Om de Opstand tegen Spanje te financieren werd in 1576 een vermogensbelasting ingevoerd. Twee economische historici trekken een parallel naar de huidige tijd. "Nu ook oorlog weer binnen de grenzen van het denkbare is gekomen, is het van belang de waarden en plichten van goed burgerschap weer scherp in het vizier te krijgen. Een vermogensbelasting is een voor de hand liggende uitdrukking daarvan."
De twee historici, Jan Luiten van Zanden en Sandra de Pleijt, wijzen in hun opiniestuk in Trouw naar de huidige box 3-crisis waarin de vermogensrendementsheffing als onderdeel van de inkomstenbelasting niet of onvoldoende bijdraagt aan het bestrijden van de vermogensongelijkheid in Nederland. Ons land zou weer toe moeten naar een duidelijke, transparante en échte vermogensbelasting zoals die uit 1964.
Een forse vermogensbelasting zou niet alleen een deel van de koopkracht van de bezittende klasse afromen maar zou ook een uitstekend middel zijn om grote, onverwachte tekorten op te vangen in crisistijden. Daarbij noemen de auteurs niet alleen de defensietekorten in verband met de oorlog in Oekraïne maar ook de corona-, stikstof-, klimaat- en wooncrisis. De vermogensbelasting is een daar een 'traditioneel middel' voor, aldus de historici.
Om de Opstand tegen Spanje te financieren werd in 1576 een vermogensbelasting ingevoerd die op jaarbasis 2 procent van de waarde van het vermogen bedroeg. Toen de nood nog meer aan de man kwam, in 1580, werd dit tarief verdubbeld.
Bron: Trouw