Staatssecretaris Jansen van Infrastructuur reageert op het manifest van MVO Nederland waarin wordt opgeroepen tot circulaire actie. Hieruit blijkt dat het kabinet invoering van EU anti dumpingmaatregelen voor staat om oneerlijke concurrentie door import van goedkope, niet-duurzame materialen tegen te gaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verhuur van de appartementen onder de ‘short-stay’-uitzondering valt. Daarom heeft X BV recht op teruggaaf van de BTW op de kosten van de realisatie van de appartementen.

Hof Amsterdam oordeelt dat Rechtbank Noord-Holland terecht heeft geconcludeerd dat X BV kwalificeert als BTW-ondernemer voor de toepassing van de plaats van dienst regels en verleggings-BTW is verschuldigd.

De Raad van de EU heeft op 27 mei 2025 zijn onderhandelingsstandpunt (general approach) vastgesteld over een van de voorstellen van het Omnibus I-wetgevingspakket dat het EU-mechanisme voor de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) vereenvoudigt en versterkt.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X BTW-vrijgestelde verzekeringsprestaties verricht en daarom geen recht heeft op aftrek van voorbelasting.

A-G Wattel is van mening dat er spanningen zijn tussen de (i) fiscaalrechtelijke en strafrechtelijke criteria voor ‘opzet’ respectievelijk ‘onjuist’ en (ii) EU-rechtelijke en nationaal-fiscaalrechtelijke criteria voor het weigeren van het BTW-nultarief. Het is daarom wenselijk dat de Hoge Raad dit laatste punt opheldert.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het EOM in redelijkheid kan komen tot een raming meer dan € 10 mln schade en dus bevoegd is om tot strafvervolging over te gaan.