Dit dossier bevat een overzicht van alle nieuws- en achtergrondartikelen over het rechtsherstel box 3 en de plannen om te komen tot een nieuw box 3-stelsel. Het dossier is samengesteld in samenwerking met de redactie van Fiscaal Advies en wordt regelmatig geactualiseerd.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de box 3-heffing volgens de Herstelwet nog steeds leidt tot een buitenproportionele heffing. Uitgaande van het werkelijke rendement wordt de aanslag verder verminderd naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil.
Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.
Een zeer kritisch advies van de Raad van State over het beoogde nieuwe stelsel om belasting te heffen op het rendement op vermogen (box 3), stelt het kabinet voor een lastig "dilemma". Dat zei staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit) voor aanvang van de ministerraad. Hij denkt nog na over een oplossing. "Maar op dit moment heb ik daar gewoon echt geen beeld bij", gaf hij toe.
Dat box 3 een drama is, is een eufemisme. Dat geldt zowel voor het wetgevende traject als voor de heffingspraktijk. Het ziet er naar uit dat de door de wetgever beoogde heffing over het werkelijke rendement niet voor 2028 zal zijn gerealiseerd. Tot dat jaar zal de tegenbewijsregeling gelden. Is het werkelijke rendement lager dan het forfaitaire dan vindt de heffing op verzoek plaats over het werkelijke rendement. De belastingplichtige heeft the best of both worlds. Bedenk hierbij wel dat de Hoge Raad een beperkte invulling aan het tegenbewijs heeft gegeven: geen rekening met kosten en geen heffingvrij vermogen.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur, gezien de box 3-jurisprudentie van de Hoge Raad, het werkelijk rendement van X correct heeft vastgesteld. Er wordt terecht rekening gehouden met het ongerealiseerde rendement met betrekking tot het vakantiehuis.
De Raad van State meent dat er "zwaarwegende bezwaren" kleven aan het nieuwe stelsel dat het kabinet voorstelt voor de belastingheffing op het rendement op vermogen (box 3). Dat staat in een maandag gepubliceerd advies van de belangrijkste raadgever van het kabinet en de Tweede Kamer. Doe het niet zo, luidt de conclusie.
De Hoge Raad oordeelt dat het werkelijke rendement ook uit ongerealiseerde vermogenswinsten of -verliezen bestaat. X heeft niet heeft bewezen wat in 2018 de waardeontwikkeling van zijn aandelen is geweest.
De kans dat de Hoge Raad terugkomt op zijn duidelijke arrest van 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:720, V-N 2022/23.3, acht het kabinet zeer gering. Een extra tegenvaller op de overheidsbegroting wordt daarom niet verwacht. Dat antwoordt staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën op vragen van de Eerste Kamer over de stand van zaken rechtsherstel box 3 en toekomstig box 3-stelsel.
A-G Koopman is van mening dat herziening van de onderlinge toerekening van de inkomsten uit eigen woning zonder beperkingen mogelijk is zolang de navorderingsaanslag nog niet onherroepelijk is.
Hof Amsterdam oordeelt dat het werkelijke rendement conform de juni-arresten van de HR ook bestaat uit waardemutaties die niet tot een kasstroom hebben geleid.
Staatssecretaris Idsinga van Financiën legt naar aanleiding van vragen van de fracties van 50PLUS en JA21 uit hoe het belasten van onroerend goed in het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 eruitziet. Hij gaat daarbij in op de categorieën voor de heffing op vastgoed en de vastgoedbijtelling.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat bij bepalen van het werkelijk rendement over effecten uitgegaan moet worden van het bruto rendement, waarbij rekening wordt gehouden met koers- en valutaresultaten en inkomen uit dividend.
Tot 2029 is er slechts zeer beperkt ruimte voor andere prioriteiten dan continuïteit, herstel box 3 en modernisering. Dit schrijft staatssecretaris Idsinga van Financiën in reactie op vragen van Tweede Kamerleden met betrekking tot modernisering van ICT-systemen bij de Belastingdienst.
Recente uitspraken over belasting in box 3 leiden ertoe dat de IT-systemen van de Belastingdienst later worden vernieuwd. In juni keurde de Hoge Raad de voorgestelde herstelwet af die onrechtmatigheden in de vermogensrendementsbelasting moest repareren.
De komende twee weken begint de Belastingdienst met het versturen van 2,6 miljoen brieven aan mensen die in aanmerking komen voor het aanvullend rechtsherstel in box 3. In deze brief staat dat zij aannemelijk kunnen maken dat hun werkelijk rendement lager is dan het fictief rendement. Daarnaast is er een aparte brief gestuurd over het belastingjaar 2019 met het verzoek om een ambtshalve vermindering in te dienen.
Hof Amsterdam oordeelt dat op grond van de recente arresten van de Hoge Raad het werkelijk rendement in aanmerking moet worden genomen bij het bepalen van de box 3-heffing. Dit betekent dat ook rekening wordt gehouden met de verkoopopbrengst van de tweede woning.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing na bezwaar niet te hoog is en dat er geen recht bestaat op rentevergoeding. Wel hebben X en Y recht op een dwangsom en een immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn met drie jaar en zes maanden.
Hof Amsterdam oordeelt dat bij de bepaling van het werkelijk rendement ook rekening dient te worden gehouden met de ongerealiseerde waardestijging van de woning.
De Hoge Raad arresten van 6 en 14 juni 2024 staan een andere vormgeving in de Wet werkelijk rendement box 3 – waarvan de invoering nog steeds op 1 januari 2027 staat – niet in de weg. Dit deelt staatssecretaris Idsinga van Financiën met de Kamer als reactie op vragen in het kader van het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Financiën over het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 en vragen over het bericht ‘Belastingdienst sluit nieuwe vermogenstaks in 2027 uit’.
Het Kerstarrest van 24 december 2021 heeft veel vragen opgeroepen. Eén daarvan is of de adviseur een beroepsfout heeft gemaakt, als hij -voorafgaand aan het Kerstarrest - niet heeft geadviseerd bezwaar te maken tegen aanslagen inkomstenbelasting over 2017 en verder. Inmiddels is er een eerste uitspraak van de Rotterdamse rechtbank gepubliceerd over deze materie. Brengt het Kerstarrest in het licht van deze uitspraak nieuwe beroepsaansprakelijkheidsdilemma’s met zich mee voor de fiscale adviespraktijk? De beantwoording van deze vraag is niet eenduidig te geven.
De derving van belastinginkomsten door de recente box 3-arresten bedraagt naar verwachting € 6,4 miljard euro in 2024, € 1,7 miljard euro in 2025 en € 1,8 miljard euro in 2026, in totaal € 9,9 miljard. Dat antwoordt minister Heinen van Financiën op feitelijke Kamervragen bij de Miljoenennota.
Minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelt dat het voor een vastgoedbelegger mogelijk is om een positief saldo te realiseren. Dat schrijft zij naar aanleiding van vragen van de Kamerleden Omtzigt en Van Vroonhoven (NSC) over de belastingdruk op middenhuurwoningen.
De aanvullende herstelwerkzaamheden op basis van de laatste box 3-arresten van de Hoge Raad hebben gevolgen voor de benodigde werkzaamheden en inwerkingtreding van het nieuwe box 3-stelsel. De Belastingdienst heeft niet voldoende capaciteit om het nieuwe box 3-stelsel in de huidige vorm volledig te implementeren per 1 januari 2027. Dat schrijft staatssecretaris Idsinga van Financiën aan de Tweede Kamer.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de zorgplicht is geschonden door geen bezwaar aan te tekenen tegen de vermogensrendementsheffing van 2019 en 2020.
Na de arresten van de Hoge Raad van 6 en 14 juni en 2 augustus 2024 speelt nog een aantal spannende vragen als het gaat om het vaststellen van het werkelijk rendement in box 3 ten aanzien van de tweede woning. Eén ervan is hoe je de omvang van ongerealiseerde waardemutaties bepaalt. Voor de goede orde, het gaat niet om een woning die dient als hoofdverblijf van een belastingplichtige, een box 1-woning, maar een woning die behoort tot de rendementsgrondslag van box 3.
De invoering van de nieuwe belasting op sparen en beleggen, die voor advies bij de Raad van State ligt, loopt zeer waarschijnlijk opnieuw vertraging op. De Belastingdienst zegt dat de beoogde introductie in 2027 niet mogelijk is wegens capaciteitsgebrek bij de ICT. Dat ontdekte het FD in een van de nota’s bij een recente brief over de stand van zaken rond box 3.
Staatssecretaris Idsinga van Financiën bereidt wetgeving voor om de heffing in box 3 in overeenstemming te brengen met de jurisprudentie van de Hoge Raad.
Waar kabinetten doorgaans op Prinsjesdag willen pronken met opgepoetste koopkrachtplaatjes, doet het kabinet-Schoof het tegenovergestelde. De plannen voor volgend jaar maken dat alle groepen, werkenden, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden, er minder op vooruitgaan dan eerder werd geraamd. De voornaamste boosdoener is het compensatiebudget voor de gedupeerden in het box 3-debacle.
Hof Amsterdam oordeelt onder verwijzing naar het arrest HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:704, BNB 2024/84, V-N 2024/28.3 dat ook aangegroeide maar niet betaalde rente tot X' werkelijk rendement voor box 3 moet worden gerekend.
Het Dossier Box 3 is geüpdatet met jurisprudentie van de Hoge Raad en hoven.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij wordt geconfronteerd met een box 3-heffing die hoger is dan het werkelijke rendement. Daarbij stelt het hof vast dat X in verband met de waardestijging van de woning een rendement van € 27.000 heeft genoten.
Het belang van een deelnemer in een zogenoemde schenkkring waarbij de bijdragen worden gestort op een derdengeldrekening, wordt op de peildatum voor box 3 aangemerkt als overige bezitting. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.
De Belastingdienst heeft een brief aan in totaal ongeveer 40.000 belastingplichtigen gestuurd voor wie de termijn voor het opleggen van een box 3-aanslag over 2021 dreigt te verjaren. Door een fout bij 6.213 burgers is een onjuist verjaringsmoment toegepast en heeft deze groep ten onrechte de aanslag ontvangen, zo meldt de Belastingdienst.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht individueel op het bezwaar van X heeft beslist. De bezwaren van X zien weliswaar op dezelfde rechtsvraag als bedoeld in de aanwijzing massaal bezwaar, maar het bezwaar van X is onverschoonbaar te laat ingediend.
Fiscale partners mogen bij navordering van te veel verleend rechtsherstel box 3, vanwege de correctie van de onjuiste opgave van beleggingen als spaargeld, geen nieuwe toedeling van de gezamenlijke grondslag uit sparen en beleggen kiezen wanneer de aanslagen van beide partners reeds onherroepelijk vaststaan. Dat stelt de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.
In de pseudowetgeving van de Hoge Raad inzake werkelijk rendement versus het box 3-forfait mag geen rekening worden gehouden met kosten. Ook komt, anders dan in het wettelijke systeem, geen vrijstelling in aanmerking. In de volgende casus heeft dat tot gevolg dat een beroep op de 6 juni-arresten feitelijk geen soelaas biedt, terwijl het werkelijke rendement van 3,83 procent op het eigen vermogen aanmerkelijk lager ligt dan het forfaitaire van 6,65 procent. Het is mijn indruk dat dit illustratief is voor de situatie bij veel belastingplichtigen. Dit is de reden waarom van de aanvankelijke euforie over de 6 juni-arresten niet veel meer over is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de waarde van de woningen berekend aan de hand van de leegwaarderatio minimaal 10% hoger is dan de WEV.
De Belastingdienst verstuurt volgende week en begin september een brief aan in totaal ongeveer 40.000 belastingplichtigen voor wie de termijn voor het opleggen van een box 3-aanslag over 2021 dreigt te verjaren. Zij hebben beleggingen of andere bezittingen aangegeven over 2021. In de definitieve aanslag 2021 die zij dit jaar ontvangen, kan de Belastingdienst nog geen rekening houden met de box 3-arresten van de Hoge Raad.
Enkele weken terug schreef Ruud de Smit de Uitvergroot ‘Budgettaire overpeinzingen over box 3’. Deze overpeinzingen zagen met name op de gevolgen die de D-Day-arresten van 6 juni 2024 hebben op de (dekking van de gaten in de) begroting van de rijksoverheid. Aan de budgettaire overpeinzingen van De Smit voeg ik graag enkele overpeinzingen toe voor een specifieke groep: ‘de succesvolle belegger’.
De Hoge Raad oordeelt dat de Herstelwet strijdig is met art. 1 Eerste Protocol in combinatie met art. 14 EVRM. Het door de werkneemster geleden verlies op de certificaten is geen negatief loon.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof er ten onrechte vanuit is gegaan dat ongerealiseerde verliezen niet in aanmerking moeten worden genomen voor de vaststelling van het werkelijke rendement. De Hoge Raad verwijst daarbij naar zijn arrest van 6 juni 2024.
De koepelorganisaties van belastingadviseurs hebben regelmatig overleg met het ministerie van Financiën over het dossier box 3 met als doel om afspraken te maken over de praktische uitvoering van de gevolgen van het Kerstarrest en de recente vervolgarresten van 6 en 14 juni 2024. Inmiddels heeft er twee maal overleg plaatsgevonden tussen de koepelorganisaties en het ministerie.
Staatssecretaris Idsinga van Financiën bericht de Tweede Kamer over de eerste bevindingen van de analyse van de Hoge Raad-arresten van 6 juni 2024, waaronder ECLI:NL:HR:2024:704, V-N 2024/28.3, en het proces van aanvullend rechtsherstel dat moet worden geboden.
Het Dossier Box 3 is bijgewerkt met een Kamerbrief van staatssecretaris Idsinga (de 'analyse'), toevoegingen aan het wetsvoorstel voor een nieuwe box 3-heffing en een tweetal uitspraken van Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Spaarders en beleggers die de afgelopen jaren mogelijk te veel belasting hebben betaald over hun beleggingen, ontvangen in oktober een brief over de stappen die ze kunnen ondernemen om geld terug te vragen. Dat meldt staatssecretaris Folkert Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst) aan de Tweede Kamer. Hij reageert daarmee op een uitspraak van de Hoge Raad. Die keurde in juni een herstelregeling af voor Nederlanders die zijn gedupeerd door de zogeheten vermogensrendementsheffing in box 3.
De NOB vindt een forfaitaire heffing over een vakantiewoning lastig te verdedigen. Dit staat in een aanvullende reactie van de Orde op de internetconsultatie Wet werkelijk rendement box 3 naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 19 juni 2024, 2024-000351785, V-N 2024/31.9.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ongerealiseerde waardestijging van de onroerende zaak ook tot het werkelijke rendement behoort.
Een rechtsstaat geeft ruime bevoegdheden aan de rechterlijke macht. Soms zo ruim dat de juridische argumentatie het risico kan oproepen bredere maatschappelijke overwegingen te verdringen. Toen bijvoorbeeld het Gerechtshof Den Haag op 12 februari 2024 besliste dat Nederland de export van reserveonderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen aan Israël moest staken, tekende de staat cassatie aan, omdat het immers aan de staat is om het buitenlandbeleid vorm te geven, maar dat dit aspect door het hof onvoldoende was meegewogen. Het signaal is duidelijk: rechter blijf bij je leest.
Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad een aantal arresten gewezen over belastingheffing in box 3. De Hoge Raad oordeelde dat de Herstelwet nog steeds het verdragsrechtelijk discriminatieverbod en eigendomsgrondrecht schendt, in gevallen waarin het forfaitaire rendement volgens de Herstelwet hoger is dan het werkelijk rendement. Als dat bij een belastingplichtige het geval is, is verder rechtsherstel geboden: de belastingaanslag moet zo ver worden verminderd, dat alleen nog belastingheffing in box 3 plaatsvindt over het werkelijke rendement. Daarnaast gaf de Hoge Raad concrete regels hoe het werkelijk rendement dient te worden bepaald. De vraag is of we daar blij mee moeten zijn. Ik aarzel.
Het wordt dringen bij de Belastingdienst, weet beoogd staatssecretaris Folkert Idsinga (NSC). "Er zijn inderdaad heel veel uitdagingen. En die schreeuwen allemaal om voorrang", aldus de politicus over de dienst waar hij straks verantwoordelijk voor wordt. Een van zijn eerste daden op het departement wordt dan ook het opstellen van "een meerjarige strategische agenda" waar prioriteiten worden gesteld.
De ministerraad heeft ingestemd met het aanbieden van het wetsvoorstel Wet werkelijke rendement box 3 voor advies aan de Raad van State. Met het wetsvoorstel wordt vanaf 2027 een nieuw stelstel voor de belastingheffing in box 3 ingevoerd.
Ook spaarders kunnen naar aanleiding van de Hoge Raad-arresten van 6 juni 2024, onder andere ECLI:NL:HR:2024:704, V-N 2024/28.3, bezwaar maken tegen aanslagen inkomstenbelasting 2023. Dat antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen van Kamerlid Grinwis (CU) naar aanleiding van het bericht “Spaarders in box 3 mogen oordeel Hoge Raad niet afwachten”.
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Van Rij van Financiën ingestemd met het aanbieden van het wetsvoorstel Wet werkelijke rendement box 3 voor advies aan de Raad van State. Met het wetsvoorstel stelt het kabinet voor om vanaf 2027 een nieuw stelstel voor de belastingheffing in box 3 in te voeren. Belastingplichtigen betalen alleen belasting over wat zij daadwerkelijk hebben verdiend met hun vermogen. Naar verwachting betalen belastingplichtigen met spaargeld daarom minder belasting, vanwege de relatief lage spaarrentes. Belastingplichtigen met aandelen zullen relatief meer belasting betalen.
De herstelwerkzaamheden voor box 3 gaan noodzakelijkerwijs ten koste van de modernisering van de ICT-systemen van de Belastingdienst. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën in de Kamerbrief voortgang ICT Belastingdienst.
Toekomstig staatssecretaris Folkert Idsinga (Financiën) ziet het als zijn eerste prioriteit om met een oplossing te komen voor de vermogensrendementsheffing. Zolang dat onderwerp blijft liggen "kost het de schatkist veel geld", zegt hij. Bovendien zorgt het voor onzekerheid bij spaarders en beleggers.
In vier arresten van 14 juni jl. haalt de Hoge Raad het oordeel van 6 juni 2024 aan. In één arrest merkt de Hoge Raad op dat vaststelling van de ongerealiseerde vermogenswinst op de woning plaatsvindt op basis van de WOZ-waarden aan het begin en aan het eind van het jaar. Deze arresten en het tweeminutendebat van 23 mei jl. zijn verwerkt in het dossier.
De Hoge Raad oordeelt dat wel degelijk rekening moet worden gehouden met de waardestijging van de woning van X. Ook niet-gerealiseerde vermogenswinsten zijn van belang voor de vermogensrendementsheffing.
De Hoge Raad oordeelt dat bij de vaststelling van het box 3-inkomen wel degelijk rekening moet worden gehouden met het ongerealiseerde koersverlies van € 250 op aandelen in 2018. De Hoge Raad verwijst daarbij naar zijn arrest van 6 juni 2024.
De Hoge Raad oordeelt dat terecht geen rekening is gehouden met de kosten die X heeft gemaakt in verband met de Franse woning. De Hoge Raad verwijst daarbij naar zijn arrest van 6 juni 2024. Verder is bij de berekening van het werkelijke rendement terecht geen rekening gehouden met het heffingvrij vermogen.
De Hoge Raad oordeelt dat het aan de rechter is en niet aan de wetgever om te voorzien in het rechtstekort dat gepaard gaat met een schending van het EVRM en het EP EVRM als gevolg van het stelsel van heffing in box 3. De Hoge Raad verwijst daarbij naar zijn arrest van 6 juni 2024.
Naar aanleiding van de arresten van 6 juni 2024 over box 3 heeft het fiscale adviessysteem MFAS aan de bruto-netto modellen 2023 en 2024 de mogelijkheid toegevoegd van werkelijk rendement. Er wordt gerekend met het laagste van het forfaitaire en het werkelijke rendement.
De Belastingdienst legt vanaf 3 mei jl. aan spaarders (dus met uitsluitend banktegoeden) definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2023 geautomatiseerd op. Het kan dus nodig zijn om voor 14 juni 2024 (binnen de zeswekentermijn) bezwaar aan te tekenen omdat het forfaitaire rendementspercentage in box 3 over de stand van de tegoeden per 1 januari 2023 van 0,92 procent wel eens te hoog kan zijn. Daar waarschuwt de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) voor.
De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 geoordeeld dat de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds discriminerend is als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement en dat de Overbruggingswet box 3 het verdragsrechtelijke discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. In verband hiermee is het Dossier Box 3 geactualiseerd.
Het belasten van het werkelijke rendement in plaats van een forfaitair rendement gaat onvermijdbaar gepaard met een toename van de regeldruk. Waar mogelijk is bij de vormgeving van het conceptwetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 gekozen voor de minst belastende optie voor burgers. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
De uitspraak van de Hoge Raad over de heffing op vermogensrendement in box 3, oftewel de spaartaks, kost naar verwachting ongeveer 4 miljard euro. Dat bevestigde demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) bij de inloop van de ministerraad. "Dat is redelijk exact berekend."
Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad vijf arresten gewezen over box 3. Je kunt niet anders zeggen dan dat vriend en vijand, en dan mag je zelf bepalen wie wie is, waren verrast met de inhoud van de arresten.
De uitspraak van de Hoge Raad over box 3 heeft grote budgettaire gevolgen en consequenties voor de uitvoering door de Belastingdienst. De uitspraken en de gevolgen daarvan worden bestudeerd en in kaart gebracht. Dat is de reactie van staatssecretaris Van Rij van Financiën.
Het Register Belastingadviseurs kan zich vinden in de uitkomsten van de box 3-arresten maar betreurt het dat de Hoge Raad geen rekening wil houden met de gevolgen van inflatie, het gaat om het nominale rendement, en in voorkomende gevallen geen aftrek van alle kosten en een rentevergoeding voorstaat.
Accountants en belastingadviseurs zien "bergen werk" op zich afkomen, na de uitspraak van de Hoge Raad over de spaartaks. Beleggers moeten zelf aantonen wat de afgelopen jaren het werkelijke rendement is geweest op hun investeringen. De netwerkorganisatie van middelgrote en kleine accountantskantoren SRA verwacht dat niet alle belastingplichtigen de daarvoor benodigde gegevens bewaard hebben.
De Hoge Raad oordeelt dat de Wet rechtsherstel box 3 ook in strijd is met het EVRM. De Herstelwet leidt tot een schending van het EVRM wanneer de box 3-heffing hoger is dan het werkelijke rendement. De Hoge Raad geeft vervolgens diverse handvatten voor de lopende procedures.
De Hoge Raad oordeelt dat bij de bepaling van het werkelijke rendement voor de box 3-heffing het nominale rendement als grondslag dient. Daarbij wijst de Hoge Raad er op dat in het stelsel van de Wet IB 2001 niet direct rekening wordt gehouden met de invloed van inflatie.
De Hoge Raad oordeelt dat X geen recht heeft op een rentevergoeding in verband met de in strijd met het EU-recht geheven box 3-heffing. Daarbij overweegt de Hoge Raad dat de wijze waarop het EHRM genoegdoening vaststelt niet maatgevend is voor de verplichting van een verdragsluitende staat om rechtsherstel te bieden bij een schending.
De Hoge Raad oordeelt dat voor de vraag of de box-3 heffing discriminatoir is het rendement van het gehele box-3 vermogen relevant is. X1 komt niet in aanmerking voor verder rechtsherstel dan voortvloeit uit het forfait van de Herstelwet.
De Hoge Raad keurt de huidige herstelregeling voor Nederlanders die de afgelopen jaren mogelijk te veel belasting hebben betaald op hun beleggingen, af. Volgens de hoogste gerechtelijke instantie is de herstelwet nog steeds 'discriminerend' omdat daarin wordt uitgegaan van geschatte inkomsten en niet van werkelijk rendement.
Het nieuwe kabinet kan donderdag 6 juni 2024 mogelijk al een eerste miljardentegenvaller gepresenteerd krijgen. De Hoge Raad doet dan uitspraak in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3. De kwestie kan de nieuwe regering de komende jaren miljarden euro's kosten. In het coalitieakkoord is geen rekening met deze tegenvaller gehouden.
De Bond voor Belastingbetalers is blij dat de Hoge Raad een streep haalt door de herstelwet voor beleggers die te veel belasting hebben betaald. "Dit is een fantastisch resultaat voor de Nederlandse belastingbetaler", zegt voorzitter Jurgen de Vries.
Het Dossier Box 3 is geactualiseerd met enkele recente uitspraken, toezeggingen in het Commissiedebat en een aangenomen motie.
Op donderdag 6 juni 2024 om 11.00 uur doet de Hoge Raad openbaar uitspraak in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3 na invoering van de Wet rechtsherstel Box 3. De verwachting was dat de arresten pas rond eind augustus/september van dit jaar zouden verschijnen, maar de Hoge Raad komt er nu al mee.
Op donderdag 6 juni 2024 om 11.00 uur doet de Hoge Raad openbaar uitspraak in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3 na invoering van de Wet rechtsherstel Box 3. Dat meldt het hoogste rechtsorgaan op zijn website. Lang was aangekondigd dat de Hoge Raad pas in augustus en daarna in september uitspraak zou doen maar de arresten komen nu dus toch eerder dan verwacht.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de op rechtsherstel gerichte compensatie dient aan te sluiten bij het daadwerkelijke rendement, waaronder in dit geval wordt verstaan de feitelijk genoten rente en dividenden.
De Tweede Kamer heeft op 28 mei 2024 een motie aangenomen die de regering verzoekt het voorbereidingsproces voor de beoogde invoering van het nieuwe box 3-regime op basis van werkelijk rendement per 1 januari 2027, voort te zetten (motie 32140, nr. 190).
Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer plenair over het hoofdlijnenakkoord van de PVV, VVD, NSC en BBB. De oppositie plaatste vooral grote vraagtekens bij de financiële plannen, die in hun ogen te optimistisch zijn ingeschat of ontoereikend zullen zijn.
Het demissionaire kabinet mag toch het conceptwetsvoorstel over box 3 voor de zomer naar de Raad van State sturen. Een Kamermeerderheid van onder meer VVD, GroenLinks-PvdA, BBB en ChristenUnie zal dinsdag voor een motie van Nieuw Sociaal Contract (NSC) stemmen die daarvoor groen licht geeft. Dat meldt het FD. Daarmee blijft invoering per 2027 mogelijk.
Het box 3-besluit is geactualiseerd. In het besluit staat het beleid met betrekking tot het inkomen uit sparen en beleggen. Ten opzichte van het besluit van 31 oktober 2016, nr. 2016-113962, V-N 2016/60.10, zijn twee goedkeuringen komen te vervallen. Verder is een citeertitel toegevoegd en zijn redactionele wijzigingen aangebracht.
Twee fiscalistes, Helma Tosseram en Ingrid de Ruiter, starten respectievelijk per 1 juni en 1 juli als als unitdirecteuren bij de directie Particulieren van de Belastingdienst. Tosseram en De Ruiter krijgen de opdracht om de organisatie klaar te stomen voor de afhandeling van de aangiften IB met een box 3-element en de bezwaren box 3. Naar verwachting zal de Hoge Raad in augustus arresten wijzen waar de fiscus snel op zal moeten reageren.
Om het schema voor inwerkingtreding per 2027 te kunnen halen, moet in mei 2024 worden besloten of het wetsvoorstel box 3 in de huidige vorm klaar is voor de volgende stappen. Anders is inwerkingtreding per 2027 niet meer mogelijk. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de gedane toezeggingen tijdens het Commissiedebat van 18 april 2024.
Hof Den Haag oordeelt dat compensatie aan X moet worden geboden. Daarbij moet alleen rekening worden gehouden met het werkelijk behaalde rendement. Er wordt geen rekening gehouden met de niet-gerealiseerde waardestijging van de tweede woning.
In het box 3-dossier lijkt er op dit moment een nieuw politiek pijnpunt te ontstaan. Spaarders die niet individueel en tijdig bezwaar maken tegen hun definitieve belastingaanslag 2023 dreigen, net als de niet-bezwaarmakers over de jaren 2017-2020, niet in aanmerking te komen voor mogelijk rechtsherstel voor de te veel betaalde belasting in box 3. De oorzaak hiervoor is tweeledig.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt onder verwijzing naar het Kerst-arrest (HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963, V-N 2022/2.3) dat X door het forfaitaire stelsel zoals volgt uit de Wet IB 2001 onrechtmatig wordt geconfronteerd met een heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement.
Voor het kalenderjaar 2023 bedraagt het forfaitaire rendementspercentage voor banktegoeden 0,92%. Dat heeft de Staatssecretaris van Financiën bekendgemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitair berekende rendement.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire berekening van het voordeel uit sparen en beleggen voor de jaren 2019 en 2020 in strijd is met art. 1 EP EVRM en vermindert de aanslagen naar nihil.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat ook na de verlaging op basis van de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds sprake is van een schending van art. 1 EP bij EVRM.
Dossier Box 3 is geactualiseerd met recente jurisprudentie, wijzigingen in het toekomstig stelsel box 3, de definitieve aanslagen IB 2021, het aanhouden van definitieve aanslagen IB 2023 en het wijzigen van de voorlopige aanslag IB 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het werkelijk rendement significant lager is dan het forfaitaire rendement, waardoor ook als enige marge in acht zou moeten worden genomen sprake is van een schending.
De Tweede Kamer wil een aangepast plan van demissionair staatssecretaris Van Rij voor de nieuwe box 3-heffing. Donderdag zei Van Rij tijdens het Kamerdebat van de commissie Financiën dat hij hoopte nog steeds het wetsvoorstel uiterlijk 25 juni in de ministerraad vast te stellen en naar de Raad van State te sturen. Tussentijds wil Van Rij een nieuw debat met de Tweede Kamer over de aanpassingen waarna na de zomer kan worden gestart met de behandeling om invoering per 2027 te halen.
De definitieve forfaitaire rendementspercentages voor bank- en spaartegoeden en voor schulden in box 3 wijken (flink) af van de voorlopige forfaitaire rendementspercentages. Om die reden vinden de belangenorganisaties (Consumentenbond, Bond voor Belastingbetalers, SRA, NBA, NOB, RB en NOAB) het in bepaalde situaties verstandig zijn om vóór 1 mei 2024 de voorlopige aanslag IB 2023 aan te passen.
Onder andere door de verhoogde complexiteit kan het conceptwetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 naar verwachting in de huidige vormgeving niet volledig worden geïmplementeerd in 2027. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer over het toekomstige box 3-stelsel en voorbereidingen arrest Hoge Raad.
In afwachting van de arresten van de Hoge Raad is het opleggen van definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 en 2022 met box 3-inkomen dat uit meer bestaat dan banktegoeden aangehouden. Doordat de uitspraak in de arresten later komt dan verwacht, moeten ongeveer 55.000 aanslagen voor 2021 vooruitlopend op de uitspraak definitief worden vastgesteld in verband met de verjaringstermijn voor het opleggen van een definitieve aanslag.
Hof Den Haag oordeelt dat voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen het werkelijke rendement moet worden aangehouden en dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat na toepassing van de Wet rechtsherstel box 3 geen verdere vermindering van de box 3-heffing nodig is, maar kent wel een rentevergoeding toe voor de periode tussen betaling en terugbetaling van de heffing.
Gerechtshof Den Haag oordeelt dat het werkelijke rendement als basis moet dienen voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen. Bij de bepaling van dit werkelijk rendement dienen de niet gerealiseerde waardestijgingen van aandelen en obligaties buiten beschouwing te blijven.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing te hoog is vastgesteld en vermindert deze naar nihil. De inspecteur wordt veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente over de onterecht geheven box 3-heffing.
Het bedrag van de geruisloze terugstorting van de te veel betaalde premies voor een lijfrente, die dient ter compensatie van een pensioentekort, en het daarop behaalde rendement moet als overige bezitting worden opgenomen in de rendementsgrondslag van box 3. Dat is het standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.
Spaarders schrikken zich een hoedje. Het uiteindelijke forfaitaire rendement op banktegoeden in box 3 over 2023 is vastgesteld op 0,92 procent. Bij het opleggen van de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting bedroeg dit nog 0,36 procent, een verschil van 0,56 procent. Het gevolg is dat de voorlopige aanslagen voor spaarders te laag zijn vastgesteld, wat leidt tot een ‘bijbetaling’ op de definitieve aanslagen. Hoe kan dat? En mag dat eigenlijk wel?
Rechtbank Den Haag stelt vast dat de door de inspecteur gehanteerde berekeningsmethode inderdaad de meest voordelige is voor X en sluit zich daar bij aan. X heeft recht op de door hem gevraagde compensatie van renteschade.
Hof Den Haag oordeelt dat compensatie aan X moet worden geboden. Daarbij moet alleen rekening worden gehouden met het werkelijk behaalde rendement. Er wordt geen rekening gehouden met de (eventuele) waardestijging van de tweede woning.
Het is aannemelijk dat burgers in het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel meer gegevens zullen moeten verzamelen ter ondersteuning van de aangifte. Zeker wanneer het vermogen uit meer dan banktegoeden bestaat, zullen bepaalde berekeningen zodanig complex worden dat dat veel van burgers vraagt. Dat stelt het Adviescollege Toetsing Regeldruk in een advies aan het kabinet.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing niet te hoog is doordat X verklaart dat zijn werkelijke rendement hoger is dan het forfaitaire rendement op grond van de Wet IB 2001. Er is geen sprake van een situatie zoals bedoeld in het Kerstarrest.
Hof Den Haag oordeelt dat compensatie aan X moet worden geboden. Daarbij wordt alleen rekening gehouden met het werkelijk behaalde rendement. Er wordt geen rekening gehouden met de (eventuele) waardestijging van de woning en een forfaitair bepaald voordeel uit eigen gebruik.
De Hoge Raad komt niet deze maand, maar in augustus dit jaar met het arrest over de herstelwet en de overbruggingsheffing box 3 waar reikhalzend naar wordt uitgekeken. Dat meldt het FD.
Dossier Box 3 is geactualiseerd met recente jurisprudentie en met een verduidelijking van het verzoek ambtshalve vermindering.
Hof Den Haag oordeelt dat X recht heeft op toekenning van een rentevergoeding op basis van de wettelijke rente omdat box 3-heffing in strijd is met het EVRM.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de erfpachtfinanciering terecht niet aanmerkt als schulden in box 3.
Foto: Tilburg University
Kamerlid Folkert Idsinga van Nieuw Sociaal Contract (NSC) overweegt om volgende maand bij een ingelast Kamerdebat over de problemen met de vermogensrendementsheffing een motie in te dienen met het verzoek om niet langer te wachten op een nieuw kabinet en het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel alvast naar de Kamer te laten sturen. Hij wil voorkomen dat de politiek opnieuw wordt overvallen door rechterlijke uitspraken, zoals gebeurde bij het beruchte Kerstarrest van 2021. Dat zegt hij tegen het FD.
Hof Den Haag oordeelt dat het door de inspecteur vastgestelde box 3-inkomen van X niet te hoog is. Omdat X geen overzicht overlegt van het door de beleggingsclub werkelijk behaalde rendement, is niet duidelijk of het werkelijk behaalde rendement lager is dan het forfaitaire rendement.
Kantorenorganisatie SRA constateert verwarring over de vraag of al dan niet een verzoek tot ambtshalve vermindering nodig is in verband met het arrest dat de Hoge Raad dit voorjaar gaat uitbrengen over de houdbaarheid van de Wet rechtsherstel box 3. SRA wijst op een recente brief van staatssecretaris Van Rij waarin bevestigd wordt dat het voor de rechtspositie van betrokkene belastingplichtigen niet uitmaakt of het verzoek vóór of ná het arrest wordt ingediend. Bij SRA en andere beroepsorganisaties bestond hierover nog enige twijfel.
De koepelorganisaties zijn nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de massaalbezwaarplus-regeling. Dat blijkt uit de verstrekte documenten bij een besluit op een Woo-verzoek over het overleg tussen staatssecretaris Van Rij van Financiën met de koepelorganisaties over de massaalbezwaarplus-regeling voor niet-bezwaarmakers box 3 2017-2020.
De Belastingdienst heeft onterecht betalingsherinneringen en aanmaningen verstuurd voor de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 aan mensen die uitstel van betaling hebben vanwege rechtsherstel box 3.
Uit een analyse van spaarplatform Raisin blijkt dat de komende jaren een enorm verschil in belastingdruk gaat ontstaan tussen spaargeld aan de ene kant en beleggingen en overig vermogen aan de andere kant. Zo gaat een alleenstaande belegger met twee ton in de komende drie jaar met de huidige en reeds bekende rendementstarieven maar liefst € 9153 betalen. Dat is 5,75 keer meer dan wanneer uitsluitend spaargeld aangehouden wordt (€ 1591), aldus Raisin.
Er is de afgelopen maanden veel gebeurd in het box 3-verhaal waardoor flink is ingegrepen in het dossier op TaxLive.
Als een spannend jongensboek heb ik de conclusies van A-G Pauwels inzake de vijf box 3-cassatieprocedures gelezen. Wat is voor mij een spannend jongensboek? Dat is een boek met een plot dat je tevoren echt niet kon bedenken. Welnu, de vijf conclusies voldoen aan die definitie. Afgelopen weekend, de hele pentalogie in één adem uit. Wat een geweldig mooie werken!
Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat ondanks de ambtshalve vermindering nog steeds sprake is van een EVRM-schending. Ook de Wet rechtsherstel box 3 deugt niet vanuit EVRM-optiek. Het hof heeft dan ook terecht een op rechtsherstel gerichte compensatie verleend.
Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat de uitspraak van het hof in cassatie moet worden getoetst met inachtneming van de Wet rechtsherstel box 3. Alhoewel het oordeel van hof niet in overeenstemming is met de Wet rechtsherstel box 3, is het wel in overeenstemming met het recht.
Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat het oordeel van hof niet in overeenstemming is met de Wet rechtsherstel box 3, maar wel in overeenstemming is met het recht. Er is dan ook terecht een op rechtsherstel gerichte compensatie verleend.
Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat voor de box 3-heffing ook rekening moet worden gehouden met het ongerealiseerde koersverlies op de aandelen. Voor het werkelijk behaalde rendement geldt dat moet worden uitgegaan van het nominale rendement en niet het reële rendement.
In de laatste aanpassing van het conceptwetsvoorstel Werkelijk rendement box 3 heeft de wetgever geen antwoord gegeven op de vraag van het Register Belastingadviseurs of belastingheffing over vermogensaanwas, in het kader van het Europees recht, houdbaar is.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën is niet bereid het saldo van betaalrekeningen uit te zonderen van de toepassing van het forfaitaire rendement op spaartegoeden in box 3.
Over een paar maanden verschijnt het arrest van de Hoge Raad over de rechtsgeldigheid van het rechtsherstel in box 3. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat hij – in navolging van het advies van Advocaat-Generaal Wattel – oordeelt dat box 3-heffing verschuldigd is over het werkelijk rendement in plaats van het forfaitair rendement, bepaald volgens het rechtsherstel. Dat betekent dat burgers voortaan belasting moeten betalen over hun werkelijk rendement in box 3. De hamvraag luidt dan: wat moeten we verstaan onder het begrip ‘werkelijk rendement’?
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat niet de belastingrechter, maar uitsluitend de civiele rechter, bevoegd is om vast te stellen of sprake is van een onrechtmatige overheidsdaad.
In het toekomstig box 3-stelsel wordt uitgegaan van een vermogenswinstbelasting voor vastgoed. Ook bevat het wetsvoorstel Wet betaalbare huur verschillende elementen zodat investeren in huurwoningen interessant blijft. Dat schrijft minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in antwoord op Kamervragen over het bericht ‘Rendement particuliere verhuurders onder druk’.
Naar aanleiding van de recent gehouden internetconsultatie heeft het ministerie van Financiën verbeteringen aangebracht in het voorstel voor het nieuwe stelsel box 3. Zo wordt onder meer het forfait voor de eerste woning geschrapt. Dat laat staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) aan de Tweede Kamer weten.
Onlangs berekende ABN Amro MeesPierson het rendementspercentage voor 2025 voor overige bezittingen in box 3. Door een bijstelling van de slotstand van de MSCI Europe Index blijkt het percentage niet uit te komen op 5,87 procent maar op 5,88 procent.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. X krijgt wel een dwangsom, omdat de inspecteur te laat op haar bezwaar heeft beslist.
Op 22 januari publiceerde het CBS het prijsindexcijfer van de huizenprijzen in Nederland per december 2023. Dat was het laatste ontbrekende puzzelstukje dat nodig was om het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ in box 3 voor 2025 te kunnen berekenen. Dat percentage komt uit op 5,87 procent. De overheid maakt dit percentage pas in december bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
Op basis van de beschikbare rendementsdata heeft vermogensplanner René Bruel van ABN Amro MeesPierson het rendementspercentage voor 2025 berekend voor overige bezittingen in box 3. Daar rolt voor dat jaar een fictief rendement van 5,87 procent uit. Dat melden diverse financiële media.
Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat het Kerstarrest zich niet uitstrekt over de belastingjaren 2013-2016. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van de belanghebbende tegen deze uitspraak.
Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat X in verband met de box 3-teruggaaf recht heeft op een vergoeding van rente. Het is in strijd met art. 13 EVRM dat een vergoeding van schade zonder meer wordt uitgesloten.
Demissionair staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij geeft zondag 21 januari a.s. een lezing over het nieuwe box 3-stelsel tijdens de Second Home Beurs in MECC Maastricht. Van Rij houdt in de arena van investeerders van vakantiewoningen een verhaal over de betekenis van het nieuwe stelsel voor bezitters van vakantiewoningen.
De Belastingdienst heft vermoedelijk tientallen miljoenen belasting op betaaltegoeden, waardoor Nederlanders belasting betalen over rendement dat ze niet krijgen, meldt De Telegraaf. Experts twijfelen aan de juridische houdbaarheid en verwachten rechtszaken tegen de fiscus.
Nederlanders met meer dan 57.000 euro op hun spaarrekening moeten mogelijk extra box 3-belasting betalen. Volgens een berekening van ABN AMRO MeesPierson ligt het verwachte rendement op die spaarrekeningen hoger dan waar de Belastingdienst eerder van uitging.
Hoewel het forfaitaire rentepercentage dat bij de belastingaangifte over 2023 geldt voor vermogen in de categorie ‘banktegoeden’ – spaargeld, desposito’s en contanten – pas in februari bekend wordt gemaakt, heeft vermogensplanner René Bruel dit percentage (0,92%) al berekend. Dit blijkt een stuk hoger te zijn dan de 0,36% die door het Centraal Planbureau (CPB) was geraamd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een woning niet als eigen woning kan worden aangemerkt, omdat de bewoner de woning niet betrokken heeft en geen sprake was van nieuwbouw of verbouw.
Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit vreest dat zijn plan voor een nieuw box 3-stelsel zomaar in de prullenbak zou kunnen belanden. "Het is aan het nieuwe kabinet om mijn nalatenschap verder uit te werken. Het zou een gemiste kans zijn als mijn voorstel voor de hervorming van box 3 niet wordt overgenomen", zegt hij tegen BNR.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering van de box 3-heffing terecht afwijst. De aanslag staat definitief vast en de onjuistheid van de aanslag vloeit voort uit jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk is geworden.
Huizen verhuren is de afgelopen jaren minder aantrekkelijk geworden door een stapeling van wet- en regelgeving, schrijven ambtenaren van het ministerie van Financiën in het economenvakblad ESB. In minder dan een op de tien gevallen verdienen particuliere beleggers genoeg aan hun nieuw aangekochte huurwoning om deze een aantrekkelijke investering te laten zijn.
Voor twee groepen belastingplichtigen is het verstandig om vóór 1 januari 2024 een verzoek om ambtshalve vermindering 2018 in te dienen, omdat anders de vijfjaarstermijn verloopt en deze mensen daardoor hun recht verspelen op (meer) rechtsherstel in de box 3-kwestie. Dat blijkt uit een bericht van kantorenorganisatie SRA.
Hof Amsterdam oordeelt dat de box 3-heffing geen individuele en buitensporige last vormt voor X, aangezien met X' algehele financiële situatie rekening moet worden gehouden en X en Y beschikken over een woning met een forse overwaarde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën informeert de Tweede Kamer over de hoogte van de tabelcorrectiefactor, de bedragen en percentages in de arbeidskorting, het percentage voor het eigenwoningforfait en de forfaitaire rendementspercentages in box 3, inclusief de berekening.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur een aanslag niet ambtshalve mag verminderen als de onjuistheid voortvloeit uit jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk is geworden.
Op 26 oktober 2023 nam de Tweede Kamer deze motie aan: ”constaterende dat advocaat-generaal en hoogleraar belastingrecht Peter Wattel vaststelt dat een tegenbewijsregeling grondrechtelijk onontkoombaar is in een grondrechtelijk onaanvaardbaar stelsel van gemiddelde belasting; verzoekt de regering de tegenbewijsregeling te onderzoeken en de Kamer over de uitkomsten te informeren.” (TK 36.418, nr. 93).
De reactie van de staatssecretaris van Financiën was niet echt verrassend: “Zoals in deze brief weergegeven kent een tegenbewijsregeling echter significante nadelen, waardoor het kabinet heeft besloten om hier geen wetsvoorstellen voor te doen.” (Kamerbrief met kenmerk 2023-0000251737).
Een tegenbewijsregeling in box 3 kent significante nadelen, waardoor het kabinet heeft besloten om hier geen wetsvoorstellen voor te doen. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de aangenomen motie Van Haga (V-N 2023/50.30), die verzoekt om een dergelijke tegenbewijsregeling te onderzoeken.
Vanwege onder meer nieuwe jurisprudentie, goedkeuring van het belastingpakket 2024 door de Tweede Kamer en nieuwe ontwikkelingen in de massaalbezwaarplusprocedure is het Dossier Box 3 bijgewerkt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt, onder verwijzing naar het Kerstarrest (V-N 2022/2.3), dat ook aan X rechtsherstel geboden dient te worden door het alleen in de heffing te betrekken van het werkelijk rendement.
Hof Den Haag oordeelt dat de heffing overeenkomstig de Wet rechtsherstel voor X nog steeds leidt tot buitenproportionele heffing die in strijd is met art. 1 EP in samenhang met art. 14 EVRM. Ongerealiseerde vermogenswinsten, waaronder niet gerealiseerde koerswinsten passen volgens het hof niet binnen de term 'werkelijk behaald rendement'. Het hof vermindert de aanslagen IB/PVV 2017 en 2018.
Hof Den Haag oordeelt dat het forfaitair berekende rendement van de Wet rechtsherstel box 3 hoger is dan het door X werkelijk behaalde rendement. Eventuele niet gerealiseerde valuta- en koersresultaten moeten buiten beschouwing blijven.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de box 3-heffing voor 2013-2016, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019, in strijd is met art. 1 EP EVRM. Voor rechtsherstel door de rechter is voor deze jaren echter geen plaats. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Met de Wet werkelijk rendement box 3 komt er een vermogensaanwasbelasting. Voor bepaalde vermogenscategorieën geldt daarentegen bij wijze van uitzondering een vermogenswinstbelasting.
Voor de grondslag van de belastingschuld in box 3 introduceert het kabinet in het voorstel voor een nieuw box 3-stelsel de zogeheten ‘totaalvoordeel’-gedachte. "Deze methode is vergelijkbaar met de methode die wordt gebruikt voor ondernemingen maar kan tot complicaties en vragen leiden", zo stelt de NOB vast in haar reactie op de consultatie. Liever ziet de beroepsorganisatie van hoog opgeleide fiscalisten een rule-based-systeem.
De beroepsvereniging het Register Belastingadviseurs (RB) is, als reactie op de internetconsultatie van een nieuwe Wet werkelijk rendement box 3, te spreken over een eigen idee dat is opgenomen in het voorstel om een vermogenswinstbelasting in te voeren op basis van totaalwinstbegrip en goedkoopmansgebruik. De vereniging betreurt echter de keuze van het kabinet om de inkomsten uit vermogen niet in box 1 via de TBS-regeling te belasten, maar toch apart te belasten in box 3.
De vereniging van accountantskantoren SRA stelt in een reactie op de internetconsultatie van een nieuwe Wet werkelijk rendement box 3 dat het geen voorstander is van het hybride en daardoor complexe karakter van het voorstel. "De complexiteit leidt bovendien tot afbakeningsproblemen en arbitragemogelijkheden met hogere uitvoeringslasten voor zowel de Belastingdienst als de adviseurs, de belastingbetalers en de rechtspraak."
Het is de bedoeling om op 1 januari 2027 een nieuw box 3-stelsel in werking te laten treden. Staatssecretaris van Financien Marnix van Rij is ondanks de demissionaire status van het kabinet een internetconsultatie voor een nieuwe wet gestart om deze datum te halen. Vrijdag 20 oktober a.s. is de laatste dag dat mensen kunnen reageren.
De massaalbezwaarplusprocedure voor box 3 kan van start. Er zijn tussen het ministerie van Financiën en de belangenorganisaties SRA, Consumentenbond, Bond voor Belastingbetalers, NBA, NOB, RB en NOAB vier 'proefpersonen' geselecteerd die elk door verschillende rechtbanken worden behandeld.
Mensen die in 2023 schenkbelasting moeten betalen over een schenking moeten alert zijn op een tijdige aangifte van schenkbelasting. Wanneer dit niet uiterlijk 5 november a.s. gebeurt dan valt deze schuld in het vermogen op de peildatum van 1 januari 2024 waarover inkomstenbelasting is verschuldigd.
Op 8 september 2023 is de internetconsultatie voor het nieuwe box 3-regime per 1 januari 2027 gestart. Het is opvallend dat bij het deel AWR alleen staat "PM invoering administratieplicht box 3-belastingplichtigen". Over hoe dat inhoudelijk moet worden ingevuld, is dus nog onbekend.
Het Dossier Box 3 is naar aanleiding van een rechtbankuitspraak, twee kennisgroepstandpunten een brief van de staatssecretaris geactualiseerd.
Voortaan wordt bij voorlopige aanslagen uitgegaan van bijgewerkte forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden in box 3. Deze worden aan het begin van het kalenderjaar vastgesteld. Dat staat in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2024 die de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Vast niet. De Wet op de blauwe citroenen is een hele simpele, korte wet afkomstig van het ministerie van Financiën. De wet kent maar vier artikelen:
- Artikel 1: Citroenen zijn blauw.
- Artikel 2: Als de rechter vindt dat ze geel zijn, zijn ze toch blauw.
- Artikel 3: Zelfs als ik als staatssecretaris van Financiën zeg dat ze geel zijn, zijn ze toch blauw.
- Artikel 4: Deze wet geldt van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2022. Pas vanaf 1 januari 2023 zijn citroenen geel.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het binnen de Wet rechtsherstel box 3 geldende forfaitaire stelsel in strijd is met artikel 1 EP bij het EVRM. Het nieuwe stelsel is weliswaar op het onderdeel banktegoeden aangepast, maar voor de categorie overige bezittingen is niets veranderd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat zowel de Wet rechtsherstel box 3 als compensatie op basis van het werkelijk behaalde rendement niet leidt tot vermindering van de aanslag. De verleende aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is ook niet te laag.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën informeert de Tweede Kamer over de voorbereidingen die de Belastingdienst treft op het arrest van de Hoge Raad naar aanleiding van de lopende cassatieprocedures over de vraag of de forfaitaire spaarvariant voldoende in lijn is met het Kerstarrest box 3. Voor het geval de staatssecretaris in het ongelijk wordt gesteld, is een digitaal formulier in voorbereiding, waarmee belastingplichtigen hun werkelijke rendement kunnen opgeven.
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt gepubliceerd over de behandeling van het aandeel in een reservefonds VvE sinds de invoering van de Wet rechtsherstel box 3. Het aandeel in een VvE wordt onder de Wet rechtsherstel box 3 aangemerkt als een overige bezitting.
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt gepubliceerd over de behandeling van een bedrag dat op de peildatum voor box 3 wordt aangehouden op een derdenrekening bij de notaris sinds de invoering van de Wet rechtsherstel box 3. Het bedrag dat wordt gehouden op een derdenrekening bij de notaris wordt onder de Wet rechtsherstel box 3 aangemerkt als een overige bezitting.
Afgelopen dinsdag is in het Belastingpakket 2024 een aantal wijzigingen voorgesteld voor box 3. Daarnaast is de conclusie van A-G Wattel over het rechtsherstel box 3 verwerkt in het desbetreffende onderdeel.
Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank de zaak ten onrechte heeft teruggewezen naar de inspecteur, nu na de publicatie van de collectieve uitspraak op bezwaar niet expliciet is verzocht om een individuele uitspraak op bezwaar. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Op vrijdag 8 september 2023 heeft de Staatssecretaris van Financiën zijn voorstellen voor een nieuwe box 3 per 1 januari 2027 wereldkundig gemaakt.
Het demissionaire kabinet grijpt op Prinsjesdag in bij de belasting op het rendement op vermogen, om te voorkomen dat die de komende jaren te weinig oplevert voor de staatskas. Het recente, negatieve advies van de A-G Wattel over het rechtsherstel box 3 kan het begrotingsgat voor de jaren 2024-2026 nog groter maken als de Hoge Raad het advies overneemt. Het Register Belastingadviseurs (RB) vreest een exponentiële groei van het 'box 3-verlies' voor de staat.
A-G Wattel is van mening dat grondrechtelijk alleen van belang is of de Herstelwet X1 en X2 in strijd met het EVRM discriminatoir en/of confiscatoir belast. Een schending van EVRM-rechten kan pas worden aangenomen als het feitelijke nettorendement significant lager is dan het wettelijke op het gehele vermogen.
Vandaag heeft advocaat-generaal Wattel van de Hoge Raad een conclusie getrokken over een box 3-procedure. De Belastingdienst stelt nadrukkelijk dat dit negatieve advies over de wet Rechtsherstel box 3 geen uitspraak is, maar een onafhankelijk advies zonder gevolgen voor het box 3-inkomen van mensen.
De wet Rechtsherstel box 3 schendt bij bezitters van ander vermogen dan spaargeld nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsrecht omdat nog steeds zeer verschillend renderende of negatief renderende beleggingen belast worden naar één uniform positief rendement. Dat stelt Advocaat-Generaal (A-G) Wattel in een conclusie die vandaag is gepubliceerd.
In verband met de internetconsultatie van het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 is de gehele dossierpagina Toekomstig box 3-stelsel vernieuwd.
"Als er in april-mei een nieuw kabinet zou zijn, en ze zouden het conceptwetsvoorstel voor een nieuwe vermogensbelasting overnemen, of licht geamendeerd overnemen, dan is 2027 nog haalbaar. Zou het kabinet later tot stand komen, dan wordt het krap." Dat zegt staatssecretaris Van Rij in een interview met het FD.
De internetconsultatie over de Wet werkelijk rendement box 3 is op 8 september 2023 gestart. Belangstellenden kunnen tot en met 20 oktober 2023 reageren op de consultatie. De consultatie is geen voldragen wetsontwerp, maar een hulpmiddel voor een nieuw kabinet. Het is de bedoeling om op 1 januari 2027 een nieuw box 3-stelsel in werking te laten treden.
De coalitiepartijen hebben een compromis gesloten over de toekomst van de box 3-heffing. Er komt een mengeling van belastingvormen voor verschillende soorten vermogen, waarmee demissionair staatssecretaris Van Rij (Financiën) de fracties van VVD, D66, CDA en CU tevreden heeft gesteld. Dat melden ingewijden aan De Telegraaf.
Het ministerie van Financiën heeft naar aanleiding van een Woo-verzoek alle interne stukken over de aanwijzing massaal bezwaar box 3 in 2015 en 2018 vrijgegeven.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de IB-aanslagen 2017 voor X en Y worden verminderd. Partijen zijn dit namelijk ter zitting overeengekomen. Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen voor X wordt verminderd tot € 17.689 en voor Y tot € 9207.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X wordt geconfronteerd met een heffing die hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. Daarom dient een op rechtsherstel gerichte compensatie overeenkomstig het kerstarrest geboden te worden door aan te sluiten bij het werkelijk behaalde rendement.
Hof Arnhem-Leeuwarden volgt het compromis dat X en de inspecteur zijn overeengekomen. Het box 3-inkomen van X wordt vastgesteld op € 15.407.
Aan het Dossier Box 3 zijn diverse relevante uitspraken toegevoegd. Bijna alle onderdelen van het dossier zijn bijgewerkt.
Voor de massaalbezwaarplusprocedure box 3 ziet het er naar uit dat het zal gaan om vier procedures. De rechtsvragen zijn daarbij door het ministerie van Financiën en de belangenorganisaties afgestemd. Dat meldt de vereniging van accountantskantoren SRA. De formulering van de rechtsvragen is niet bekendgemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen niet-ontvankelijk omdat X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 waarop op 19 juli 2019 uitspraak is gedaan.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X op grond van het arrest Darby (EHRM 23 oktober 1990, 17/1989/233, BNB 1995/244) recht heeft op een passende vergoeding voor het verlies dat hij als gevolg van de onverschuldigde betaling van belasting heeft geleden.
Hof Amsterdam oordeelt dat de box 3-heffing geen individuele en buitensporige last vormt voor X. Aangezien met de algehele financiële situatie rekening moet worden gehouden, en X en Y beschikken over een woning met een forse overwaarde, is er geen sprake van een individuele en buitensporige last.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën beantwoordt vragen van de leden Inge van Dijk en Amhaouch (CDA) naar aanleiding van de brief van ‘Operator Exchange’ over de gevolgen van de box 3-hervorming voor startups. Hij erkent dat een vermogensaanwasbelasting nadelig kan uitpakken voor startups.
Het Dossier Box 3 is geüpdatet in verband met de Kamerbrief met verfijningen box 3 en de Voorjaarsnota 2023 die eind april verschenen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er ook na het rechtsherstel nog significante afwijkingen zijn tussen werkelijk inkomen en het forfaitair inkomen. Dit wordt veroorzaakt door het veronderstelde hogere rendement op de “overige bezittingen”. De aanslagen worden aldus verminderd.
De voorkeursvariant van het kabinet voor een nieuwe vermogensbelasting, de vermogensaanwasbelasting, zal investeerders ervan weerhouden om geld te steken in startende en snelgroeiende bedrijven. Bovendien maakt die variant het lastiger voor deze bedrijven om talent te lokken met personeelsaandelen. Hiervoor waarschuwt belangenorganisatie Techleap volgens het FD in een dinsdag verschenen rapport.
Het plan voor een nieuw box 3-stelsel kan rampzalig uitpakken voor Nederlandse startups. Dat zegt een vooraanstaande groep investeerders verenigd in het collectief Operator Exchange. Zij hebben een brandbrief geschreven aan staatssecretaris Marnix van Rij die in handen is van BNR.
Gelet op de ontwikkeling van box 3 naar een nieuw stelsel van werkelijk rendement, waarbij de wijze waarop onroerend goed – niet zijnde de eigen woning – wordt belast, nog niet is uitgekristalliseerd, is het beleidsmatig niet logisch om de eigenwoningregeling hierin mee te nemen. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Wet rechtsherstel box 3 X voor het jaar 2017 voldoende rechtsherstel biedt. Voor 2018 geldt dat toepassing van de wet onvoldoende rechtsherstel biedt. De rechtbank gaat zelf over tot rechtsherstel door te heffen naar het werkelijk rendement.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat toepassing van de Wet rechtsherstel box 3 geen soulaas biedt, omdat het voordeel uit sparen en beleggen met toepassing daarvan zou worden vastgesteld op € 16.206, terwijl het voordeel bij de aanslag is vastgesteld op € 15.493.
Met genoegen las ik in de recente brief van de Staatssecretaris van Financiën van 26 april 2023 dat hij voornemens is om onderlinge vorderingen en schulden tussen echtgenoten in box 3 te defiscaliseren.
In het 'migraine-dossier' heeft staatssecretaris Van Rij dinsdagavond in de vaste commissie voor Financiën geprobeerd een meerderheid te zoeken in de Tweede Kamer voor een nieuwe vermogensbelasting vanaf 2027: in een nieuw voorstel van Van Rij blijven inkomsten uit sparen en liquide beleggingen evenals de waardeontwikkeling van aandelen en obligaties in box 3 terwijl onroerende zaken naar box 1 zouden moeten verhuizen.
Vastgoed is moeilijk op dezelfde manier te belasten in box 3 als banktegoeden en effecten. Daarom vindt vastgoedhoogleraar Tom Berkhout dat een aparte belastingbox nodig is voor onroerend goed zoals tweede huizen en beleggingspanden.
"Het is verstandiger en logischer om werkelijke vermogensinkomsten net als inkomen uit onder meer arbeid in box 1 te belasten. Het dient een betrekkelijk eenvoudig systeem te worden waarin plek blijft voor box 2 . Elke belastingplichtige met een gezond boerenverstand moet het stelsel kunnen begrijpen en daardoor in de praktijk ook kunnen toepassen." Dat is het voorstel van het Register Belastingadviseurs (RB), een beroepsorganisatie met zo'n 6.000 aangesloten leden.
Geheel onverwachts reikt het Register Belastingadviseurs het ministerie van Financiën een oplossing aan voor het box 3-probleem waar het nu al jaren mee worstelt: schaf box 3 af en belast vermogensinkomsten ‘gewoon’ in box 1. Hulde aan het RB, want als je daar wat dieper over nadenkt, blijkt dat een geniale gedachte te zijn!
Na onderzoek naar verfijningen van de categorie ‘overige bezittingen’ in box 3 is een aantal aanpassingen mogelijk tijdens de overbruggingsperiode vanaf 2023 tot invoering van het toekomstig stelsel. Hierdoor moet de forfaitaire berekening van het rendement beter aansluiten op het werkelijk behaalde rendement. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
Omdat de categorie ‘overige bezittingen’ in box 3 uit veel verschillende bezittingen bestaat waar de rendementen van uiteen kunnen lopen, heeft het ministerie van Financiën onderzocht of met name deze categorie verder verfijnd kan worden in de huidige Overbruggingswet. Staatssecretaris Van Rij schrijft aan de Tweede Kamer dat definitieve keuzes over de verfijning later dit jaar worden gemaakt.
Er is nieuws van het ministerie van Financiën en de Hoge Raad opgenomen in het Dossier Box 3.
De Belastingdienst gaat het opleggen van definitieve aanslagen en het afhandelen van bezwaarschriften met box 3-inkomen dat bestaat uit meer dan alleen banktegoeden aanhouden in afwachting van een nieuw arrest van de Hoge Raad. Het betreft de jaren 2017 tot en met 2022 waarin het box 3-inkomen wordt berekend volgens de forfaitaire spaarvariant uit de Wet rechtsherstel box 3. Dat laat staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer weten.
De Belastingdienst gaat het opleggen van definitieve aanslagen 2021 en 2022 aanhouden. Dit geldt alléén voor aanslagen met box 3-inkomen dat bestaat uit meer dan alleen banktegoeden, zoals inkomsten uit aandelen of vastgoed. Daarnaast wordt ook de afhandeling van bezwaarschriften box 3 over de jaren 2017 tot en met 2021 aangehouden. Het wachten is op nieuwe arresten van de Hoge Raad die meer duidelijkheid verschaffen.
De politiek aarzelt de stap te maken om daadwerkelijk genoten inkomen uit vermogen te belasten en lijkt ook voor de toekomst, die steeds verder weg is, de deur open te houden voor een forfaitaire benadering. In de overbruggingsperiode worden burgers gedwongen bezwaar te maken, waardoor de Belastingdienst nog verder overbelast raakt.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er weliswaar geen sprake is van het interen op het vermogen, maar voor het jaar 2017 wel rechtsherstel moet worden geboden op grond van het Kerstarrest. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
De afgelopen weken zijn er diverse ontwikkelingen geweest in het box 3-dossier. Er is nieuwe jurisprudentie verschenen, de ingangsdatum van 2026 voor het nieuwe stelsel is onzeker en de bezwaren tegen het rechtsherstel box 3 voor de jaren 2017 tot en met 2021 worden aangehouden door de Belastingdienst.
De Belastingdienst verzoekt belastingplichtigen in de verzoek- en bezwaarschriften en in nadere motiveringen op pro forma-bezwaren over box 3 duidelijk de bezwaargrond(en) te vermelden. Het ministerie van Financiën heeft hiertoe een niet-limitatieve lijst met bezwaargronden box 3 verstrekt. Dat meldt de beroepsorganisatie SRA.
De Hoge Raad (V-N 2021/29.9) oordeelt, onder verwijzing naar zijn arrest van 2 juli 2021, 20/03092, V-N 2021/29.8, dat het hof niet bevoegd was te oordelen over de stelselvraag. Deze vraag is namelijk aan de orde gesteld in een massaalbezwaarprocedure. X verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank op juiste wijze heeft vastgesteld dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last. Daarnaast wijst het hof er op dat de aanslagen inmiddels ambtshalve zijn verminderd.
De Belastingdienst houdt bezwaren en verzoeken van belastingplichtigen tegen het rechtsherstel box 3 voor de jaren 2017 tot en met 2021 momenteel aan. Dit heeft de Belastingdienst aan SRA laten weten.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de op rechtsherstel gerichte compensatie moet aansluiten bij het werkelijk behaalde rendement.
Het voordeel van een stelsel op basis van werkelijk rendement is dat dit beter aansluit bij het werkelijk rendement van belastingplichtigen, maar dit leidt om die redenen naar verwachting tot meer benodigde capaciteit voor IV, dienstverlening en toezicht. Een verfijnde forfaitaire heffing is minder complex dan een belasting op het werkelijke rendement. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat ongerealiseerde vermogenswinsten niet binnen de term 'werkelijk behaald rendement' passen die de Hoge Raad heeft gebruikt in het kerstarrest en het mei-arrest. X heeft derhalve geen werkelijk rendement genoten.
Kijkend naar alle uitspraken van rechtbanken en hoven die afgelopen jaar zijn gepubliceerd, kun je niet anders stellen dat als het werkelijk rendement over het box 3-vermogen lager is dan het forfaitaire rendement volgens het rechtsherstel dat de Belastingdienst biedt, het werkelijk rendement bepalend is voor de heffingsgrondslag.
De invoering van een nieuw stelsel voor het belasten van vermogen loopt waarschijnlijk opnieuw een jaar vertraging op. De huidige geplande invoeringsdatum van 1 januari 2026 voor de vernieuwde heffing in box 3 is praktisch niet haalbaar. Dat zegt staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA) in een interview met NRC.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat op grond van het kerstarrest (V-N 2022/2.3) en het mei-arrest (V-N 2022/23.4) beoordeeld dient te worden of adequaat rechtsherstel heeft plaatsgevonden. Voor de compensatie moet worden aangesloten bij het werkelijk behaalde rendement.
Niels Boef, voorzitter van de de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), vindt continuering van het box 3-gevecht maatschappelijk onwenselijk. Dat schrijft hij in een opiniestuk in het FD. "Het is tijd dat het kabinet werkt aan een fiscaal masterplan dat een heffing op basis van het werkelijke beleggingsrendement opneemt en heffingsficties nalaat, tenzij het echt niet anders kan."
Aan het Dossier Box 3 zijn diverse actualiteiten en nieuwe jurisprudentie toegevoegd.
De Raad van State vindt dat met het initiatiefwetsvoorstel Wet vermogensbelasting 2024 van de PvdA, SP en Partij voor de Dieren de vermindering van de vermogensongelijkheid en het bereiken van een stabiele belastingopbrengst maar in zeer beperkte mate worden bereikt. Bovendien is het voorstel op korte termijn niet uitvoerbaar.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de door X en zijn partner betaalde box 3-belasting ruim minder bedraagt dan het werkelijk behaalde rendement. Er moet namelijk rekening worden gehouden met de verkoop van de tweede woning in 2019 en het daarbij behaalde rendement van € 38.000.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft het bedrag van de in de Wet bankenbelasting opgenomen doelmatigheidsvrijstelling aangepast en de forfaitaire rendementspercentages in de Wet rechtsherstel box 3 vastgesteld.
"Ik heb de VEB niet gehoord over 2021", reageert staatssecretaris Van Rij donderdag op het nieuws dat de VEB een gang naar de rechter overweegt om het volgens de beleggersclub te hoge rendementspercentage van 5,5 procent voor de box 3-berekening over het jaar 2022 aan te vechten. "In 2021 lagen de werkelijke rendementen een stuk hoger dan de 5,7 procent die de fiscus over dat jaar veronderstelde."
In een nieuwsbericht van 24 januari 2023 adviseerde het Register Belastingadviseurs (RB) haar leden om bezwaar te maken tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting met een box 3-heffing. Op 27 februari jongstleden herhaalde het RB dit advies in een reminder. Ook andere beroepsorganisaties geven dit advies, zoals het SRA.
Voor 2022 gaat de Belastingdienst uit van ruim 5,5 procent rendement voor beleggingen om de box 3-heffing te berekenen. Dat staat volgens de Vereniging van Effectenbezitters in schril contrast met cijfers van DNB waaruit blijkt dat beleggers in 2022 een gemiddeld vermogensverlies van 14 procent hebben moeten slikken. De beleggersclub overweegt nu een gang naar de rechter.
Bezwaarschriften tegen de box 3-heffing 2017-2022, waarin grieven zijn opgenomen die leiden tot een ander rechtsherstel dan uit de Wet rechtsherstel box 3 volgt, worden afgewezen. Het kabinet blijft van mening dat met het voorgestelde stelsel naar redelijkheid uitvoering wordt gegeven aan het Kerstarrest.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het Besluit rechtsherstel box 3 belanghebbende voldoende rechtsherstel biedt nu hij niet aannemelijk maakt dat zijn werkelijk rendement lager ligt dan het bij het besluit in aanmerking genomen rendement.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het werkelijk rendement bij de toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3 niet gecorrigeerd wordt voor de inflatie.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het Besluit rechtsherstel box 3 belanghebbende onvoldoende rechtsherstel biedt nu diens werkelijk rendement lager ligt dan het bij het besluit in aanmerking genomen rendement.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het aangifteformulier belastingplichtigen niet dwingt tot het doen van een onjuiste aangifte of tot valsheid in geschrifte leidt. Daarnaast kunnen onder werkelijk behaalde rendementen ook ongerealiseerde waardestijgingen worden begrepen.
In deze actualisatieronde van het Dossier Box 3 zijn opgenomen kamerbrieven over het toekomstig box 3-stelsel en over de ontwijking van de box 3-heffing van vastgoed, een uitspraak van een rechtbank over een proceskostenvergoeding en een informatiebrief van de Belastingdienst over de 'massaal bezwaar plus'-procedure.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de bv op de peildatum nog niet bestond, zodat er dat moment ook nog geen stortingsverplichting was. De rendementsgrondslag wordt op 1 januari 2017 vastgesteld en dit voordeel wordt vervolgens naar tijdsgelang herrekend.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat het verzoek om ambtshalve herziening van de aanslag IB/PVV 2016 een paar dagen te laat is ontvangen door de Belastingdienst. De 5-jaarstermijn is overschreden en het verzoek is daarom terecht afgewezen.
De Belastingdienst gaat de komende tijd monitoren of constructies via een zogenaamd stichting administratiekantoor (STAK) vaker voorkomen onder het overgangsstelsel box 3. Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen van het Tweede Kamerlid Nijboer (PvdA).
Niet-bezwaarmakers die later alsnog bezwaar hebben gemaakt tegen de box 3-heffing over de jaren 2017-2020 ontvangen de komende periode een informatiebrief van de fiscus in verband met de 'massaal bezwaar plus'-procedure.
Voor bijna 900.000 huishoudens kan 2022 in meerdere opzichten duur uitvallen. Niet alleen vanwege prijsstijgingen. Wie meer dan 50.000 euro aan vermogen heeft - of 100.000 euro voor wie samenleeft als fiscaal koppel - krijgt daarnaast te maken met een fictief hoog rendement in de beruchte box 3, meldt De Telegraaf.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd waarin hij ingaat op vragen over het toekomstige box 3-stelsel op basis van het werkelijk rendement.
Het Dossier Box 3 is onder meer geactualiseerd met recente jurisprudentie, het besluit aanwijzing 'massaal bezwaar plus'-procedure en de oproep om bezwaar in te dienen tegen de definitieve aanslagen inkomstenbelasting met box 3-inkomen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat belanghebbenden recht hebben op een proceskostenvergoeding nadat de inspecteur in beroep alsnog de box 3-heffing heeft verlaagd op grond van het Kerstarrest.
De Hoge Raad oordeelt dat er voor 2017 en 2018 geen sprake is van een individuele en buitensporige last ten aanzien van X. De box 3-heffing blijft dan ook in stand. Voor de jaren 2015 en 2016 verwijst de Hoge Raad naar het arrest van 20 mei 2022, 21/04407.
Hof Amsterdam oordeelt dat het Kerst-arrest nieuwe jurisprudentie vormt en dat dan geen ambtshalve vermindering hoeft te worden verleend. Dit blijkt ook uit het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 2022.
Het kabinet verschuilt zich achter bureaucratische regeltjes om meer dan een miljoen spaarders niet te hoeven compenseren voor teveel betaalde belasting. Het is zeer de vraag of die opstelling stand houdt bij de rechter. Dat zegt Jurgen de Vries, voorzitter van de Bond voor Belastingbetalers, tegenover De Telegraaf.
Staatssecretaris van Financiën Van Rij heeft de Tweede Kamer officieel geïnformeerd over de start van de zogeheten ‘massaal bezwaar plus’-procedure box 3. Welke stappen worden gezet in deze procedure? Een kort overzicht.
Het besluit aanwijzing massaal bezwaar plus voor de jaren 2017 tot en met 2020 is verschenen. Staatssecretaris Van Rij wijst als massaal bezwaar plus aan de in dit besluit nader omschreven verzoeken om ambtshalve vermindering van aanslagen IB/PVV over de kalenderjaren 2017 tot en met 2020 waarbij sprake is van belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) en de bezwaarschriften tegen de afwijzing hiervan.
Hof 's-Hertogenbosch beslist dat het box 3-inkomen van belanghebbende ondanks de uitwerking van het besluit rechtsherstel verlaagd dient te worden tot het werkelijk over zijn vermogen behaalde rendement.
Appartementseigenaren betalen sinds 1 januari meer inkomstenbelasting over reserves van hun Vereniging van Eigenaars (VvE) dan huiseigenaren over hun spaargeld, en dat deugt niet. Daarop hamert de huizenbezittersorganisatie Vereniging Eigen Huis (VEH) naar aanleiding van een recente uitspraak van de rechter in Arnhem.
De afgelopen periode is er een aantal relevante uitspraken gedaan door rechters over het rechtsherstel box 3 en de overbruggingswetgeving. Deze zijn verwerkt in het dossier.
Box 3 blijft de gemoederen bezighouden. Al eerder had de Hoge Raad (HR 13 augustus 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7268) uitgemaakt dat een aandeel in een reservefonds van een Vereniging van Eigenaars dient te worden aangemerkt als een vermogensrecht dat bij het bepalen van de rendementsgrondslag van box 3 in aanmerking moet worden genomen.
Hof Arnhem-Leeuwarden bepaalt de leegwaarderatio van de verhuurde woningen op basis van de kale huur en komt verder aan de hand van het Besluit rechtsherstel box 3 tot een vermindering van de box 3-heffing.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat uit het Darby-arrest van het EHRM volgt dat X recht heeft op een rentevergoeding in verband met de strijdigheid van de box 3-heffing met het EVRM. Het hof stelt de vergoeding vast op € 1700.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat sprake is van een zuiver interne situatie en niet van een grensoverschrijdende situatie binnen de EU. Het voordeel uit sparen en beleggen kan dus in de heffing worden betrokken.
De overheid is mogelijk nog meer kwijt aan compensaties voor de box 3-heffing. Bij het vergoeden van een gedupeerde die in eerdere jaren te veel belasting had betaald over zijn spaargeld, had de overheid namelijk geen rente vergoed. Het gerechtshof in Arnhem stelt dat dit wel had gemoeten.
Dossier Box 3 is geüpdatet vanwege de aangenomen wetsvoorstellen Overbruggingswet en Rechtsherstel box 3 door de Eerste Kamer, de publicaties in het staatsblad en de inwerkingtreding van de wetten.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het volstrekt ongeloofwaardig is dat de gemachtigde het bezwaar tijdig bij zichzelf als medewerker van de Belastingdienst heeft ingediend, ruim zeven maanden thuis heeft laten liggen en vervolgens zes dagen na het Kerstarrest bij de receptie van de Belastingdienst heeft afgegeven. De inspecteur moet binnen vier weken beslissen om het verzoek al dan niet aan te wijzen als ‘massaal bezwaar plus’.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de door X ontvangen overlijdensschadevergoeding tot de rendementsgrondslag van box 3 behoort.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat rechtsherstel moet worden geboden omdat het in aanmerking genomen voordeel uit sparen en beleggen hoger is dan het werkelijk gerealiseerde rendement. Tevens moet de inspecteur dwangsommen betalen in verband met het niet tijdig doen van uitspraak.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat aan X rechtsherstel moet worden geboden omdat het in aanmerking genomen voordeel uit sparen en beleggen hoger is dan het werkelijk gerealiseerde rendement. Ook bestaat recht op een dwangsom en ISV.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat rechtsherstel aan X moet worden geboden omdat het in aanmerking genomen voordeel uit sparen en beleggen hoger is dan het werkelijk gerealiseerde rendement. De rechtbank betrekt vervolgens alleen het werkelijke rendement in de heffing.
Per 1 januari 2023 vervallen twee beleidsbesluiten over de vermogensrendementsheffing (box 3). Per die datum treedt namelijk de Wet rechtsherstel box 3 (Stb. 2022, 533) in werking. Dat heeft de Staatssecretaris van Financiën besloten.
De Overbruggingswet box 3 is in het Staatsblad gepubliceerd en treedt 1 januari 2023 in werking.
De Wet rechtsherstel box 3 is in het Staatsblad gepubliceerd. De wet treedt 28 december 2022 in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat (ongerealiseerde) koersresultaten onderdeel kunnen zijn van de berekening van het werkelijk behaalde rendement volgens het besluit rechtsherstel box 3.
Vanaf 2023 wordt de belastingheffing in box 3 bepaald door de Overbruggingswet box 3. Deze wet is gebaseerd op de forfaitaire spaarvariant, die gebruikt wordt bij het bieden van rechtsherstel naar aanleiding van het kerstarrest. De nieuwe heffingssystematiek leidt soms tot opvallende uitkomsten en planningsmogelijkheden, zo liet Eric van Uunen in zijn column van 29 november jl. al zien. In deze bijdrage analyseer ik het effect van schulden nader en vergelijk daarbij het wettelijke stelsel tot en met 2022 met de Overbruggingswet box 3.
"Heel misschien bestaat er nog een reden voor het indienen van een verzoek tot ambtshalve vermindering bij een heel kleine groep niet-bezwaarmakers met een groot financieel belang die na een negatief oordeel van de Hoge Raad nog zouden willen doorprocederen tot aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mensen (EHRM)."
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de Eerste Kamer geïnformeerd over het vraagstuk van een vermeend lek in de partnerregeling in de Overbruggingswet box 3.
Het gebeurt maar zelden dat mijn collega’s en ik onderling een andere kijk op een fiscale kwestie hebben. Maar in geval van de fiscale box 3-etikettering van een derdenrekening van een notaris is dat wel zo.
De Belastingdienst constateert onzekerheid bij belastingadviseurs over de vraag of zij in verband met het verstrijken van de verjaringstermijn van 2017 nog een verzoek voor ambtshalve vermindering moeten indienen om de rechten van hun cliënten in de box 3-kwestie veilig te stellen. Volgens de dienst is het antwoord ‘nee’.
Het veelgeplaagde box 3-dossier is nog lang geen gesloten boek. Fiscalist en financieel planner Eric Hoepelman voegt een nieuw hoofdstuk toe aan het miljardendrama: “Een individueel bepaald effectief rendementspercentage voor partners in de Overbruggingswet box 3 gaat de Staat veel pijn doen. De financiële impact is groot. Tijdige reparatie is daarom geboden”, luidt zijn alarmerende conclusie in een analyse.
Box 3 houdt ons bezig. Bij welhaast elk Haags document dat je op dit moment hierover leest, frons je je wenkbrauwen. Deze keer bij een opmerkelijk standpunt van onze staatssecretaris van Financiën in de Nota naar aanleiding van het verslag aan de Eerste Kamer inzake de Overbruggingswet box 3.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Overbruggingswet box 3 naar de Eerste Kamer gestuurd.
De Belastingdienst heeft een groot aantal vragen beantwoord van belastingadviseurs naar aanleiding van het webinar over het rechtsherstel box 3 op 25 augustus dit jaar. Deze vragen en antwoorden zijn gepubliceerd op het besloten Forum Fiscaal Dienstverleners van de Belastingdienst maar zijn omwille van de toegankelijkheid hieronder integraal overgenomen.
Het kabinet kiest in de Overbruggingswet box 3 voor de periode 2023-2025 voor de spaarvariant als rekentechniek om de box 3-heffing te bepalen. Dit, in navolging op de Wet rechtsherstel box 3 (de codificatie van het Besluit rechtsherstel box 3 van 28 juni 2022) voor de periode 2017-2022. Een regeling die door de gekozen rekentechniek bizar kan uitpakken.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wet rechtsherstel box 3 naar de Eerste Kamer gestuurd.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Overbruggingswet box 3 naar de Eerste Kamer gestuurd.
Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt het feit dat zwartspaarders profiteren van het Kerst-arrest over de vermogensrendementsheffing onacceptabel en onverteerbaar. Kamerleden roepen staatssecretaris Van Rij op om met reparatiewetgeving te komen.
De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) adviseert om toch voor 1 januari 2023 een verzoek om ambtshalve vermindering box 3 over het belastingjaar 2017 in te dienen. Belastingplichtigen die uiterlijk 31 december 2022 een verzoek indienen om ambtshalve vermindering box 3, hebben mogelijk straks een betere rechtspositie dan de belastingplichtigen die geen verzoek hebben ingediend.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de tweede nota van wijziging bij de Overbruggingswet box 3 (36204) naar de Tweede Kamer gestuurd. De bewindsman wil een massaalbezwaarplusprocedure toevoegen.
Het kabinet stelt voor om een massaal bezwaar plus-procedure in te richten voor de niet-bezwaarmakers box 3. Alle niet-bezwaarmakers met box 3-inkomen over de jaren 2017-2020 kunnen aanspraak maken op een nadere uitspraak van de Hoge Raad in deze procedure. De niet-bezwaarmakers hoeven dus geen verzoeken om ambtshalve vermindering meer in te dienen.
Staatssecretaris Van Rij schrijft aan de Tweede Kamer dat alle niet-bezwaarmakers met box 3-inkomens over de jaren 2017-2020 aanspraak kunnen maken op een nadere uitspraak van de Hoge Raad in een 'massaal bezwaar plus'-procedure. De niet-bezwaarmakers hoeven dus geen verzoeken om ambtshalve vermindering meer in te dienen. De verwachting is echter dat nieuwe procedures geen grote kans op rechtsherstel opleveren.
Op korte termijn een tegenbewijsregeling invoeren voor een bepaalde groep van belastingplichtigen of voor bepaalde vermogensonderdelen zou in feite neerkomen op de introductie van een box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement. Dat zou te veel vergen van de uitvoering door de Belastingdienst en het doenvermogen van burgers.
Het ministerie van Financiën geeft spoedig, naar verwachting vrijdag 4 november, uitsluitsel over mogelijke oplossingen voor de verwachte stroom van verzoeken tot ambtshalve vermindering van niet-tijdige bezwaarmakers box 3. Dit blijkt uit het overleg van donderdag 3 november van het departement met de koepelorganisaties SRA, NBA, RB, NOAB, en NOB.
Niet alleen de tienduizenden spaarders die tijdig bezwaar hebben gemaakt, maar iedereen die de afgelopen jaren te veel belasting over zijn spaargeld heeft betaald zou moeten worden gecompenseerd. Daarvoor maakt de Consumentenbond zich hard. De bond roept gedupeerden op zich te melden en probeert in gesprekken met de overheid aan te dringen op een regeling.
SRA, een vereniging van 375 accountants- en advieskantoren, adviseert haar leden te wachten met het indienen van verzoeken ambtshalve vermindering box 3 voor klanten, totdat het ministerie van Financiën het probleem van de massale stroom aan brieven over box 3 heeft opgelost.
Hof Den Haag oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat sprake is van zodanige omstandigheden dat sprake is van een buitensporige last. Hierbij moet namelijk niet alleen rekening worden gehouden met de box 3-heffing maar met de gehele financiële situatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
De Belastingdienst heeft op 20 oktober jl. verschillende soorten brieven verstuurd aan belastingplichtigen, of aan diens belastingadviseurs, over de uitkomst van de nieuwe berekening in het kader van het rechtsherstel box 3.
De overbruggingswet bevat weliswaar een anti-arbitragebepaling voor de peildatum die bepalend is voor de hoeveelheid spaargeld en beleggingen, maar Kamerleden vrezen toch dat de wet belastingontwijking uitlokt in de box 3-heffing. Dat blijkt uit het wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer over het pakket Belastingplan 2023. "Dit wordt zo'n ellende", verzucht PvdA-Kamerlid Henk Nijboer in het overleg met staatssecretaris Van Rij.
Financiële experts zijn kritisch over het wetsvoorstel dat tot en met 2025 de rendementsheffing op vermogen moet regelen, de zogenoemde overbruggingswet. Het rendement waarmee gerekend wordt om beleggingen in box 3 te belasten is te hoog, zegt het Verbond van Financiële BeroepsOrganisaties (VFBO) namens ruim 10.000 financieel adviseurs. Dit gaat volgens de organisatie leiden tot veel bezwaar- en beroepsprocedures en daarmee tot overbelasting van de Belastingdienst.
Spaarders die niet door het kabinet worden gecompenseerd voor te veel betaalde box 3-heffing moeten in actie komen. Die oproep doet de Bond voor Belastingbetalers in de Telegraaf.
Op 12 oktober 2022 verschenen diverse voortgangsnota's rond het belastingpakket 2023 dat op Prinsjesdag 2022 bekend werd gemaakt. De dossierpagina over de overbruggingswetgeving tot 2026 is aangepast naar aanleiding van deze nota's.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Overbruggingswet box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet rechtsherstel box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Mensen die de afgelopen jaren te veel vermogensrendementsheffing hebben betaald maar geen bezwaar hebben gemaakt, klagen massaal bij de Belastingdienst. Dat heeft staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij tegen RTL Z gezegd. Inmiddels zijn er al 115.000 klachten en verzoeken binnen. Het aantal klagers neemt nog steeds toe, binnenkort komt het ministerie met nieuwe cijfers.
De rendementspercentages voor banktegoeden en schulden voor 2022 en 2023 zijn nog niet bekend omdat ze achteraf bepaald worden maar voor 'overige bezittingen' in box 3 is voor 2023 een percentage vastgesteld van 6,17. Dat stond enigzins verborgen in de eind september verschenen Kamerbrief over het toekomstige box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement. Het Dossier Box 3 is hierop aangepast.
Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2022 het wetsvoorstel ‘Wet rechtsherstel box 3’ voor de periode 2017-2022 gepubliceerd. In wezen bevat dit wetsvoorstel dezelfde regels als het ‘Besluit rechtsherstel box 3’ van 28 juni 2022. Dat geldt in grote lijnen ook voor het wetsvoorstel ‘Overbruggingswet box 3’ voor het tijdvak 2023-2025. Alleen viel mij tijdens het bestuderen van de memories van toelichting bij beide wetsvoorstellen een bijzonder 'detail' op. Iets wat volstrekt onnodig tot nog meer chaos kan leiden in de box 3-wetgeving.
De Nederlandse Orde van Belastingadviseur (NOB) verwacht dat er veel werknemers bezwaar zullen maken tegen de gevolgen van de relatief korte overgangsregeling van de versoberde 30%-regeling zoals die op Prinsjesdag is voorgesteld.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën gaat in een uitgebreide kamerbrief in op de vergelijking tussen de vermogenswinst- en vermogensaanwasbelasting en de aangenomen moties en gedane toezeggingen over het toekomstige box 3-stelsel. Ook geeft hij de aangepaste planning in verband met de uitgestelde invoeringsdatum naar 1 januari 2026.
Veel belastingplichtigen zullen geen vertrouwen hebben in het rechtsherstel op basis van de forfaitaire spaarvariant zoals die op Prinsjesdag is aangeboden door het kabinet. De koepelorganisaties NBA, NOAB, NOB, RB en SRA verwachten dan ook een stortvloed aan bezwaarschriften met alle gevolgen van dien voor de werkdruk van zowel belastingadviseurs als de Belastingdienst.
De relevante wetsvoorstellen uit het Belastingpakket 2023 zijn verwerkt in verschillende onderdelen van het Dossier Box 3.
Het kabinet heeft besloten om geen rechtsherstel te bieden aan belastingplichtigen van wie de definitieve aanslag al onherroepelijk vaststond ten tijde van het Kerstarrest over box 3 (V-N 2022/2.3). De Staatssecretaris van Financiën licht dit besluit toe in een brief aan de Tweede Kamer.
Voor volgend jaar gelden nieuwe schijven en tarieven in de inkomsten-, vennootschaps-, schenk- en overdrachtsbelasting.
Minister Kaag (Financiën) en staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) hebben de Eerste en Tweede Kamer de kabinetsreactie aangeboden op het rapport van het interdepartementale onderzoek (IBO) Vermogensverdeling getiteld 'Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling'.
Op Prinsjesdag is de Overbruggingswet box 3 bij de Tweede Kamer ingediend.
Op Prinsjesdag is het wetsvoorstel Wet rechtsherstel box 3 bij de Tweede Kamer ingediend.
De Belastingdienst meldt op het Forum Fiscaal Dienstverleners dat, in verband met het besluit om niet-bezwaarmakers geen box 3-compensatie te verlenen, "wij het oordeel van de Hoge Raad zullen aanhouden en daarom, in tegenstelling tot recente mediaberichten, de eerder definitief vastgestelde aanslagen niet hoeven te verminderen. Een verzoek zal dan ook niet leiden tot een vermindering, maar tot een afwijzing".
Op Prinsjesdag is het Wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen bij de Tweede Kamer ingediend.
Als een spaarder, die geen bezwaar heeft gemaakt, alsnog kan aantonen dat hij teveel aan vermogensrendementsheffing heeft betaald, kan de Belastingdienst die te veel betaalde belasting teruggeven door een ambtshalve vermindering van de aanslag aan te vragen. Dat meldt staatssecretaris Van Rij in een interview met de podcast 'Betrouwbare Bronnen' waarover het AD schrijft.
Advocaat-Generaal Niessen concludeert dat de aan X opgelegde IB-aanslagen niet te hoog zijn en dat rechtsherstel niet nodig is. Het oordeel van het hof is in overeenstemming met de rechtspraak van de Hoge Raad.
Belastingplichtigen met een niet in Nederland belastbaar inkomen (NinBi) met een vermogenscomponent krijgen vanaf 7 september een brief van de Belastingdienst over de herstelberekening box 3-inkomen. Het gaat om drie typen belastingplichtigen.
De invoering van het box 3-stelsel op basis van werkelijke rendement is uitgesteld naar 2026 in plaats van de geplande invoering per 2025. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij aan de Tweede Kamer in de stand van zaken-brief box 3.
Het Dossier Box 3 is geüpdatet met nieuwe bekendmakingen van het ministerie van Financiën over het rechtsherstel en het ingangsjaar van het nieuwe box 3-stelsel.
Niet in 2025, zoals in het coalitieakkoord afgesproken, maar pas in 2026 komt er een vervanger voor de vermogensrendementsheffing. Een tijdelijk systeem zal dus langer worden gehandhaafd, meldt staatssecretaris Marnix van Rij aan de Tweede Kamer. Door het uitstel loopt de schatkist 385 miljoen euro mis.
Spaarders die geen of te laat bezwaar hebben gemaakt tegen de vermogensrendementsheffing 2017-2020, worden niet door het kabinet gecompenseerd. Dat bevestigen ingewijden aan diverse media waaronder het ANP en het FD, na berichtgeving van RTL nieuws. De afspraak is onderdeel van het begrotingsakkoord dat de coalitie deze week heeft gesloten en waar ook de ministerraad mee heeft ingestemd.
Krijgen niet-bezwaarmakers ook rechtsherstel? Die vraag wordt op Prinsjesdag beantwoord. Mocht het op die dag op niets uitlopen dan is er een ingang via de civiele rechter: hij kan de box 3-heffing terugdraaien door de formele rechtskracht te doorbreken.
Ook box 2 moet onder de nieuwe vermogensrendementsheffing vallen, schrijven oud-inspecteur van de Belastingdienst Berend Vos en belastinginspecteur Ton Peters in een opiniestuk in het FD. Vermogen wegsluizen via deze 'spaargeld bv' is te makkelijk en onrechtvaardig, vinden zij.
"De wetgever doet er verstandig aan de huidige box 3-heffing in 2023 en 2024 (en eventueel 2025) niet te continueren als inkomstenbelasting met toepassing van de forfaitaire spaarvariant, maar als vermogensbelasting met een beperkte grondslag van de huidige box 3."
Afgelopen woensdag meldde de Belastingdienst dat de eerste fase van het rechtsherstel box 3 is afgerond. Mensen die meededen aan de massaalbezwaarprocedure tegen de box 3-heffing over de jaren 2017 -2020 kregen een brief en bij een geldteruggave ook een beschikking. Maar wat nu concreet te doen als je het niet eens bent met de inhoud van zo’n brief of beschikking?
De Belastingdienst heeft de eerste fase van het rechtsherstel box 3 afgerond. Tevens zijn er enkele nieuwe data bekendgemaakt voor nieuwe acties. Zo start vanaf 22 augustus de verzending van de definitieve aangiften 2021 en vanaf medio september het rechtsherstel voor de aanslagen over 2017 tot en met 2020.
Stel je voor, je gaat met de Tardis terug naar 2001. Voor de millennials en/of cultuurbarbaren: de Tardis is de teletijdmachine in de vorm van een authentieke Engelse telefooncel van dr. Who, een held uit mijn jeugd. Waarom terug naar 2001? In dat jaar is de huidige Wet IB 2001 ingevoerd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de vermogensrendementsheffing voor hem een individuele en buitensporige last vormt.
Politieke partijen die de vermogensverdeling in Nederland willen corrigeren via een vermogensbelasting zouden het initiatief wetsvoorstel Centraal aandeelhoudersregister moeten herzien. Dat concludeert het Instituut voor Publieke Economie (IPE) na een analyse van het onderzoeksrapport 'IBO Vermogensverdeling'.
Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank de zaak ten onrechte heeft teruggewezen naar de inspecteur. X heeft namelijk na de publicatie van de collectieve uitspraak op bezwaar niet expliciet verzocht om een individuele uitspraak op bezwaar.
Vandaag is een nieuw dossier live gegaan op TaxLive over het rechtsherstel box 3 en de plannen om te komen tot een nieuw box 3-stelsel. Het dossier is samengesteld in nauwe samenwerking met de redactie van Fiscaal Advies en bevat een overzicht van alle nieuws- en achtergrondartikelen over genoemde onderwerpen.
Bij binnenlandse belastingplichtigen met buitenlandse bezittingen en schulden voor wie recht bestaat op voorkoming van dubbele belasting, sluit de systematiek zoals die is opgenomen in het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 niet volledig aan bij de berekeningswijze in het Besluit rechtsherstel box 3 (V-N 2022/34.3). Daarom heeft de Staatssecretaris van Financiën een besluit met goedkeuring uitgebracht die uitsluitend geldt voor situaties waarin toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3 resulteert in een verlaging van het voordeel uit sparen en beleggen.
De plannen voor een nieuwe box 3-heffing zullen woningeigenaren op den duur duizenden euro’s per jaar extra kosten. Dat blijkt uit een doorrekening door het Economisch Instituut van de Bouw op verzoek van De Telegraaf.
De Tweede Kamerleden Nijboer (PvdA), Alkaya (SP), Van Raan (PvdD) en Gündoğan willen met een initiatiefwetsvoorstel per 2024 een vermogensbelasting invoeren. De landsadvocaat ziet wat haken en ogen aan dit voorstel.
In het beleidsbesluit 'Inkomstenbelasting. Besluit rechtsherstel box 3' heeft staatssecretaris Van Rij het beleid van het kabinet verwoord over het rechtsherstel in box 3. Hij noemt vier stappen, maar vergeet een vijfde.
Sinds kort is de Belastingdienst gestart met de compensatie van box 3-gedupeerden voor bezwaarmakers over de jaren 2017-2021. De dienst meldt nu dat er per abuis toch aanslagen 2020 zijn verstuurd die met de oude rekenmethode van de belasting over box 3 zijn berekend in plaats van met de spaarvariantmethode.
De Tweede Kamerleden Nijboer (PvdA), Alkaya (SP), Van Raan (PvdD) en Gündoğan hebben bij de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel ingediend dat een vermogensbelasting invoert.
Alle bezwaarmakers tegen de box-3 heffing over de jaren 2017 – 2020 krijgen in de komende weken een brief van de Belastingdienst waarin staat op welke wijze zij herstel ontvangen. Dit ontvangen zij vóór 4 augustus a.s. Uit de spaarvariant-berekening volgt dat 60% van de bezwaarmakers geld terug krijgt. Dit is via een online rekenhulp ook zelf na te rekenen.
Hof Amsterdam oordeelt dat de rechter niet hoeft in te grijpen ten aanzien van het geconstateerde rechtstekort. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Minister Kaag en staatssecretaris Van Rij van Financiën hebben het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) vermogensverdeling aan de Tweede Kamer gestuurd. Een van de bijlagen hierbij is een lijst met opmerkelijk belastingconstructies. Bij belastingconstructies gaat het onder andere om vormen van belastingarbitrage dan wel opmerkelijk gebruik van fiscale regelingen. Het belastingstelsel kan op deze manier bijdragen aan vermogensongelijkheid.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën schetst in een brief aan de Tweede Kamer drie scenario’s voor rechtsherstel aan belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting in verband met de box 3-heffing (niet-bezwaarmakers).
Het kabinet verwacht met Prinsjesdag een keuze te maken of er rechtsherstel geboden wordt aan niet-bezwaarmakers rond de met het internationaal recht strijdige box 3. Belastingplichtigen hoeven nu nog niks te doen om in aanmerking te komen voor eventueel rechtsherstel. Dit staat in brief van staatssecretaris Van Rij die aan de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer verzoekt de regering bij de uitwerking van de vermogensaanwasbelasting in kaart te brengen welke opties er zijn om liquiditeitsproblemen te voorkomen. Belastingheffing over de ongerealiseerde waardeontwikkeling kan leiden tot situaties waarin burgers niet over voldoende liquide middelen beschikken om de aanslag over de ongerealiseerde waardeontwikkeling te voldoen. Als oplossing wordt gedacht aan betalingsregelingen of de mogelijkheid tot verrekening over de jaren. Een motie van die strekking is op 7 juli 2022 aangenomen.
Sinds 2010 is het voor veel vermogende huishoudens financieel steeds aantrekkelijker geworden om hun vermogen te verplaatsen naar een zogenoemde spaar- of investerings-bv. Het aandeel van deze bv's stijgt van 7,6 procent in 2010 tot bijna 10 procent in 2018. Deze groei lijkt samen te hangen met de hogere effectieve belastingdruk in box 3 én de gedaalde spaarrente. Dat schrijven onderzoekers in een CPB-rapport dat voor het eerst de verschillende functies van bv’s in Nederland in kaart brengt.
De Belastingdienst denkt bijna 495 fte nodig te hebben voor het rechtsherstel box 3. Dat blijkt uit de kamerbrief en de uitvoeringstoets bij het beleidsbesluit rechtsherstel box 3 dat op 30 juni 2022 is gepubliceerd.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het slechts kan ingrijpen indien X in desbetreffende jaren, in strijd met artikel 1 EP, met een individuele en buitensporige last wordt geconfronteerd. X maakt niet aannemelijk dat de box 3-heffing leidt tot het interen op het vermogen.
De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit rechtsherstel box 3 gepubliceerd. In het besluit staat de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen in box 3 voor nog niet onherroepelijk vaststaande en nog niet vastgestelde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2017 tot en met 2022.
Aankomende woensdag debatteert staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit met de Tweede Kamer over een nieuwe belasting op het werkelijk rendement uit sparen en beleggen. In het FD komen fiscalisten en economen aan het woord over de plannen van Van Rij om een vermogensaanwasbelasting in te voeren.
Staatssecretaris Van Rij heeft de Tweede Kamer de planning geschetst om in 2025 te komen tot een box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement. Hij benadrukt dat het voor een succesvolle implementatie van het nieuwe box 3-stelsel noodzakelijk is dat wetgever, uitvoering en ketenpartners gezamenlijk optrekken.
Het plan om een nieuw box 3-stelsel in te voeren per 2025 is onzeker. Dat schrijft staatssecretaris van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
Het is nog maar de vraag of de nieuwe vermogensbelasting in 2025 kan worden ingevoerd, zo blijkt uit een technische briefing van het plan die Financiën maandag in de Tweede Kamer heeft gegeven. Reden voor de vertraging: de Belastingdienst heeft zijn handen vol aan de compensatie van de box 3-heffing naar aanleiding van het Kerstarrest van de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat bij een zaak zoals die van X, die niet als massaal bezwaar is aangewezen, in cassatie alleen het oordeel inzake het individuele bezwaar kan worden onderzocht. Het hof heeft de rechtsvraag terecht niet behandeld.
Het kabinet reageert op het onderzoek ‘Ongelijkheid en herverdeling’ (V-N 2022/24.18.1) waarin het CPB concludeert dat herverdeling voornamelijk het gevolg is van overheidsuitgaven en dat de belastingdruk voor de meeste inkomens gelijk is. De belastingdruk voor topinkomens is daarentegen substantieel lager dan voor andere inkomensgroepen.
Staatssecretaris Van Rij heeft de feitelijke vragen beantwoord van de vaste commissie voor Financiën naar aanleiding van de contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement. Hieruit blijkt onder meer dat op dit moment wordt nagedacht over de vormgeving van een verliesverrekening.
De Tweede Kamer wil dat de regering op korte termijn met een uitwerking komt van de verschillende scenario’s die mogelijk zijn om niet-bezwaarmakers tegen de box 3 heffing rechtsherstel te bieden. Een motie van die strekking is op 7 juni 2022 aangenomen.
Ondanks de bezwaren van ongelijke behandeling pleiten twee hoogleraren belastingrecht voor een beperking van het rechtsherstel tot de relatief kleine groep van belastingplichtigen die op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen de vermogensrendementsheffing vanaf 2017. Ze waarschuwen in de Telegraaf voor de risico’s van de politieke wens om 'kleine spaarders' tegemoet te komen.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën schetst de Tweede Kamer de inhoud van het pakket Belastingplan 2023, dat bestaat uit 4 wetsvoorstellen. Ook geeft hij een overzicht van de Fiscale verzamelwet 2024 en andere te verwachten fiscale wetsvoorstellen.
In aanloop naar Prinsjesdag kijkt het kabinet naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht. Voor maatregelen wordt hierbij in ieder geval gekeken naar de uitkomsten van het IBO Vermogensverdeling en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling. Over de uitkomst hiervan rapporteert het kabinet op Prinsjesdag.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er weliswaar geen sprake is van het interen op het vermogen, maar dat wel rechtsherstel aan X moet worden geboden voor het jaar 2017 op grond van het Kerst-arrest.
Het kabinet moet met een ruimhartige compensatie komen voor gedupeerde spaarders die jarenlang miljarden euro's te veel belasting betaalden. Anders volgen er claims, dreigen ze. Dat schrijft het AD.
Het voelt onjuist dat het kabinet de rekening voor de onterecht betaalde vermogensrendementsheffing op het bordje van de ondernemers legt. Dat zeggen VNO-NCW en MKB-Nederland in een reactie op de voorjaarsplannen van het kabinet. Volgens de ondernemersorganisaties leeft er onder de achterban een gevoel van onrechtvaardigheid. Ook omdat het kabinet ervoor had kunnen kiezen de staatsschuld iets verder te laten oplopen nu Nederland wat dat betreft "ver beneden" de EU-normen zit.
Het kabinet haalt miljarden op door te schuiven met belastingtarieven en -kortingen die vooral mensen met veel vermogen en een hoog inkomen raken. Hiermee worden andere vermogenden (mensen die bezwaar maakten tegen de vermogensrendementsheffing) gecompenseerd. AB-houders gaan meebetalen aan de compensatie. Daarnaast wordt de expatregeling versoberd en komt er 10,1 procent overdrachtsbelasting voor beleggers.
Vrijdag heeft de Hoge Raad beslist dat de Belastingdienst niet door een rechter kan worden verplicht spaarders te vergoeden die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen de box 3-heffing. Het is niet uitgesloten dat kabinet en Tweede Kamer alsnog beslissen toch meer belastingplichtigen tegemoet te komen.
De Hoge Raad oordeelt dat hij in deze cassatieprocedure geen rechtsherstel aan X kan bieden in verband met de box 3-heffing. De Hoge Raad wijst daarbij op de te volgen route in verband met de collectieve uitspraak van de staatssecretaris van 4 februari 2022.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht geen ambtshalve vermindering heeft verleend voor de IB-aanslagen 2017 en 2018. De gestelde onjuistheid van deze aanslagen volgt namelijk uit nieuwe jurisprudentie.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat, gezien het Kerst-arrest, moet worden aangesloten bij het werkelijke rendement voor de box 3-heffing. X kan hierdoor worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën stuurt de notities die zijn gemaakt ter voorbereiding op de wijziging in box 3 in het Belastingplan 2016, voor het zomerreces naar de Tweede Kamer. Dit antwoordt hij op Kamervragen van Omtzigt over juridische adviezen over box 3.
Het rechtsherstel box 3 heeft voor veel burgers tot gevolg dat het box 3-inkomen daalt, waardoor ook het verzamelinkomen daalt. Dit kan effect hebben op regelingen die de omvang van de vergoeding afhankelijk stellen van dit verzamelinkomen. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er geen sprake is van een buitensporige last. Wel is er, gezien het Kerst-arrest, sprake van een schending van art. 1 EP EVRM. Het hof biedt daarom rechtsherstel en bepaalt het voordeel uit sparen en beleggen op € 646, het werkelijk door X behaalde rendement.
Hof Amsterdam oordeelt dat de rechter niet hoeft in te grijpen ten aanzien van het geconstateerde rechtstekort. Het hof verwijst daarbij onder andere naar het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019.
Het kabinet heeft besloten om het rechtsherstel voor de box 3-heffing over de jaren 2017–2020 in eerste instantie alleen toe te passen op de massaal bezwaarmakers en op alle belastingplichtigen waarvan de aanslagen nog niet onherroepelijk vaststaan. Dat staat in een brief van Staatssecretaris Van Rij aan de Tweede Kamer. Voor de toepassing van het rechtsherstel is gekozen voor de forfaitaire spaarvariant.
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat art. 13 EVRM niet ertoe dwingt om terug te komen op onherroepelijk vaststaande aanslagen waarvoor een verzoek tot ambtshalve vermindering is ingediend na het wijzen van het Kerstarrest.
Vermogende Nederlanders zullen moeten opdraaien voor de miljardenstrop met de box 3-heffing, die door de Hoge Raad onrechtmatig is verklaard. Dat maakte staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) duidelijk tijdens een debat met de Tweede Kamer. Ook zei hij dat de Hoge Raad binnen zes maanden met een nieuw, belangrijk arrest komt over de box 3-heffing. Dit arrest kan invloed hebben op de (hoogte van) de compensatie.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk maakt dat de box 3-heffing voor haar een individuele en buitensporige last is.
De Tweede Kamer debatteert met staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) over compensatie van spaarders voor de onrechtmatig verklaarde vermogensrendementsheffing, in de volksmond ook wel spaartaks genoemd.
Staatssecretaris Van Rij schetst de Tweede Kamer de opties voor rechtsherstel voor de box 3-heffing over de jaren 2017 tot en met 2022, vooruitlopend op een technische briefing op 19 april 2022. Het jaar 2022 valt ook onder het verleden, omdat de wet daarvoor al vastligt. Voor de jaren 2023 en 2024 wordt een voorstel gedaan voor spoedwetgeving.
Het kabinet stelt voor het nieuwe box 3-stelsel per 2025 vorm te gegeven als een vermogensaanwasbelasting. Staatssecretaris Van Rij heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin de contouren worden geschetst van het nieuwe stelsel.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt onder verwijzing naar het Kerst-arrest van de Hoge Raad vast dat rechtsherstel moet worden geboden aan X. Het hof verleent vervolgens rechtsherstel door uit te gaan van het werkelijk genoten rendement. Er is geen plaats voor het in aanmerking nemen van ongerealiseerd koersverlies.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de box 3-heffing voor de jaren 2013 - 2016 in strijd is met art. 1 EP EVRM. Het hof wijst daarbij op het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019. Voor rechtsherstel door de rechter is voor deze jaren echter geen plaats.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ‘fair balance’ tussen de belangen van X en Y en het algemene belang niet is gerespecteerd. Er is sprake van een ‘individual and excessive burden’. De rechtbank biedt rechtsherstel door het werkelijk genoten rendement in de belastingheffing te betrekken.
Als het kabinet steun wil in de Eerste Kamer van GroenLinks voor plannen om de vermogensrendementsheffing anders in te richten, dan moet daar ook een "grote herziening van het belastingstelsel" aan vastzitten. Dat zegt GroenLinks-leider Jesse Klaver in het FD. Het kabinet moet "dan wel echt aan de bak", zegt hij. Voor een meerderheid in de Eerste Kamer is het kabinet afhankelijk van de oppositie.
Belastingplichtigen die een voorlopige aanslag 2022 hebben gehad vanwege box 3-inkomen, worden op korte termijn geïnformeerd dat geen (dwang)invorderingsmaatregelen worden genomen en dat geen invorderingsrente gerekend wordt bij overschrijding van de laatste betaaltermijn. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.
Om de Opstand tegen Spanje te financieren werd in 1576 een vermogensbelasting ingevoerd. Twee economische historici trekken een parallel naar de huidige tijd. "Nu ook oorlog weer binnen de grenzen van het denkbare is gekomen, is het van belang de waarden en plichten van goed burgerschap weer scherp in het vizier te krijgen. Een vermogensbelasting is een voor de hand liggende uitdrukking daarvan."
Het rapport van het Centraal Planbureau waaruit blijkt dat mensen met lagere inkomens relatief meer belasting betalen dan de rijken, is een "belangrijke spiegel", zegt minister van Financiën Sigrid Kaag. Het CPB laat zien dat de effecten van belastingen "heel anders lopen dan de bedoeling of de inzet is", daarvoor verwacht Kaag ook dat "het thema van vermogen en vermogensongelijkheid heel centraal" zal komen te staan.
Box 3 en het Kerstarrest van de Hoge Raad gaat ons de komende jaren nog wel even bezighouden. De eerste stap is nu hoe het werkelijke rendement en de compensatie voor de voorbije jaren moet worden berekend. De staatssecretaris heeft toegezegd hiermee op 1 april a.s. te komen, gelijktijdig met de Voorjaarsnota; hopelijk is dit geen (slechte) 1 april-grap. Maar omdat fiscale processen niet stilstaan, rijzen er inmiddels nieuwe vragen over hoe om te gaan met de voorlopige aanslagen IB/PVV 2022 en met de aangiften over 2021 en eerdere jaren. En dan vooral de effecten op de belastingrente.
De miljardentegenvaller bij de vermogensrendementsheffing kan niet alleen in box 3 worden opgelost als de Tweede Kamer naast de 60.000 belastingplichtigen die bezwaar maakten ook de niet-bezwaarmakers wil compenseren, waarschuwt staatssecretaris Van Rij in de Vaste commissie Financiën van de Kamer. "Meer belasting heffen over beleggingsvermogen in box 2, zoals vastgoed, is dan een optie."
De Belastingdienst heeft vragen beantwoord over box 3 voor mensen met inkomen uit sparen en beleggen. De antwoorden zijn opgesteld naar aanleiding van de 'Kerstuitspraak' van de Hoge Raad over de vermogensrendementsheffing. Deze uitspraak is namelijk nog niet verwerkt in het aangifteprogramma van de Belastingdienst.
Hof Amsterdam oordeelt dat de box 3-heffing voor de jaren 2015 - 2018 ten aanzien van X niet een individuele en buitensporige last tot gevolg heeft.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de Tweede Kamer een toelichting gegeven op de gevolgen van het kerstarrest van de Hoge Raad over de box-heffing voor de lopende processen van de Belastingdienst, zoals de aangiftecampagne 2021 en de voorlopige aanslagen 2022. Verder wordt een invorderingspauze ingesteld voor de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022.
In een brief aan de Tweede Kamer gaat staatssecretaris Van Rij in op de tijdens het debat over het kerstarrest van de Hoge Raad over de box 3-heffing gedane toezegging aan het lid Idsinga over een tegenbewijsregeling en de gedane toezegging aan het lid Maatoug over de belasting op kapitaalinkomen in andere landen. Ook gaat hij in op de te nemen besluiten voor rechtsherstel en op het tijdens het debat aan bod gekomen IBO Vermogensverdeling.
Advocaat-Generaal Niessen concludeert dat, gezien het Kerst-arrest van de Hoge Raad, het beroep in cassatie voor de jaren 2015 en 2016 ongegrond is en voor de jaren 2017 en 2018 gegrond. De A-G stelt vervolgens een uitwerking van de gevolgen van het Kerst-arrest voor.
De Eerste Kamerfractie van het CDA ziet wel wat in het voorstel van GroenLinks en PvdA voor een belasting op vermogen, nu blijkt dat de onrechtmatige vermogensrendementsheffing van tafel moet. Niek Jan van Kesteren, voorzitter van de christendemocratische senaatsfractie, vindt het plan van de linkse partijen voor een progressieve heffing "sterk, omdat het eenvoudige voorstellen zijn".
Na het box 3-arrest van de Hoge Raad rust op de schouders van staatssecretaris Van Rij van Financiën de 'schone' maar pittige taak om de hersteloperatie langs goede banen te leiden. Fiscalisten Sonja Dusarduijn en Angelique Perdaems verschillen hier en daar van mening over hoe de staatssecretaris dit box 3-herstel kan vormgeven, maar op één punt zijn ze het roerend met elkaar eens: voor een optimaal herstel is de dialoog cruciaal en dan het liefst zo breed mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het berekenen van het belastbaar inkomen op basis van het fictieve rendement een buitensporige last vormt.
Naar aanleiding van de conclusie van Advocaat-Generaal Niessen van 1 november 2021, nr. 21/01243, V-N 2021/51.4, en vooruitlopend op het arrest van de Hoge Raad heeft de Belastingdienst 3 scenario’s uitgewerkt voor massaal herstel van de box 3-heffing bij de aanslagen over de jaren 2017 en 2018. De uitgewerkte scenario’s zijn: handmatig herstel, robotisering en procestaak ABS.
Rechtvaardigheid is nog altijd zoek in de belastingrentegeling. En door het box 3-debacle lijkt daar nu een nieuwe onrechtvaardigheid bij te komen als de (voorlopige) aanslag IB over 2021 niet vóór 1 juli aanstaande wordt opgelegd. Daarvoor waarschuwt EY-partner formeel belastingrecht Roxana Bos. “De belastingrenteregeling bevat sowieso te veel onrechtvaardige elementen. Het is de hoogste tijd dat daar verandering in komt.”
De Belastingdienst heeft de collectieve uitspraak gepubliceerd in de massaal bezwaarprocedures over box 3 in reactie op het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, nr. 21/01243, V-N 2022/2.3. Het gaat om de massaal bezwaarprocedures over de jaren 2017 tot en met 2020. Alle ruim 200.000 bezwaarschriften worden gegrond verklaard.
De meer dan twee miljoen belastingbetalers die normaal gesproken box 3-heffing moeten aftikken bij de fiscus, moeten dit jaar "zeer waarschijnlijk" langer wachten op hun definitieve aanslag.
Na het arrest van de Hoge Raad december vorig jaar over de onaanvaardbare vermogensmix in box 3 zijn twee heikele punten ontstaan in de politiek. Een, hoe zouden de gedupeerde spaarders moeten worden gecompenseerd voor de jaren 2017-2021 en twee, hoe zou een nieuwe box 3-heffing eruit kunnen zien.
De VVD vindt het "veel te vroeg" om te zeggen wie straks de rekening betaalt van de compensatie wegens de onrechtmatigheid van de box 3-heffing. De Hoge Raad zegt dat belastingplichtigen die een zaak tegen de vermogensrendementsheffing hebben aangespannen "rechtsherstel" moeten krijgen. Het kabinet moet besluiten hoe dat wordt betaald.
Het kabinet wil recht doen aan de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 over box 3 en tegelijkertijd ruimte openlaten voor de complexe besluitvorming die nog moet plaatsvinden over onder andere de exacte doelgroep van het rechtsherstel en de wijze waarop het rechtsherstel plaats zal vinden. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst in antwoorden op 84 feitelijke vragen van de vaste Kamercommissie voor Financiën.
Het kabinet schuift een definitief besluit over compensatie voor de problemen met de box 3-heffing nog even voor zich uit. Pas bij het opstellen van de Voorjaarsnota, die eind mei naar de Tweede Kamer gaat, wordt bepaald welke groepen uiteindelijk in aanmerking komen voor herstel en welke niet.
Als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad dat de vermogensmix in box 3 in strijd is met internationale verdragen, is de discussie over de compensatie voor de gedupeerde spaarders losgebarsten. Reden voor NPO Radio 1 om hoogleraar belastingrecht Koos Boer uit te nodigen hoe een rechtvaardige belasting er dan wel uit moet zien: "Heffen over werkelijke rendementen zoals we dat tot 2001 hebben gedaan. De hele wereld doet het, behalve Nederland."
Een uitspraak van de Hoge Raad in het voordeel van Nederlandse spaarders gaat het kabinet niet honderden miljoenen, maar miljarden aan compensatie kosten. Dat is de verwachting van de coalitiepartijen van Rutte IV, zeggen ingewijden tegen NRC.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën laat onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de box 3-wetgeving eerder aan te passen. Het is onwenselijk om te wachten op de invoering van de vermogensrendementsheffing over het werkelijke rendement, met als beoogde inwerkingtredingsdatum 2025. Dit staat in de antwoorden van de bewindsman op vragen van Van Dijk (CDA), Idsinga (VVD), Omtzigt (Groep Omtzigt), Van der Lee (GroenLinks) en Hammelburg (D66).
Op 2 februari a.s. gaat staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst in debat met de Tweede Kamer over de uitwerking van verschillende oplossingsrichtingen naar aanleiding van het HR-arrest over de onrechtmatigheid van de box 3-heffing over de jaren 2017 en 2018. Twee dagen later, op 4 februari, zal hij de Tweede Kamer informeren over de contouren van de hersteloperatie rond de heffing.
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad een arrest met grote impact gewezen over de rechtmatigheid van box 3-heffingen. Op dit moment wordt hard gewerkt aan een werkbare oplossing voor de uitvoering van dit arrest. De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, verwacht de Tweede Kamer in februari te informeren over de wijze van herstel.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad over de box 3-heffing 2017 en 2018 is er een vrij te downloaden model herzieningsverzoek gemaakt waarmee belastingplichtigen een herziening kunnen aanvragen van de vermogensrendementsheffing sinds 2017. De Hoge Raad besloot dat de Belastingdienst deze heffing niet mag berekenen met een fictief rendement.
Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-heffing in 2017 en 2018 in strijd is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod. De Belastingdienst meldt dat het nog niet mogelijk is om de gevolgen van deze uitspraak te verwerken in de aanslagen die nu worden opgelegd.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X en zijn echtgenote na het betalen van de vermogensrendementsheffing over voldoende resterend inkomen beschikken om de vaste lasten en uitgaven te kunnen bekostigen. In die zin is er dan ook geen sprake van interen op het vermogen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat niet voor een tweede maal bezwaar tegen een aanslag kan worden gemaakt. De inspecteur heeft het bezwaar van X dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ligt nu al ruim twee jaar het dossier van de Bond van Belastingbetalers tegen de vermogensrendementsheffing over de jaren 2013-2016. "Het wordt een belangrijke uitspraak, maar het hof laat steeds weten dat het er nog niet aan toe is gekomen", zegt Roxana Bos, partner formeel belastingrecht bij EY, tegen de NOS. Zij heeft namens de bond de zaak voor het hof gebracht.
Ruim een miljoen Nederlanders die te veel belasting betaalden over hun spaargeld, hebben geen recht op teruggave. Ondanks een uitspraak van de Hoge Raad dat de heffing onwettig is, vallen zij buiten de boot omdat de regering de bezwaarprocedure in 2016 geruisloos heeft ingeperkt. Dat meldt het FD. Volgens een enkele fiscaal advocaat is er nog een sprankje juridische hoop.
Nederlanders die belasting over hun vermogen betalen en zich benadeeld voelen, kunnen komend jaar het beste allemaal bezwaar aantekenen bij de fiscus. Dat kan je zomaar veel geld opleveren, zegt hoogleraar algemeen belastingrecht Koos Boer van de Universiteit Leiden.
De Hoge Raad oordeelt dat de vermogensmix op stelselniveau in strijd is met het recht van eigendom en het gelijkheidsbeginsel. Er is voor het met ingang van 2017 geldende forfaitaire stelsel geen toereikende rechtvaardiging aan te wijzen. De Hoge Raad biedt rechtsherstel door aan te sluiten bij de gerealiseerde rendementen.
Op 15 december 2021 hebben fractievoorzitters Rutte (VVD), Kaag (D66), Hoekstra (CDA) en Segers (CU) het coalitieakkoord “Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst“ gepresenteerd.
Tijdens de kabinetsformatie onderhandelen de huidige coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie ongetwijfeld over de belastingheffing over het vermogen. Deze partijen zijn het in ieder geval niet eens over de motie van de SP over de invoering van een miljonairsbelasting. Een ruime Kamermeerderheid nam deze motie onlangs aan. Vermogens boven een miljoen zouden zwaarder moeten worden belast, de belasting op arbeid milder.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur het bezwaar van X terecht heeft gesplitst. De rechtbank wijst daarbij op het arrest van de Hoge Raad van 2 juli 2021.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het bezwaar van X is gericht tegen de box 3-heffing voor het jaar 2016 en voldoet aan de vereisten voor de aanwijzing als massaal bezwaar. Het bezwaar is ten onrechte niet als zodanig aangewezen.
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de vragen uit het tweede wetgevingsoverleg van maandag 1 november 2021 over het pakket Belastingplan 2022 schriftelijk beantwoord.
Belastingbetalers kunnen straks mogelijk toch door een ingreep van de rechter geld terugclaimen omdat de overheid te veel belasting heeft geheven over hun spaargeld. Dat maakt de Bond voor Belastingbetalers op uit een belangrijke conclusie van advocaat-generaal Niessen over de box 3-heffing.
Advocaat-Generaal Niessen concludeert dat de vermogensmix voor het bepalen van de box-heffing vanaf 2017 op stelselniveau in strijd is met het recht van eigendom en het gelijkheidsbeginsel. De heffing volgt niet uit de grondslag van de belastingwet en heeft een confiscatoir karakter.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing voor X en Y in de jaren 2015 - 2017 geen individuele en buitensporige last vormt. Zij maken niet aannemelijk dat de last van de box 3-heffing zich in hun geval sterker laat voelen dan in het algemeen.
Hof Den Haag oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat voor X sprake is van zodanige omstandigheden dat sprake is van een buitensporige last. Hierbij moet namelijk niet alleen rekening worden gehouden met de box 3-heffing maar met de gehele financiële situatie van X.
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd. De staatssecretaris gaat daarbij onder andere in op aanpassing van de eigenwoningregeling in partnerschapssituaties en bij overlijden, op box 3 en op het verduidelijken van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen in relatie tot gebruik van de weg.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat voor belanghebbende de box 3-heffing geen individuele en buitensporige last is.
Hof Den Haag beslist dat de box 3-heffing in strijd is met het Europese recht. Het hof grijpt niet in omdat de wetgever dat moet doen en X niet geconfronteerd wordt met een individuele en buitensporige last.
De overheid wordt opnieuw door een rechter op de vingers getikt over de box 3-heffing. Volgens Hof Den Haag is deze heffing voor de jaren 2015 tot en met 2018 in strijd met het Europese verdrag voor de Rechten van de Mens. Het oplossen van het probleem wordt door de rechters echter aan de politiek overgelaten. Het hof ziet in deze door een belastingplichtige aangespannen zaak geen aanleiding voor ingrijpen van de rechter.
De rechtsbescherming van burgers wordt niet vergroot door eerst de massaalbezwaarprocedure af te wachten en daarna pas de individuele bezwaren af te handelen. Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën in antwoord op Kamervragen van het lid Stoffer (SGP).
De inspecteur moet in beginsel binnen zes weken na afloop van de bezwaartermijn beslissen op het individuele deel van het bezwaar tegen de box 3 heffing. De Hoge Raad heeft erop gewezen dat de Belastingdienst kan beslissen om, met instemming van de belastingplichtige, het individuele deel van het bezwaar aan te houden. De Belastingdienst heeft ervoor gekozen dit niet te doen. Dat antwoordt staatssecretaris Vijlbrief van Financiën op Kamervragen van het lid Van Dijk (CDA) over het arrest HR van 2 juli 2021 (V-N 2021/29.8).
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft Kamervragen beantwoord van het lid Van Dijk (CDA) naar aanleiding van het artikel ‘Het belastingstelsel zit intussen vol fouten’. Hierin geeft hij aan dat hij het er in algemene zin mee eens is dat er knelpunten kunnen optreden in het huidige belastingstelsel.
Hof Amsterdam oordeelt dat bij de beoordeling of er bij de vermogensrendementsheffing sprake is van een individuele buitensporige last rekening moet worden gehouden met de gehele financiële situatie van X. Dit blijkt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad.
Het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2022 is bij de Tweede Kamer ingediend. Hieraan ontlenen wij de volgende maatregelen.
Het staat nog niet vast dat de opzet van het nieuwe box 3-stelsel met ingang van 2017 in strijd is met het discriminatieverbod. Daarom is er op dit moment geen aanleiding voor het bieden van rechtsherstel. Dat antwoordt staatssecretaris Vijlbrief van Financiën op Kamervragen van het lid Van Dijk (CDA) over het bericht ‘Rechtbank: Vermogensbelasting is discriminerend voor spaarders’.
Het bieden van rechtsherstel aan een belastingplichtige, die bij Rechtbank Noord-Nederland in een proefprocedure gelijk kreeg over de strijdigheid van de vermogensrendementsheffing met het Europese discriminatieverbod, is te vroeg, zo vindt staatssecretaris Vijlbrief van Financiën. "Bovendien past het niet in de nog lopende massaal bezwaarprocedures over de betreffende jaren 2017 en 2018", zo antwoordt hij op Kamervragen van Inge van Dijk (CDA).
Hof Den Haag oordeelt dat er, mede gezien de inkomens- en vermogenspositie van X, geen sprake is van een individuele en buitensporige last. X heeft niet een zodanig laag inkomen dat hij op zijn vermogen moet interen om de box 3-heffing te voldoen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het box 3-stelsel in 2017 en 2018 in strijd is met het discriminatieverbod (art. 14 EVRM). Er is namelijk geen redelijke rechtvaardiging voor de gelijke behandeling van ongelijke gevallen (spaarders/beleggers). Zij kan echter niet in het rechtstekort voorzien.
De vermogensrendementsheffing 2017 en 2018 is in strijd met het discriminatieverbod van artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, stelt Rechtbank Noord-Nederland in een nieuwe uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte niet heeft onderzocht of X door de box 3-heffing inteert op haar vermogen. Dit kan namelijk een aanwijzing zijn voor het feit dat zij door die heffing wordt geconfronteerd met een buitensporige last.
De Hoge Raad antwoordt op de prejudiciële vraag van Hof Arnhem-Leeuwarden dat de belastingrechter bij een massaalbezwaarprocedure in (hoger) beroep oordeelt over de uitspraak, maar niet beslist over de rechtsvraag.
De Hoge Raad is het met het hof eens dat, ondanks de geconstateerde schending van art. 1 EP EVRM op regelniveau bij de vermogensrendementsheffing, voor ingrijpen van de rechter geen plaats is.
De Hoge Raad oordeelt dat voor de jaren 2013 en 2014 op stelselniveau het (nominale) rendement van 4% niet meer haalbaar was voor belastingplichtigen zonder daar (veel) risico voor te hoeven nemen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing in de jaren 2014 en 2015 niet in strijd is met art. 1 EP EVRM. De rechtbank verwijst daarbij naar haar uitspraak inzake het jaar 2013.
Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de forfaitaire rendementsheffing van box 3, in het geval van X, niet in strijd is met het Europees eigendomsrecht.
Bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting waarbij sprake is van belastbaar inkomen in box 3, zijn door de Staatssecretaris van Financiën aangewezen als massaal bezwaar.
Literatuur over de box 3-kwestie in de Navigator.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de box 3-heffing volgens de Herstelwet nog steeds leidt tot een buitenproportionele heffing. Uitgaande van het werkelijke rendement wordt de aanslag verder verminderd naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil.
Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.
Een zeer kritisch advies van de Raad van State over het beoogde nieuwe stelsel om belasting te heffen op het rendement op vermogen (box 3), stelt het kabinet voor een lastig "dilemma". Dat zei staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit) voor aanvang van de ministerraad. Hij denkt nog na over een oplossing. "Maar op dit moment heb ik daar gewoon echt geen beeld bij", gaf hij toe.
Dat box 3 een drama is, is een eufemisme. Dat geldt zowel voor het wetgevende traject als voor de heffingspraktijk. Het ziet er naar uit dat de door de wetgever beoogde heffing over het werkelijke rendement niet voor 2028 zal zijn gerealiseerd. Tot dat jaar zal de tegenbewijsregeling gelden. Is het werkelijke rendement lager dan het forfaitaire dan vindt de heffing op verzoek plaats over het werkelijke rendement. De belastingplichtige heeft the best of both worlds. Bedenk hierbij wel dat de Hoge Raad een beperkte invulling aan het tegenbewijs heeft gegeven: geen rekening met kosten en geen heffingvrij vermogen.
Het Kerstarrest van 24 december 2021 heeft veel vragen opgeroepen. Eén daarvan is of de adviseur een beroepsfout heeft gemaakt, als hij -voorafgaand aan het Kerstarrest - niet heeft geadviseerd bezwaar te maken tegen aanslagen inkomstenbelasting over 2017 en verder. Inmiddels is er een eerste uitspraak van de Rotterdamse rechtbank gepubliceerd over deze materie. Brengt het Kerstarrest in het licht van deze uitspraak nieuwe beroepsaansprakelijkheidsdilemma’s met zich mee voor de fiscale adviespraktijk? De beantwoording van deze vraag is niet eenduidig te geven.
Na de arresten van de Hoge Raad van 6 en 14 juni en 2 augustus 2024 speelt nog een aantal spannende vragen als het gaat om het vaststellen van het werkelijk rendement in box 3 ten aanzien van de tweede woning. Eén ervan is hoe je de omvang van ongerealiseerde waardemutaties bepaalt. Voor de goede orde, het gaat niet om een woning die dient als hoofdverblijf van een belastingplichtige, een box 1-woning, maar een woning die behoort tot de rendementsgrondslag van box 3.
In de pseudowetgeving van de Hoge Raad inzake werkelijk rendement versus het box 3-forfait mag geen rekening worden gehouden met kosten. Ook komt, anders dan in het wettelijke systeem, geen vrijstelling in aanmerking. In de volgende casus heeft dat tot gevolg dat een beroep op de 6 juni-arresten feitelijk geen soelaas biedt, terwijl het werkelijke rendement van 3,83 procent op het eigen vermogen aanmerkelijk lager ligt dan het forfaitaire van 6,65 procent. Het is mijn indruk dat dit illustratief is voor de situatie bij veel belastingplichtigen. Dit is de reden waarom van de aanvankelijke euforie over de 6 juni-arresten niet veel meer over is.
Enkele weken terug schreef Ruud de Smit de Uitvergroot ‘Budgettaire overpeinzingen over box 3’. Deze overpeinzingen zagen met name op de gevolgen die de D-Day-arresten van 6 juni 2024 hebben op de (dekking van de gaten in de) begroting van de rijksoverheid. Aan de budgettaire overpeinzingen van De Smit voeg ik graag enkele overpeinzingen toe voor een specifieke groep: ‘de succesvolle belegger’.
Een rechtsstaat geeft ruime bevoegdheden aan de rechterlijke macht. Soms zo ruim dat de juridische argumentatie het risico kan oproepen bredere maatschappelijke overwegingen te verdringen. Toen bijvoorbeeld het Gerechtshof Den Haag op 12 februari 2024 besliste dat Nederland de export van reserveonderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen aan Israël moest staken, tekende de staat cassatie aan, omdat het immers aan de staat is om het buitenlandbeleid vorm te geven, maar dat dit aspect door het hof onvoldoende was meegewogen. Het signaal is duidelijk: rechter blijf bij je leest.
Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad een aantal arresten gewezen over belastingheffing in box 3. De Hoge Raad oordeelde dat de Herstelwet nog steeds het verdragsrechtelijk discriminatieverbod en eigendomsgrondrecht schendt, in gevallen waarin het forfaitaire rendement volgens de Herstelwet hoger is dan het werkelijk rendement. Als dat bij een belastingplichtige het geval is, is verder rechtsherstel geboden: de belastingaanslag moet zo ver worden verminderd, dat alleen nog belastingheffing in box 3 plaatsvindt over het werkelijke rendement. Daarnaast gaf de Hoge Raad concrete regels hoe het werkelijk rendement dient te worden bepaald. De vraag is of we daar blij mee moeten zijn. Ik aarzel.
Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad vijf arresten gewezen over box 3. Je kunt niet anders zeggen dan dat vriend en vijand, en dan mag je zelf bepalen wie wie is, waren verrast met de inhoud van de arresten.
Op donderdag 6 juni 2024 om 11.00 uur doet de Hoge Raad openbaar uitspraak in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3 na invoering van de Wet rechtsherstel Box 3. De verwachting was dat de arresten pas rond eind augustus/september van dit jaar zouden verschijnen, maar de Hoge Raad komt er nu al mee.
Spaarders schrikken zich een hoedje. Het uiteindelijke forfaitaire rendement op banktegoeden in box 3 over 2023 is vastgesteld op 0,92 procent. Bij het opleggen van de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting bedroeg dit nog 0,36 procent, een verschil van 0,56 procent. Het gevolg is dat de voorlopige aanslagen voor spaarders te laag zijn vastgesteld, wat leidt tot een ‘bijbetaling’ op de definitieve aanslagen. Hoe kan dat? En mag dat eigenlijk wel?
Als een spannend jongensboek heb ik de conclusies van A-G Pauwels inzake de vijf box 3-cassatieprocedures gelezen. Wat is voor mij een spannend jongensboek? Dat is een boek met een plot dat je tevoren echt niet kon bedenken. Welnu, de vijf conclusies voldoen aan die definitie. Afgelopen weekend, de hele pentalogie in één adem uit. Wat een geweldig mooie werken!
Over een paar maanden verschijnt het arrest van de Hoge Raad over de rechtsgeldigheid van het rechtsherstel in box 3. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat hij – in navolging van het advies van Advocaat-Generaal Wattel – oordeelt dat box 3-heffing verschuldigd is over het werkelijk rendement in plaats van het forfaitair rendement, bepaald volgens het rechtsherstel. Dat betekent dat burgers voortaan belasting moeten betalen over hun werkelijk rendement in box 3. De hamvraag luidt dan: wat moeten we verstaan onder het begrip ‘werkelijk rendement’?
Op 22 januari publiceerde het CBS het prijsindexcijfer van de huizenprijzen in Nederland per december 2023. Dat was het laatste ontbrekende puzzelstukje dat nodig was om het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ in box 3 voor 2025 te kunnen berekenen. Dat percentage komt uit op 5,87 procent. De overheid maakt dit percentage pas in december bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
Hoewel het forfaitaire rentepercentage dat bij de belastingaangifte over 2023 geldt voor vermogen in de categorie ‘banktegoeden’ – spaargeld, desposito’s en contanten – pas in februari bekend wordt gemaakt, heeft vermogensplanner René Bruel dit percentage (0,92%) al berekend. Dit blijkt een stuk hoger te zijn dan de 0,36% die door het Centraal Planbureau (CPB) was geraamd.
Op 26 oktober 2023 nam de Tweede Kamer deze motie aan: ”constaterende dat advocaat-generaal en hoogleraar belastingrecht Peter Wattel vaststelt dat een tegenbewijsregeling grondrechtelijk onontkoombaar is in een grondrechtelijk onaanvaardbaar stelsel van gemiddelde belasting; verzoekt de regering de tegenbewijsregeling te onderzoeken en de Kamer over de uitkomsten te informeren.” (TK 36.418, nr. 93).
De reactie van de staatssecretaris van Financiën was niet echt verrassend: “Zoals in deze brief weergegeven kent een tegenbewijsregeling echter significante nadelen, waardoor het kabinet heeft besloten om hier geen wetsvoorstellen voor te doen.” (Kamerbrief met kenmerk 2023-0000251737).
Met de Wet werkelijk rendement box 3 komt er een vermogensaanwasbelasting. Voor bepaalde vermogenscategorieën geldt daarentegen bij wijze van uitzondering een vermogenswinstbelasting.
Op 8 september 2023 is de internetconsultatie voor het nieuwe box 3-regime per 1 januari 2027 gestart. Het is opvallend dat bij het deel AWR alleen staat "PM invoering administratieplicht box 3-belastingplichtigen". Over hoe dat inhoudelijk moet worden ingevuld, is dus nog onbekend.
Vast niet. De Wet op de blauwe citroenen is een hele simpele, korte wet afkomstig van het ministerie van Financiën. De wet kent maar vier artikelen:
- Artikel 1: Citroenen zijn blauw.
- Artikel 2: Als de rechter vindt dat ze geel zijn, zijn ze toch blauw.
- Artikel 3: Zelfs als ik als staatssecretaris van Financiën zeg dat ze geel zijn, zijn ze toch blauw.
- Artikel 4: Deze wet geldt van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2022. Pas vanaf 1 januari 2023 zijn citroenen geel.
Op vrijdag 8 september 2023 heeft de Staatssecretaris van Financiën zijn voorstellen voor een nieuwe box 3 per 1 januari 2027 wereldkundig gemaakt.
Met genoegen las ik in de recente brief van de Staatssecretaris van Financiën van 26 april 2023 dat hij voornemens is om onderlinge vorderingen en schulden tussen echtgenoten in box 3 te defiscaliseren.
Geheel onverwachts reikt het Register Belastingadviseurs het ministerie van Financiën een oplossing aan voor het box 3-probleem waar het nu al jaren mee worstelt: schaf box 3 af en belast vermogensinkomsten ‘gewoon’ in box 1. Hulde aan het RB, want als je daar wat dieper over nadenkt, blijkt dat een geniale gedachte te zijn!
De politiek aarzelt de stap te maken om daadwerkelijk genoten inkomen uit vermogen te belasten en lijkt ook voor de toekomst, die steeds verder weg is, de deur open te houden voor een forfaitaire benadering. In de overbruggingsperiode worden burgers gedwongen bezwaar te maken, waardoor de Belastingdienst nog verder overbelast raakt.
Kijkend naar alle uitspraken van rechtbanken en hoven die afgelopen jaar zijn gepubliceerd, kun je niet anders stellen dat als het werkelijk rendement over het box 3-vermogen lager is dan het forfaitaire rendement volgens het rechtsherstel dat de Belastingdienst biedt, het werkelijk rendement bepalend is voor de heffingsgrondslag.
In een nieuwsbericht van 24 januari 2023 adviseerde het Register Belastingadviseurs (RB) haar leden om bezwaar te maken tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting met een box 3-heffing. Op 27 februari jongstleden herhaalde het RB dit advies in een reminder. Ook andere beroepsorganisaties geven dit advies, zoals het SRA.
Box 3 blijft de gemoederen bezighouden. Al eerder had de Hoge Raad (HR 13 augustus 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7268) uitgemaakt dat een aandeel in een reservefonds van een Vereniging van Eigenaars dient te worden aangemerkt als een vermogensrecht dat bij het bepalen van de rendementsgrondslag van box 3 in aanmerking moet worden genomen.
Vanaf 2023 wordt de belastingheffing in box 3 bepaald door de Overbruggingswet box 3. Deze wet is gebaseerd op de forfaitaire spaarvariant, die gebruikt wordt bij het bieden van rechtsherstel naar aanleiding van het kerstarrest. De nieuwe heffingssystematiek leidt soms tot opvallende uitkomsten en planningsmogelijkheden, zo liet Eric van Uunen in zijn column van 29 november jl. al zien. In deze bijdrage analyseer ik het effect van schulden nader en vergelijk daarbij het wettelijke stelsel tot en met 2022 met de Overbruggingswet box 3.
Het gebeurt maar zelden dat mijn collega’s en ik onderling een andere kijk op een fiscale kwestie hebben. Maar in geval van de fiscale box 3-etikettering van een derdenrekening van een notaris is dat wel zo.
Box 3 houdt ons bezig. Bij welhaast elk Haags document dat je op dit moment hierover leest, frons je je wenkbrauwen. Deze keer bij een opmerkelijk standpunt van onze staatssecretaris van Financiën in de Nota naar aanleiding van het verslag aan de Eerste Kamer inzake de Overbruggingswet box 3.
Het kabinet kiest in de Overbruggingswet box 3 voor de periode 2023-2025 voor de spaarvariant als rekentechniek om de box 3-heffing te bepalen. Dit, in navolging op de Wet rechtsherstel box 3 (de codificatie van het Besluit rechtsherstel box 3 van 28 juni 2022) voor de periode 2017-2022. Een regeling die door de gekozen rekentechniek bizar kan uitpakken.
Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2022 het wetsvoorstel ‘Wet rechtsherstel box 3’ voor de periode 2017-2022 gepubliceerd. In wezen bevat dit wetsvoorstel dezelfde regels als het ‘Besluit rechtsherstel box 3’ van 28 juni 2022. Dat geldt in grote lijnen ook voor het wetsvoorstel ‘Overbruggingswet box 3’ voor het tijdvak 2023-2025. Alleen viel mij tijdens het bestuderen van de memories van toelichting bij beide wetsvoorstellen een bijzonder 'detail' op. Iets wat volstrekt onnodig tot nog meer chaos kan leiden in de box 3-wetgeving.
Krijgen niet-bezwaarmakers ook rechtsherstel? Die vraag wordt op Prinsjesdag beantwoord. Mocht het op die dag op niets uitlopen dan is er een ingang via de civiele rechter: hij kan de box 3-heffing terugdraaien door de formele rechtskracht te doorbreken.
Afgelopen woensdag meldde de Belastingdienst dat de eerste fase van het rechtsherstel box 3 is afgerond. Mensen die meededen aan de massaalbezwaarprocedure tegen de box 3-heffing over de jaren 2017 -2020 kregen een brief en bij een geldteruggave ook een beschikking. Maar wat nu concreet te doen als je het niet eens bent met de inhoud van zo’n brief of beschikking?
Stel je voor, je gaat met de Tardis terug naar 2001. Voor de millennials en/of cultuurbarbaren: de Tardis is de teletijdmachine in de vorm van een authentieke Engelse telefooncel van dr. Who, een held uit mijn jeugd. Waarom terug naar 2001? In dat jaar is de huidige Wet IB 2001 ingevoerd.
In het beleidsbesluit 'Inkomstenbelasting. Besluit rechtsherstel box 3' heeft staatssecretaris Van Rij het beleid van het kabinet verwoord over het rechtsherstel in box 3. Hij noemt vier stappen, maar vergeet een vijfde.
Box 3 en het Kerstarrest van de Hoge Raad gaat ons de komende jaren nog wel even bezighouden. De eerste stap is nu hoe het werkelijke rendement en de compensatie voor de voorbije jaren moet worden berekend. De staatssecretaris heeft toegezegd hiermee op 1 april a.s. te komen, gelijktijdig met de Voorjaarsnota; hopelijk is dit geen (slechte) 1 april-grap. Maar omdat fiscale processen niet stilstaan, rijzen er inmiddels nieuwe vragen over hoe om te gaan met de voorlopige aanslagen IB/PVV 2022 en met de aangiften over 2021 en eerdere jaren. En dan vooral de effecten op de belastingrente.
Tijdens de kabinetsformatie onderhandelen de huidige coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie ongetwijfeld over de belastingheffing over het vermogen. Deze partijen zijn het in ieder geval niet eens over de motie van de SP over de invoering van een miljonairsbelasting. Een ruime Kamermeerderheid nam deze motie onlangs aan. Vermogens boven een miljoen zouden zwaarder moeten worden belast, de belasting op arbeid milder.