De Dienst Toeslagen heeft direct onderscheid gemaakt op basis van herkomst bij het terugvorderen van kinderopvangtoeslag. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens na onderzoek naar de situatie van een van de gedupeerden van de toeslagenaffaire. Eerder had het college al geconcludeerd dat de dienst in meerdere gevallen van het toeslagenschandaal indirect heeft gediscrimineerd. Volgens het mensenrechteninstituut blijkt nu voor het eerst dat ook sprake was van directe discriminatie.

Het college komt tot zijn oordeel in een onderzoek naar de situatie van een toeslagenouder met de Nederlandse en Turkse nationaliteit. De vrouw kreeg meerdere jaren voorschotten uitgekeerd op de kinderopvangtoeslag, maar moest die terugbetalen toen er een fraudeonderzoek werd gestart naar het gastouderbureau waarbij ze was aangesloten.

Volgens het mensenrechtencollege speelde de Turkse herkomst van de vrouw een rol bij de controle en terugvordering van de toeslag. Aan haar dossier werd de interne code "verblijfsstatus" toegevoegd. "Deze code wordt gebruikt voor mensen zonder recht op toeslagen vanwege hun verblijfsstatus, terwijl zij de Nederlandse nationaliteit heeft", aldus het college.

Ook sprak de Dienst Toeslagen in het rapport over de vrouw over de Turkse gemeenschap, waarin opvang door bekenden als 'vriendendienst' zou worden gezien. "Daarbij wordt de suggestie gewekt dat deze cultuurverschillen kunnen leiden tot misbruik van toeslagen", aldus het College voor de Rechten van de Mens.

De Dienst Toeslagen valt onder het Ministerie van Financiën. Tot 2021 was de dienst onderdeel van de Belastingdienst.

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

20

Gerelateerde artikelen