In een tweede brief aan minister Heinen en staatssecretaris Heijnen van Financiën uit het RB opnieuw kritiek op de voorgenomen invoering van een nationale handling fee. De conclusie luidt dat de nationale handling fee juridisch onhoudbaar, praktisch onuitvoerbaar en beleidsmatig ondoordacht is. Alleen een Europese, uniforme regeling kan een legitiem en werkbaar alternatief vormen.

Douane Nederland heeft enkele weken geleden bekend gemaakt dat er voornemens zijn om per 1 januari 2026 een zogenoemde nationale handling fee (hierna ook: NHF) in te voeren. Een NHF zou gelden voor zendingen die worden aangegeven in het systeem DECO, waarin douaneaangiften worden gedaan voor e-commercezendingen met een waarde onder €150.

Het RB heeft op 15 oktober 2025 een (eerste) brief gestuurd aan de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer. Destijds was nog onduidelijk op welke juridische grondslag de heffing zou rusten. Inmiddels lijkt de regering voornemens die grondslag alsnog te verankeren in de nationale douanewetgeving door aanvullende bepalingen in te voeren. Of dit enkel zal gebeuren in het Algemeen Douanebesluit (ADB) en de Algemene Douaneregeling (ADR), of ook in de Algemene Douanewet (ADW), is vooralsnog onduidelijk.

De brief behandelt de volgende punten:
1. Zorgvuldigheid van het wetgevingstraject;
2. Algemene Douanewet biedt geen grondslag voor NHF;
3. Onuitvoerbaarheid en onhaalbare implementatiedatum;
4. Onvoldoende effectbeoordeling en uitvoeringsrisico’s;
5. Hoogte van het tarief van de NHF & Rapport ‘Maat houden’.

Bron: Register Belastingadviseurs

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Douane

20

Gerelateerde artikelen