
Uit het onderzoek van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) naar fraudeaanpak door de Belastingdienst komt naar voren dat er niet één aanwijsbare oorzaak is voor het moeizame verloop van het traject urgente meldingen. Het is een kluwen aan maatschappelijke, organisatorische en interpersoonlijke dynamieken die daarvoor zorgde. Het was vooral ‘versnippering’ die de voortgang hinderde. Het onderzoek heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd.
Het traject urgente meldingen had als doel om, binnen de kaders van de privacywetgeving, een proces in te richten dat het mogelijk maakt om meldingen van (vermoedelijk) ernstige misstanden op te kunnen pakken en daarop te kunnen handhaven. Het traject verliep echter moeizaam en na een jaar besloot de directie MKB om het ontwikkelde proces voor de behandeling van urgente meldingen niet in gebruik te nemen. De inspectie heeft het traject urgente meldingen onderzocht en de dynamieken die van invloed waren op de voortgang van dat traject en mogelijke hefbomen voor verbetering in kaart gebracht. De dynamieken die de inspectie in het casusonderzoek zagen zijn breder van toepassing dan alleen op het inrichten van het meldingenproces.
Vervolgens heeft de inspectie samen met de betrokken medewerkers gekeken naar wat er nodig is om belemmeringen in de aanpak weg te nemen. De opbrengst van dit gesprek vormt de basis voor het formuleren van verbeterpunten en ontwikkelrichtingen. De bevindingen en aanbevelingen uit dit casusonderzoek leveren niet alleen lessen op voor dit specifieke traject, maar ook voor andere (vergelijkbare) trajecten en processen van de Belastingdienst, aldus de inspectie.
De inspectie merkt nog op dat de Belastingdienst ernaar streeft om in het derde kwartaal van 2025 een passende duurzame ICT-voorziening voor het meldingenproces operationeel te hebben.
Bron: Inspectie belastingen, toeslagen en douane
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen