Directive on the common system of taxation applicable in the case of parent companies and subsidiaries of different Member States. European Council
30 juli 2014
The Council of the European Union has amended Directive 2011/96/EU on the common system of taxation applicable in the case of parent companies and subsidiaries of different Member States.
De Kennisgroep winstbepaling stelt dat winstneming bij de vervreemding van toekomstige royalty’s plaatsvindt op het moment dat de verkoopprijs door de verkoper wordt ontvangen.
De buitenlandse belastingplicht is één van de vele onderwerpen binnen de vennootschapsbelasting. Specialist Brenda Coebergh behandelt dit onderwerp in een nieuw fiscaal thema.
Hof Amsterdam oordeelt dat (i) het deel van de Regeling Wfsv dat tijdsevenredige herrekening van het premie-inkomen bij overlijden uitsluit, niet in strijd is met internationale verdragsbepalingen en (ii) geen aanleiding bestaat om de Regeling Wfsv voor dat deel onverbindend te verklaren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Den Haag oordeelt dat X in 1977 ervoor heeft gekozen om naar Nederland te verhuizen om hier te gaan studeren en vervolgens hier is blijven wonen en werken. X bevindt zich bij indiensttreding bij het EOB in 1990 niet meer in een grensoverschrijdende situatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
De Belastingdienst/MKB is gestart met een pilot IH/VPB, waarin de focus verschuift van toezicht achteraf naar meer steunen op het werk van fiscaal dienstverleners vooraf. Het doel is om meer uit te gaan van de kwaliteit van fiscaal dienstverleners en beter aan te sluiten bij hun manier van werken. Bij goede kwaliteit van een aangifte kan minder achterafcontrole plaatsvinden door de Belastingdienst. De pilot is hierin een eerste stap.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat bij de uitgifte van punten bij het loyaliteitsprogramma van Lyko geen sprake is van een voucher in de zin van art. 30 bis BTW-richtlijn. Er is namelijk geen (zelfstandige) verplichting om die punten als tegenprestatie voor een goederenlevering te aanvaarden.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat op grond van art. 135 lid 1 onderdeel e BTW-richtlijn alleen handelingen zijn vrijgesteld die betrekking hebben op wettige betaalmiddelen. Ook is het onder bepaalde voorwaarden van toepassing op niet-wettige betaalmiddelen.
Hof Amsterdam heeft op 11 september 2025 in hoger beroep uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen de inspecteur VPB en een Nederlandse belanghebbende die tot een internationaal opererend tabaksconcern behoort. De uitspraak zelf is nog niet gepubliceerd. In verband met de omvang van de uitspraak is nog geen geanonimiseerde versie van de uitspraak beschikbaar.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het opgeofferde bedrag van art. 13d Wet VPB 1969 niet tot uitgangspunt dient bij de bepaling van de verkrijgingsprijs van de aandelen in de zin van art. 13l Wet VPB 1969. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever met de keuze voor het begrip verkrijgingsprijs in art. 13d Wet VPB 1969 juist onderscheid heeft willen aanbrengen ten opzichte van het begrip opgeofferd bedrag zoals gebruikt in de liquidatieverliesregeling.
Het wordt eenvoudiger om producten van buiten de EU te importeren die koolstof bevatten of waar koolstof bij aan te pas gekomen is. Zo zullen de meeste incidentele importeurs worden vrijgesteld van de regels van het EU-grenscorrectiemechanisme voor koolstof (CBAM) en worden de procedures makkelijker. De EU blijft zijn klimaatambitie echter behouden.