De ministerraad heeft ingestemd met het aanbieden van het wetsvoorstel Wet werkelijke rendement box 3 voor advies aan de Raad van State. Met het wetsvoorstel wordt vanaf 2027 een nieuw stelstel voor de belastingheffing in box 3 ingevoerd.

Eerder is een internetconsultatie gehouden over het conceptwetsvoorstel (V-N 2023/43.3).

Het werkelijke rendement bestaat uit het directe rendement, zoals rente, huur en dividend met aftrek van kosten. Daarnaast bestaat het behaalde rendement ook uit indirect rendement, de positieve of negatieve waardeontwikkeling van bijvoorbeeld aandelen of vastgoed. De waardeontwikkeling wordt in principe jaarlijks belast met een vermogensaanwasbelasting. Alleen de waardeontwikkeling van onroerende zaken en aandelen in start-ups wordt pas belast bij verkoop met een vermogenswinstbelasting. Als sprake is van een verlies, dan mogen de verliezen verrekend worden met box 3-inkomen uit toekomstige jaren.

De Wet werkelijke rendement box 3 moet zorgen voor een rechtvaardiger belastingstelsel. Wel nemen de administratieve lasten voor een deel van de belastingplichtigen toe. Vooraf invullen van de aangifte lukt namelijk niet voor alle gegevens, bijvoorbeeld bij de inkomsten en kostenaftrek van onroerend goed, waardering en rendement van niet-beursgenoteerde aandelen en inkomsten van buitenlands vermogen.

De recente uitspraken van de Hoge Raad op 6 en 14 juni 2024 over de wet rechtsherstel en de overbruggingswet box 3 (V-N 2024/28.3 t/m 28.7 en V-N 2024/29.5 t/m 29.7) kunnen naast budgettaire gevolgen ook impact hebben op de beschikbare capaciteit van de Belastingdienst voor de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 21 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

Dossiers: Box 3

406

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen