Het Nederlandse verkeersboetestelsel verdient bijsturing. Het eerste boetebedrag en zeker de verhogingen zijn niet meer in balans. Ze staan niet in verhouding tot de ernst van het feit, zegt directeur Albert Hazelhoff van het CJIB in Leeuwarden tegen de Leeuwarder Courant.
"Ten eerste zou het eerste boetebedrag bij een overtreding meer in lijn moeten zijn met het strafrecht en de ernst van het feit. Dat is ook de politieke insteek. Want het stelsel van verkeersboetes is steeds meer uit de pas gaan lopen met de boetes in het strafrecht." Het Openbaar Ministerie wees hier ook al op.
"Ten tweede bepleiten wij een aanzienlijke verlaging van de verhoging van boetes", gaat hij verder. Na de eerste verhoging betaal je nu nog anderhalf keer het boetebedrag, na de tweede ophoging verdubbelt het bedrag. Opgeteld is dat 300 procent. Mensen kunnen hierdoor in de problemen komen.
Minister Van Oosten van Justitie en Veiligheid heeft op het bericht gereageerd. Volgens de minister blijven hoge verkeersboetes nodig om "de politie, de brandweer en andere veiligheidsvraagstukken" te betalen.
"Het zijn hoge boetes, dat erken ik. Dat heeft enerzijds te maken met het naleven van de verkeersregels, en anderzijds met een financieringsvraagstuk dat we hieruit betalen."
Volgens de minister is het niet mogelijk om de boetes te verlagen. In verband met de inflatie zouden ze juist verder omhoog kunnen gaan.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen