Bij een keuze voor een jaarlijkse heffing over de vermogensaanwas – in plaats van een heffing over de behaalde vermogenswinst op het moment van realisatie bij verkoop – kiest Nederland voor een uitzonderingspositie. Dit is de conclusie van een internationaal vergelijkend onderzoek naar inkomstenbelastingheffing op vermogen op basis van werkelijk rendement (box 3) in twaalf landen, dat door de NOB is gepubliceerd.

Het onderzoek is uitgevoerd door PwC op verzoek van de Commissie Wetsvoorstellen van de NOB. In 2016 heeft het Ministerie van Financiën een onderzoek uitgevoerd om de mogelijkheden te verkennen voor een belastingheffing op basis van werkelijk rendement. Dit onderzoek was het startpunt van het onderzoek door PwC. In 2016 zijn de volgende landen in het onderzoek betrokken: Denemarken, Duitsland, Italië, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten en Zweden. In de update van het onderzoek zijn ook de landen België, Frankrijk en Spanje betrokken.

Naast de bevinding dat Nederland als enige land kiest voor de invoering van een vermogensaanwasheffing, bevat het rapport de volgende bevindingen:

  • Er worden geen specifieke vrijstellingen toegepast voor vermogenswinsten. Een aantal landen kent wel specifieke grondslagverminderingen als het gaat om directe inkomsten uit aandelen en onroerend goed.
  • Driekwart van de onderzochte landen kent geen forfaitaire nationale heffing voor het eigen gebruik van een tweede woning. Alleen België, Italië en Spanje hanteren een forfaitaire nationale heffing om eigen gebruik van de vakantiewoning in de inkomstenbelasting te betrekken.
  • Er worden weinig tot geen vrijstellingen geboden voor vermogenswinsten. Vier landen hanteren een vlaktaks voor vermogenswinsten, terwijl de andere landen progressieve tarieven toepassen.
  • Opvallend is verder dat alle onderzochte landen – met uitzondering van de Verenigde Staten – een systeem kennen van een volledig of gedeeltelijke vooringevulde aangifte, zoals we dat ook in Nederland kennen. Opmerkelijk is dat er een aantal landen is, waarbij ook de vermogenswinst door financiële instellingen wordt verstrekt aan de Belastingdienst en wordt opgenomen in de vooringevulde aangifte. In Nederland blijken de financiële instellingen (nog) niet in staat zijn deze gegevens aan de Belastingdienst aan te leveren, aldus de staatssecretaris van Financiën in een recente brief aan de Tweede Kamer.

Gegeven de uitkomsten van dit onderzoek is het van belang dat de politiek zich bewust is van keuzes die afwijken van hetgeen internationaal gebruikelijk is en kritisch kijkt naar de onderbouwing die hiervoor worden gegeven, aldus de NOB.

Lees hier het hele onderzoek.

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Box 3

Focus: Focus

127

Gerelateerde artikelen