Het Nederlandse fiscale stelsel moet beter worden afgestemd op dat van concurrerende EU-lidstaten. Recente internationale vergelijkingen laten zien dat de effectieve marginale belastingdruk in Nederland inmiddels tot de hoogste van de EU behoort. Dat schrijft oud-ASML-topman Peter Wennink in zijn rapport dat hij op verzoek van het kabinet schreef. Het rapport Wennink geeft invulling aan de vraag om het Draghi-rapport, dat de toekomst van het Europese verdienvermogen schetst, te vertalen naar de Nederlandse context.
Wennink adviseert de effectieve marginale belastingdruk te verlagen. Er zijn tientallen fiscale regelingen die hun doel niet bereiken, het belastingstelsel compliceren, en waarvan het geld effectiever kan worden ingezet. De zelfstandigenaftrek is een voorbeeld van een dergelijke regeling, waarbij vooral het zijn van ondernemer wordt beloond in plaats van het feitelijke ondernemen. Het afbouwen van deze regelingen kan op termijn tientallen miljarden opleveren. Deze miljarden kunnen worden ingezet om de belastingen op arbeid en winst te verlagen en investeringen in de toekomst te doen.
Het hervormen van het fiscale stelsel moet worden ingestoken met stabiliteit en vereenvoudiging als doel, met fiscale prikkels gericht op de meest innovatieve activiteiten. Zo moeten innovatiebevorderende fiscale regelingen, zoals de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) en de innovatiebox, in stand worden gehouden en de investeringsaftrekregeling gericht worden verruimd. Ook stelt Wennink voor om een fiscaal aantrekkelijk Nederlands equivalent te introduceren van de Zweedse investerings-spaarrekening om spaargeld van huishoudens te activeren en te koppelen aan nationale investeringsprioriteiten.
Milieu en betaalbare energie
Wennink ziet een rol voor de overheid in het dempen van de elektriciteitskosten. Door elektriciteitsbelastingen naar het Europees minimumtarief te verminderen, in lijn met de plannen van Draghi en de Europese Commissie, kan direct verlichting worden geboden aan de industrie en verduurzaming worden gestimuleerd. Nationale belastingen bovenop EU-tarieven, zoals ook een nationale CO2-belasting, creëren een oneerlijk speelveld binnen Europa. Lage elektriciteitsprijzen zijn simpelweg van nationaal belang. De elektriciteitsprijzen in Nederland moeten in ieder geval competitief zijn met de prijzen in België en Duitsland. Verder adviseert Wennink om de luchtvaartbelasting te koppelen aan fondsen voor verduurzaming en modernisering.
Socialezekerheidsstelsel en arbeidsmarktbeleid
Het socialezekerheidsstelsel en arbeidsmarktbeleid heeft een herijking nodig om aan te sluiten bij de economische en technologische ambities, aldus Wennink. Economische groei is onmisbaar om koopkracht, sociale zekerheid en publieke diensten te kunnen blijven financieren. De economische groei moet komen uit productiviteitsgroei. Fiscale voordelen voor kenniswerkers, zoals de 30%-regeling, moeten worden behouden en verbreed en om- en bijscholing moet fiscaal aantrekkelijk worden voor werkgevers en werknemers op dezelfde manier als dat nu wordt gedaan voor R&D.
Nederland moet naar een sociaal zekerheidssysteem met een breed sociaal draagvlak dat beter aansluit bij de huidige en toekomstige economie en maatschappij. Wennink pleit voor een modern ‘flexicurity’-model dat bedrijven ruimte biedt voor wendbare en innovatieve bedrijfsvoering, zonder dat werkenden hun fundamentele sociale zekerheden verliezen. Andere adviezen zijn: schaf het tweede jaar van doorbetaling bij ziekteverzuim door werkgevers af en hervorm de transitievergoeding die bij ontslag wordt ontvangen.
Link naar het rapport Wennink.
Bron: Rapport Wennink
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen