Japan Tobacco International SA. Reference for a preliminary ruling. Directive 2011/64/EU applies to the price of packaged tobacco products? Conseil d'État
19 december 2017
Request for a preliminary ruling from the Conseil d'État in the case Japan Tobacco International SA and Japan Tobacco International France SAS.
Must Directive 2011/64/EU of 21 June 2011 be interpreted, as regards the definitions of tobacco products set out in Articles 2, 3 and 4 thereof, as also governing the price of packaged tobacco products?
Met de miljarden uit het coronaherstelfonds had meer voor bedrijven in de Europese Unie gedaan kunnen worden, vindt de EuropeseRekenkamer(ERK). In ruil voor geld uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility — RRF) van de EU beloofden landen hervormingen en investeringen ten bate van het ondernemingsklimaat. De waakhond van de Europese financiën ziet dat dit nog onvoldoende heeft opgeleverd.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de door Rechtbank Gelderland toegekende vergoedingen niet te laag zijn. De proceskostenvergoeding per zaak is verlaagd naar € 50 omdat strikte toepassing van de forfaitaire regeling zou leiden tot een proceskostenvergoeding die de werkelijk gemaakte kosten ver zou overtreffen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de Spaanse uitsluiting van aftrek van BTW-voorbelasting met betrekking tot representatiekosten niet in strijd is met het EU-recht. De Spaanse regeling voorziet namelijk voor het eerst in een uitsluiting van het recht op aftrek voor uitgaven voor representatiekosten.
Advocaat-generaal Martín y Pérez de Nanclares concludeert dat het in strijd met het EU-recht is dat België de diensten die een vereniging tegen vergoeding voor haar leden verricht aanmerkt als interne handelingen en dus buiten de werkingssfeer van de BTW-richtlijn vallen.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de door T.P.T. verrichte no-cure-no-pay-dienst onder bezwarende titel wordt verricht en derhalve voor de BTW een belastbare handeling vormt. Dat de betaling van de honoraria van de advocaat afhangt van het onzekere resultaat van de procedure, is niet van belang.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de financieringsvergoeding en de aanvangsvergoeding die door A Oy in rekening worden gebracht voor haar factoringdiensten de tegenprestatie vormen voor één enkele, ondeelbare dienst van ‘inning van schuldvorderingen’ die aan de BTW is onderworpen. Dit geldt ook voor factoring via verpanding.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de financieringsvergoeding en de aanvangsvergoeding die door A Oy in rekening worden gebracht voor haar factoringdiensten de tegenprestatie vormen voor één enkele, ondeelbare dienst van ‘inning van schuldvorderingen’ die aan de BTW is onderworpen. Dit geldt ook voor factoring via verpanding.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat een BTW-teruggaaf wordt geweigerd van de BTW die heeft gedrukt op een levering van apparatuur aan een in een andere lidstaat dan de lidstaat van aankoop van dit goed gevestigde belastingplichtige.
Op 20 oktober 2025 hebben de EU en Zwitserland een wijzigingsprotocol ondertekend om de bestaande overeenkomst inzake fiscale samenwerking te intensiveren. Met het protocol wordt de automatische uitwisseling van informatie over financiële rekeningen uitgebreid en is een nieuw kader gemaakt voor samenwerking bij de invordering van BTW.
Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) naar de Tweede Kamer gestuurd.