Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een woning niet als eigen woning kan worden aangemerkt, omdat de bewoner de woning niet betrokken heeft en geen sprake was van nieuwbouw of verbouw.

De zaak (10 november 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7855) verloopt als volgt. Een man koopt in 2011 samen met zijn vrouw een nieuwbouwappartement, dat in 2013 wordt opgeleverd. Het appartement is gemeubileerd en rolstoelvriendelijk uitgevoerd. Het echtpaar verhuist echter niet naar de woning, vanwege de ontoereikende medische voorzieningen in de buurt van de nieuwe woonplaats. Ze blijven in Duitsland wonen en verhuren het appartement niet.

Na het overlijden van de echtgenote in 2020 verhuist de man naar het appartement. Al die jaren stond de woning hem voor eigen gebruik ter beschikking. De woning moet volgens de man daarom als eigen woning worden beschouwd in de zin van art. 3.111 Wet IB 2001. De inspecteur weigert de renteaftrek in box 1 en meent dat de woning behoort tot box 3 tot het moment dat de man de woning daadwerkelijk betrekt. In geschil zijn de aanslagen over 2017 en 2018.

De rechtbank stelt vast dat de woning tot 2020 niet is betrokken en dat geen sprake was van verbouw of aanbouw. Het appartement kwalificeert daarom niet als eigen woning in de zin van art. 3.111 lid 3 Wet IB 2001 en behoort in 2017 en 2018 tot de rendementsgrondslag van box 3. De inspecteur heeft volgens de rechtbank de woning daarentegen niet naar de juiste waarde gerekend tot het inkomen uit sparen en beleggen. In dit geval moet rechtsherstel worden geboden rekening houdend het Kerstarrest (Hoge Raad 24 december 2024, ECLI:NL:HR:2021:1963). De rechtbank laat bij de bepaling daarvan de niet gerealiseerde waardestijging van het appartement buiten beschouwing en stelt dat alleen het werkelijk rendement in de box 3-heffing moet worden betrokken.

Nu dat rendement in 2017 en 2018 nihil is, is de box 3-heffing ook nihil.

Belang voor de praktijk

Een woning, die niet als hoofdverblijf betrokken wordt, wordt toch als eigen woning aangemerkt als de belastingplichtige aantoont dat de woning leeg staat of in aanbouw is en uitsluitend bestemd is om in het kalenderjaar of in één van de daaropvolgende drie jaren hem als eigen woning ter beschikking te staan. Art. 3.111 lid 3 Wet IB 2001 ziet op de situatie waarin een woning is gekocht, maar deze nog niet kan worden betrokken omdat deze nog moet worden verbouwd of nog in aanbouw is. Renteaftrek is mogelijk op voorwaarde dat de woning leegstaat en geen andere bestemming, zelfs niet tijdelijk, heeft dan om op korte termijn als eigen woning te gaan dienen. Kan de woning niet als eigen woning worden aangemerkt, dan behoort deze tot box 3. Dat brengt echter niet zonder meer mee dat box 3-heffing aan de orde is, zo laat deze zien.

Bron: Legal & Tax Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Box 3

13937

Gerelateerde artikelen