Hof Den Haag oordeelt dat X recht heeft op toekenning van een rentevergoeding op basis van de wettelijke rente omdat box 3-heffing in strijd is met het EVRM.

X wordt voor het jaar 2018 rechtsherstel voor box 3 geboden, wat leidt tot een teruggaaf van onverschuldigd betaalde belasting. De rechtbank oordeelt dat X op grond van het arrest Darby (EHRM 23 oktober 1990, 17/1989/233, BNB 1995/244) recht heeft op een passende vergoeding voor het verlies dat hij als gevolg van de onverschuldigd betaalde belasting heeft geleden. De basis voor het toekennen vindt de rechtbank in het vereiste van billijke genoegdoening van art. 41 EVRM. In hoger beroep is in geschil of het vereiste rechtsherstel is geboden en of de rechtbank een passende rentevergoeding toekent.

Hof Den Haag oordeelt dat art. 41 EVRM niet rechtstreeks van toepassing is. De basis voor het toekennen van de rentevergoeding moet worden gevonden in art. 1 en 13 EVRM. Omdat X een terugvorderingsrecht heeft wordt een rentevergoeding toegekend met toepassing van art. 8:73 Awb. De schadevergoeding is in art. 6:119 BW gefixeerd op de wettelijke rente. De grootte van de daadwerkelijk geleden schade is niet van belang. Dat in de verminderingsbeschikking 2018 geen voor bezwaar vatbare rentebeschikking is opgenomen, maakt dit oordeel niet anders. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 6 6:119

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fe

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 41

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30hb

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Algemene wet bestuursrecht 6:19

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 27 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Box 3

383

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen