De NOB is voorstander van het invoeren van constitutionele toetsing en van het opzetten van een apart constitutioneel hof met sterke bevoegdheden om tot een volle constitutionele toetsing in Nederland te komen. Dat staat in een reactie van de Orde op de internetconsultatie ‘Wijziging van de Grondwet ter invoering van constitutionele toetsing’ (V-N 2025/35.24).

De NOB is van mening dat het recht op een eerlijk proces, zoals neergelegd in art. 17 Grondwet, door middel van de voorgestelde wijziging van de Grondwet beter gewaarborgd zal zijn dan nu het geval is. Dit doordat, anders dan het geval is bij art. 6 lid 1 EVRM, waar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak Ferrazzini/Italië (EHRM 12-07-2001, ECLI:CE:ECHR:2001:0712JUD004475998, BNB 2005/222, V-N 2001/44.5) geschillen omtrent de verplichting belasting te betalen buiten het toepassingsbereik van art. 6 lid 1 EVRM heeft gesteld, art. 17 Grondwet fiscale zaken niet uitsluit. Wel vraagt de NOB zich af of het niet passend zou zijn om ook aan art. 104 Grondwet (het fiscale legaliteitsbeginsel) te kunnen toetsen.

Ook verwijst de Orde naar het NOB-rapport ‘Constitutionele toetsing: ook in Nederland?’ dat op 1 juni 2023 is aangeboden aan de Directeur-Generaal Fiscale Zaken van het ministerie van Financiën en de Directeur-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het rapport wil de NOB een bijdrage leveren aan het publieke debat over constitutionele toetsing.

Lees de hele reactie.

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

429

Gerelateerde artikelen