Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat X zich tot de ontvanger moet wenden om een hogere rentevergoeding te krijgen. In deze procedure kan dit verzoek niet worden behandeld.

X doet in 2017 BPM-aangifte voor een Opel Corsa 1.2 16V Essentia uit 2008 en voldoet € 204. Volgens Rechtbank Den Haag heeft X vanwege de extra leeftijdskorting recht op een teruggaaf van € 6 met rente conform de art. 30ha en 30hb AWR. Daarnaast krijgt X een proceskostenvergoeding van € 525 en een immateriële schadevergoeding van € 1000. In hoger beroep eist X een hogere rentevergoeding.

Hof Den Haag oordeelt dat X zich tot de ontvanger moet wenden om een hogere rentevergoeding te krijgen (art. 28 Inv. 1990). In deze procedure kan dit verzoek niet worden behandeld. Dit geldt ook voor de vergoeding van rente over de verschuldigde BPM, die volgens X in strijd met het EU-recht wel tien dagen te vroeg moet worden betaald. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 28c

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30hb

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30ha

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 16 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen