X. Reference for a preliminary ruling. VAT exemption. Supply of blood plasma. Finanzgericht Münster
20 september 2016
Request for a preliminary ruling from the Finanzgericht Münster in the case X.
Is Article 132(1)(d) of the VAT Directive to be interpreted as meaning that the supply of human blood also encompasses the supply of blood plasma obtained from human blood?
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de pensioen- en lijfrenteaanspraken in 2015 feitelijk voorwerp van zekerheid zijn geworden. Het hof wijst erop dat het privévermogen van X in 2015 is afgenomen met € 415.123. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt.
In dit artikel staan alle wijzigingen op het gebied van de omzetbelasting, accijnzen en verbruiksbelastingen uit het belastingpakket 2026 per wetsvoorstel.
De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet behoud verlaagd BTW-tarief op cultuur, media en sport bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt.
Hof Amsterdam oordeelt dat (i) het deel van de Regeling Wfsv dat tijdsevenredige herrekening van het premie-inkomen bij overlijden uitsluit, niet in strijd is met internationale verdragsbepalingen en (ii) geen aanleiding bestaat om de Regeling Wfsv voor dat deel onverbindend te verklaren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Den Haag oordeelt dat X in 1977 ervoor heeft gekozen om naar Nederland te verhuizen om hier te gaan studeren en vervolgens hier is blijven wonen en werken. X bevindt zich bij indiensttreding bij het EOB in 1990 niet meer in een grensoverschrijdende situatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de vrijstelling voor het aanbieden van kansspelen van toepassing is op de diensten die de LTD. verricht voor X.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat het appartement uitsluitend voor representatieve doeleinden en als kantoor wordt gebruikt en niet tevens als woning dient.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief niet van toepassing is op de door X BV geïnde entreegelden. De optredens zijn voor de bezoekers namelijk van ondergeschikt belang. X BV maakt niet aannemelijk dat de bezoekers entreegelden betalen om toegang te verkrijgen tot de optredens. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).