Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de door T.P.T. verrichte no-cure-no-pay-dienst onder bezwarende titel wordt verricht en derhalve voor de BTW een belastbare handeling vormt. Dat de betaling van de honoraria van de advocaat afhangt van het onzekere resultaat van de procedure, is niet van belang.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de financieringsvergoeding en de aanvangsvergoeding die door A Oy in rekening worden gebracht voor haar factoringdiensten de tegenprestatie vormen voor één enkele, ondeelbare dienst van ‘inning van schuldvorderingen’ die aan de BTW is onderworpen. Dit geldt ook voor factoring via verpanding.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de financieringsvergoeding en de aanvangsvergoeding die door A Oy in rekening worden gebracht voor haar factoringdiensten de tegenprestatie vormen voor één enkele, ondeelbare dienst van ‘inning van schuldvorderingen’ die aan de BTW is onderworpen. Dit geldt ook voor factoring via verpanding.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat een BTW-teruggaaf wordt geweigerd van de BTW die heeft gedrukt op een levering van apparatuur aan een in een andere lidstaat dan de lidstaat van aankoop van dit goed gevestigde belastingplichtige.
Op 20 oktober 2025 hebben de EU en Zwitserland een wijzigingsprotocol ondertekend om de bestaande overeenkomst inzake fiscale samenwerking te intensiveren. Met het protocol wordt de automatische uitwisseling van informatie over financiële rekeningen uitgebreid en is een nieuw kader gemaakt voor samenwerking bij de invordering van BTW.
Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het EHRM verklaart de klacht in de zaak Italmoda Mariano Previti en anderen tegen Nederland niet-ontvankelijk. De aan Italmoda opgelegde BTW-naheffingsaanslagen zijn namelijk niet te beschouwen als een ‘straf’ in de zin van het beginsel ‘geen straf zonder wet’ van art. 7 EVRM.
De Hoge Raad oordeelt dat het Verdrag met Malta zowel een heffingsvacuüm wil voorkomen in verband met het aldaar voor non-domiciled residents geldende remittance base regime, als het onthouden van de verdragsvoordelen aan hen die door een bijzondere regeling geheel of gedeeltelijk van belastingheffing zijn vrijgesteld.
Advocaat-generaal HvJ EU Szpunar concludeert dat G GmbH de kosten van de printsjablonen voor de etiketten op de conserven in blik moet optellen bij de relevante transactiewaarde. Dit geldt wanneer de in het douanegebied van de EU gevestigde koper deze printsjablonen kosteloos in elektronische vorm aan leveranciers in een derde land ter beschikking stelt.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Roemenië niet in strijd me het EU-recht handelt door producenten van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te onderwerpen aan een belasting over de inkomsten uit de verkoop van hun elektriciteit boven een bepaalde vastgestelde prijs.