De Orde vraagt om toelichting bij zowel de grensoverschrijdende outbound omzetting met zetelverplaatsing als de grensoverschrijdende inbound omzetting met zetelverplaatsing. Ook is meer toelichting gewenst voor het geval dat een Nederlandse vaste inrichting ontstaat op het moment van de verplaatsing van de werkelijke leiding en de omzetting, waarbij de omzetting niet onder de uitzonderingen valt van het voorgestelde art. 28a lid 2 Wet VPB 1969. Terwijl voor art. 15c Wet VPB 1969 een partiële eindafrekening geldt, lijkt art. 28a Wet VPB 1969 te leiden tot een volledige eindafrekening.

In het consultatievoorstel wordt aangegeven dat de vestigingsplaatsficties bij outbound grensoverschrijdende omzettingen onverkort van toepassing blijven. De NOB merkt op dat het antwoord op de vraag of de vestigingsplaatsficties na een omzetting voortduren in de literatuur geen uitgemaakte zaak is en pleit daarom voor een heroverweging. Verder verzoekt de NOB om bij het uiteindelijke wetsvoorstel in te gaan op de gevolgen van een grensoverschrijdende outbound omzetting voor een bestaande fiscale eenheid.

De NOB stelt ook vragen over de verlengstukwinst coöperatie, dividendbelasting bij omzetting BV in coöperatie, de samenloop met het wetsvoorstel Modernisering personenvennootschappen, ontbreken van een delegatiebepaling en uitstel van betaling.

Het consultatievoorstel (V-N 2025/49.5) voorziet in een uitbreiding en modernisering van de fiscale regels voor omzettingen in de vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting en dividendbelasting. De consultatie liep van 20 oktober 2025 tot en met 1 december 2025.

Lees de hele reactie.

Bron: NOB