De Belastingdienst heeft het thema Vraag en antwoord kwalificatie rechtsvormen / FGR / VBI uitgebreid met het onderdeel Praktische uitgangspunten behandeling fondsen voor gemene rekening.

In het thema geeft de Belastingdienst antwoord op in de praktijk gestelde vragen over de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen en de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Onlangs is het Fondsenbesluit 2025 verschenen. In aanvulling hierop geeft de Belastingdienst enige praktische uitgangspunten voor de behandeling van fondsen voor gemene rekening. De hoofdlijn is dat de Belastingdienst, voor wat betreft het voldoen aan de wettelijke omschrijving ‘fonds als bedoeld in art. 1:1 Wft’ het oordeel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) volgt.

Er wordt onder meer ingegaan op familieconstructies. De Belastingdienst volgt het oordeel van de AFM. Als een vergunning of registratie van de AFM kan worden getoond, besteedt de inspecteur geen aandacht aan de omvang of de samenstelling van de groep (van twee of meer) deelgerechtigden. Als geen vergunning of registratie kan worden getoond, maar de groep (van twee of meer) deelgerechtigden omvat ook een lid van buiten de familie, dan neemt de inspecteur aan dat geen sprake is van een familieconstructie.

Bron: Belastingdienst

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

9

Gerelateerde artikelen