
Het demissionaire kabinet vindt het "niet wenselijk" om nog een jaar geen boetes op te leggen aan werkgevers die zzp'ers inzetten voor werk waar zij eigenlijk mensen voor in dienst zouden moeten nemen. Het zou de handhaving van de wet tegen schijnzelfstandigheid ondermijnen, schrijft demissionair staatssecretaris Heijnen van Financiën aan de Tweede Kamer.
Het tegengaan van schijnzelfstandigheid is "cruciaal", aldus de bewindsman in antwoord op een informatieverzoek vanuit de Tweede Kamer. Niet alleen om uitbuiting en misbruik tegen te gaan, maar ook om oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen zowel werkgevers als werkenden te voorkomen.
Werkgevers kunnen sinds dit jaar naheffingen van sociale premies krijgen als zij door de fiscus betrapt worden op het ten onrechte inhuren van zzp'ers. Om ze een 'zachte landing' te geven, worden mede op verzoek van een Kamermeerderheid dit jaar nog geen boetes opgelegd. Heijnen vindt dat ondernemers daarmee genoeg tijd hebben gekregen om aan de nieuwe situatie te wennen.
Verder uitstel van volledige handhaving zou volgens de staatssecretaris "een slecht signaal" zijn aan ondernemers die zich wel netjes aan de regels houden. "We zien namelijk veel beweging van organisaties die zich inspannen om het echt goed te willen doen." Dat is voor Heijnen reden om "juist geen stap terug te zetten".
Het kabinet heeft ook een financiële prikkel om de boetepauze niet te verlengen. Langer treuzelen met volledige handhaving op schijnzelfstandigheid kan door de Europese Commissie worden uitgelegd als een schending van de afspraken over het coronaherstelplan, waar Nederland nog miljarden uit hoopt te ontvangen.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting