Het inzagerecht werd geregeld door een amendement van Pieter Omtzigt c.s. bij de behandeling van het Belastingplan 2024. De Belastingdienst werkt nu aan een geleidelijke invoering. Vanaf 2026 worden als eerste beschikkingen over inkomstenbelasting (niet-winst) gefaseerd beschikbaar gesteld. Belastingplichtigen kunnen dan op termijn bij de bekendmaking van een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking inzage in de op de daarop betrekking hebbende stukken worden verleend. Mits deze zijn beoordeeld en bewerkt om gewichtige redenen zoals privacy. Een voorbeeld van dit soort stukken is behandelverslagen. Hierbij kan gedacht worden aan het anonimiseren van gegevens van medewerkers van de Belastingdienst of van andere burgers, of aan het voorkomen dat inzichten worden verkregen in de toezicht- en handhavingsstrategie van de Belastingdienst.

De realisatie is omvangrijk en raakt alle onderdelen van de Belastingdienst. Daarom wordt bij elke fase de routekaart opnieuw beoordeeld. Eind 2025/begin 2026 volgt een addendum bij de uitvoeringstoets met een kostenraming voor de eerste fase. Voor de eerste stap is €24,6 miljoen gereserveerd binnen de begroting van Financiën. Vervolgens vindt steeds per inwerkingtredingsbesluit een uitvoeringstoets plaats, waarin de kosten voor een volgend belastingmiddel worden ingeschat. Voor vervolgstappen is nog geen budget vastgesteld; daarover moet later besluitvorming plaatsvinden.

Lees ook het thema Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht (36816) op Inview.

Bron: Rijksoverheid