Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de box 3-heffing te hoog is vastgesteld en vermindert deze naar nihil. De inspecteur wordt veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente over de onterecht geheven box 3-heffing.

X heeft over het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen met een box 3-inkomen van € 29.941. In navolging van het Kerstarrest van de Hoge Raad wordt het box 3-inkomen verminderd naar € 15.476. X gaat in beroep. X toont aan dat het werkelijk behaald rendement in 2018 negatief € 16.023 bedraagt. In geschil is of de Wet rechtsherstel box 3 voldoende rechtsherstel biedt en of X recht heeft op een rentevergoeding vanwege de te hoge box 3-heffing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Wet rechtsherstel box 3 niet voldoende rechtsherstel biedt en vermindert het box 3-inkomen naar nihil. De rechtbank veroordeelt de inspecteur op grond van art. 13 EVRM tot het betalen van wettelijke rente over de periode tussen de betaling en terugbetaling van de box 3-heffing. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 28

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 13

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 15 april

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Box 3

436

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen