Het wordt eenvoudiger om producten van buiten de EU te importeren die koolstof bevatten of waar koolstof bij aan te pas gekomen is. Zo zullen de meeste incidentele importeurs worden vrijgesteld van de regels van het EU-grenscorrectiemechanisme voor koolstof (CBAM) en worden de procedures makkelijker. De EU blijft zijn klimaatambitie echter behouden.

Het Europees Parlement stemde op 10 september 2025 voor de vereenvoudiging van het CBAM. Dat mechanisme zorgt ervoor dat bedrijven die goederen invoeren in de EU-belasting betalen op de CO2-uitstoot die bij de productie van die goederen is vrijgekomen – als dat niet al in het land van oorsprong is gebeurd. Het CBAM geldt voor sectoren als cement, ijzer en staal, aluminium, meststoffen, elektriciteit en waterstof.

Tot negentig procent van de importeurs hoeft vanaf 2026 geen rekening te houden met het CBAM. Het gaat voornamelijk om het midden- en kleinbedrijf en particulieren, want die voeren slechts kleine aantallen CBAM-goederen in. De gewijzigde wet stelt een nieuwe de minimis-massadrempel vast, waarbij invoer tot vijftig ton per importeur per jaar niet onder de CBAM-regels valt.

De klimaatambitie achter het mechanisme blijft echter ongewijzigd. Dat komt omdat 99% van de totale CO2-uitstoot van de invoer van ijzer, staal, aluminium, cement en meststoffen nog steeds onder het CBAM zal vallen. De wijzigingen in de wet zorgen er voor dat dit cijfer wordt gehaald, en dat de bepalingen die misbruik moeten voorkomen, worden aangescherpt om het omzeilen van de regels te voorkomen.

De regels voor invoer van de producten die nog steeds onder het CBAM vallen, worden vereenvoudigd. Neem de vergunningsprocedure, de berekening van emissies, de verificatieregels en de financiële aansprakelijkheid van erkende CBAM-aangevers. De tekst moet nog officieel worden goedgekeurd door de Europese Raad en treedt drie dagen na publicatie in het Publicatieblad van de EU in werking.

Van het CBAM moeten invoerders de CO2-uitstoot van hun goederen rapporteren. Ook moeten ze CBAM-certificaten kopen, die overeenkomen met de CO2-uitstoot van die producten. Daarbij geldt: geen dubbele belasting. Als het niet-EU-land van oorsprong al een koolstofheffing heeft, dan wordt die verrekend. Sinds oktober 2023 moeten bedrijven de uitstoot melden. Ze hoeven echter nog geen heffingen te betalen. Vanaf 2026 moeten ze dat wel doen.

Het koolstofgrenscorrectiemechanisme is het instrument van de EU om de koolstofprijs die wordt betaald voor EU-producten, die onder het EU-emissiehandelssysteem (ETS) vallen, gelijk te trekken met die van geïmporteerde goederen, en om niet-EU-landen aan te moedigen hun klimaatambities te verhogen. Koolstoflekkage kan zo mede worden voorkomen.

PvdA-Europarlementariër Mohammed Chahim, schaduwrapporteur op dit dossier, stelde blij te zijn met het snelle akkoord dat in de onderhandelingen tussen het Parlement, de Commissie en de Raad is bereikt. Hij slaat echter ook alarm. ‘De signalen dat de Commissie heeft gezinspeeld op extra flexibiliteit voor president Trump in CBAM baren mij grote zorgen. Wat betekent deze flexibiliteit en waarom zouden we ons eigen instrument ondermijnen? Geen enkele Europese industrie heeft hierom gevraagd.’ Zijn fractie wil ‘geen uitzonderingen, geen speciale regelingen, geen speciale deals voor wie dan ook. Niet voor onze buren, en zeker niet voor een wereldmacht. Het standpunt van ons Parlement is glashelder.’

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen

4

Gerelateerde artikelen