Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet met vrucht een beroep kan doen op het bepaalde in art. 15 lid 3 Belastingverdrag Nederland-Zwitserland. Nederland heeft namelijk het exclusieve heffingsrecht over de inkomsten die X heeft genoten van Y.

Het Belgische Grondwettelijk Hof stelt een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie EU over de Minimumbelasting. Volgens het hof bestaat er namelijk twijfel over de geldigheid van de artt. 12 tot 14 EU-richtlijn 2022/2523.

Nederland heeft een schriftelijke inbreng geleverd op de publieke consultatie van de ‘Draft Issues Notes’ voor een VN-raamwerkverdrag over internationale belastingsamenwerking. Dat schrijft Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aan de Tweede Kamer.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Italië in strijd met het EU-recht handelt door een lokale belasting (IRAP) te heffen over buitenlandse deelnemingsdividenden. Het is in strijd met de moeder-dochterrichtlijn om meer dan 5% van de dividenden te belasten die Mediolanum ontvangt.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de eenzijdige verklaring van iemand die stelt schuldeiser te zijn onvoldoende bewijs is voor het bestaan van de schuld. De apostille van de Marokkaanse autoriteit bevestigt uitsluitend de echtheid van de handtekening.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de allowance van piloot X terecht tot diens loon heeft gerekend. X maakt de aard van de kostenposten weliswaar voldoende aannemelijk met hetgeen hij aanvoert, maar hij heeft de omvang niet per kostenpost onderbouwd.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat Nederland een intergouvernementele overeenkomst met de VS heeft gesloten om de uitwisseling van informatie op overheidsniveau te realiseren. De gegevensverstrekking is niet in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het belastingverdrag tussen Nederland en Bulgarije geen beperking oplegt aan de Nederlandse heffing van schenkbelasting. De kern van het geschil betreft de vraag of het verdrag de Successiewet 1956 omvat.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt, in navolging van partijen, dat het percentage voor de berekening van de aftrek elders belast voor piloot X 40,2 bedraagt. Dit zijn partijen namelijk overeengekomen voor het geval het hof het standpunt van X over de stand-by uren verwerpt.