de kosten die aan het Zweedse filiaal worden toegewezen, moeten worden beschouwd als aan de BTW onderworpen diensten. Het Zweedse filiaal is het daar niet mee eens. De Zweedse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het hoofdkantoor van Danske Bank en haar Zweedse filiaal onderscheiden belastingplichtigen zijn. Dit geldt wanneer het hoofdkantoor diensten verricht voor het filiaal en de kosten daarvan toewijst aan dat filiaal, en het hoofdkantoor deel uitmaakt van een Deense BTW-groep.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Editie: 12 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen