De nieuwe tarieven van de waterschapsbelasting voor Waterschap Rijn en IJssel zijn bekend. Deze gelden vanaf 1 januari 2026 voor alle inwoners, bedrijven, agrarische bedrijven, gemeenten, bos- en natuureigenaren in het werkgebied van het waterschap. Hoeveel men betaalt, is afhankelijk van de situatie.

De nieuwe tarieven zijn berekend volgens het landelijke nieuwe rekenmodel voor waterschapsbelasting, dat per 1 januari 2026 ingaat. Hierbij wordt rekening gehouden met de eigenschappen van het gebied van het waterschap, zoals de hoeveelheid dijken, kwetsbare natuur, stedelijk of landelijk gebied en andere regiospecifieke zaken. Zo heeft Waterschap Rijn en IJssel bijvoorbeeld te maken met verdroging, maar niet met verzilting vanuit de zee. De tarieven zijn daarop aangepast.

Nieuw belastingstelsel

Tegelijk met deze landelijke wijziging, voert Waterschap Rijn en IJssel ook een nieuw, eerlijker, verdelingssysteem door. Zo heeft de waardeontwikkeling van de WOZ geen effect meer op de tarieven voor huizenbezitters. Inwoners hebben daardoor in 2026 relatief minder belastingstijging en geen onzekere tariefstijgingen meer in de toekomst. Deze kosten worden nu meer gedragen door de landbouw. De landbouw profiteert dan ook meer van de diensten van het waterschap, zoals het maaien van de sloten en droogtemaatregelen. Dit is een correctie op de afgelopen jaren. De prijs per hectare is nog steeds een van de laagste van Nederland.

Voor bedrijven geldt dat de hoogte van de belasting onder meer afhangt van de hoeveelheid vervuiling van het afvalwater. Dus hoe meer vervuiling, hoe hoger het tarief. Dit sluit aan bij het principe ‘de vervuiler betaalt’.

Het nieuwe belastingstelsel is ook op de lange termijn transparanter, eerlijker en duurzamer. De tarieven en de begroting voor 2026 zijn vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 4 november 2025.

Tarieven en voorbeelden

Inwoners gaan 1,6% tot 6% meer belasting betalen, afhankelijk van hoeveel personen het huishouden heeft, en of het een koop- of huurhuis is. Voor sommige belastingonderdelen gaan inwoners zelfs minder belasting betalen. Bedrijven betalen circa 8% en landbouwbedrijven 19,9 % meer dan in 2025.

Rekenvoorbeelden voor 2026:

  • Een alleenstaande in een huurhuis € 161,32 per jaar betaalt (4,3 % ofwel € 6,70 meer dan in 2025).
  • Een gezin in een huurhuis € 308,00 per jaar betaalt (6% ofwel € 17,34 meer dan in 2025).
  • Een alleenstaande met een koophuis met een WOZ-waarde van € 370.000 euro € 294,45 per jaar betaalt (1,6% ofwel € 4,78 meer dan in 2025).
  • Een gezin met een koophuis met een WOZ-waarde van € 370.000 € 441,13 per jaar betaalt (3,6% ofwel € 15,42 meer dan in 2025).

 

Bron: ANP/ Waterschap Rijn en IJssel

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

15

Gerelateerde artikelen