
De NOB adviseert in de reactie op het initiatiefwetsvoorstel Zelfstandigenwet om zoveel mogelijk begrippen in te vullen. Het initiatiefwetsvoorstel hanteert een aantal open normen. Deze normen sluiten deels aan bij de huidige rechtspraak. Als het doel van het voorstel is meer zekerheid te bieden aan werkenden en werkverschaffers dan zou het gebruik van open normen zo beperkt mogelijk moeten plaatsvinden, aldus de NOB.
Zo worden in het voorstel de begrippen "werkende" en "werkverstrekker" geïntroduceerd. Het is naar de mening van de NOB van groot belang dat deze termen ondubbelzinnig worden begrepen, omdat zij essentieel zijn voor de juiste interpretatie en toepassing van de regels. Omvat de term "werkende" uitsluitend natuurlijke personen, of strekt deze definitie zich ook uit tot rechtspersonen zoals BV's met één aandeelhouder/directeur/werknemer?
De NOB geeft verder in overweging om ten aanzien van de zelfstandigentoets te werken met duidelijk gedefinieerde criteria die beter verifieerbaar zijn, zoals het stellen van voorwaarden die zien op het doen van investeringen (met daarbij een nadere toelichting wat daar dan onder valt) of het hebben van specifieke ondernemerskosten, zoals de kosten voor een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, opleidingskosten en/of kosten voor netwerk of reclame.
Ook vraagt de Orde zich af hoe het begrip ‘zelfstandige’ zoals gedefinieerd in dit voorstel zich verhoudt tot het fiscale begrip ‘ondernemer’ in art. 3.4 Wet IB 2001 of het begrip ‘bedrijf of zelfstandig beroep’ zoals onder andere opgenomen in art. 3 lid 1 letter a Wet LB 1964.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws