Nieuwe regels maken voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) de belastingdruk op dividend onvoorspelbaar hoog. Vanaf 2025 telt het dividend uit de eigen bv mee voor het schrappen van belastingkortingen, met soms pijnlijke gevolgen. 

De bekende leus van de Belastingdienst, leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker, is stilletjes verdwenen. Makkelijker is het er dan ook niet op geworden. Zeker niet voor mensen met een bv die dividend willen uitkeren. Vanaf dit jaar is het belastingtechnisch een puzzel van formaat.

Box 2: meer dan alleen een tarief

Wie meer dan 5 procent van de aandelen in een bv bezit, valt met dividenduitkeringen in box 2 van de inkomstenbelasting. Er zijn in 2025 twee schijven: 24,5 procent tot € 67.804 en 31 procent daarboven. Maar let op: dit tarief vertelt niet het hele verhaal. Vanaf 2025 telt dividend mee voor de afbouw van heffingskortingen. Dat kan de belastingdruk flink verhogen.

Heffingskortingen verdwijnen bij hoger inkomen

Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting van € 3.068, of € 1.536 voor AOW’ers. Deze korting wordt verminderd met 6,337 procent van het inkomen boven € 28.406. Voor mensen boven de AOW-leeftijd is dit percentage 3,17 procent. Hierdoor is bij een inkomen van € 76.818 de algemene heffingskorting helemaal afgebouwd. Belangrijk is dat voor het eerst in 2025 niet alleen het inkomen in box 1 meetelt, maar ook het inkomen in de boxen 2 en 3.

Voor AOW’ers komt daar nog de afbouw van de ouderenkorting van € 2.035 bij. Bij een inkomen vanaf € 45.308 wordt deze korting met 15 procent per euro afgebouwd. Zo is bij een inkomen van € 58.875 de ouderenkorting helemaal afgebouwd. Als het inkomen van de dga in box 1, 2 en 3 binnen dit bereik valt, kost een dividenduitkering hem daarom niet alleen het box 2-tarief én het afbouwpercentage van de algemene heffingskorting, maar ook 15 procent ouderenkorting. De belastingdruk kan dan oplopen tot maar liefst 42,67 procent (= 24,5 procent + 3,17 procent + 15 procent)!

Fiscaal partnerschap: verdelen of niet?

Fiscaal partners mogen box 2-inkomen onderling verdelen. Zo kunnen ze samen tweemaal profiteren van het lage box 2-tarief tot € 135.608. Maar ook de partner krijgt te maken met afbouw van kortingen. Soms is het daardoor voordeliger om het dividend juist bij één partner te houden.

Rekenvoorbeeld: Meneer en Mevrouw
Meneer (65) heeft een bv en ontvangt € 60.000 salaris. Mevrouw (68) ontvangt € 13.000 AOW. De bv keert aan beiden een bedrag van € 67.804 aan dividend uit. Met de afbouw van de belastingkortingen stijgt de belastingdruk:

  • Meneer betaalt 30,837 procent over de eerste € 16.818 dividend, daarna 24,5 procent.
  • Mevrouw betaalt 24,5 procent over de eerste € 15.406, daarna 27,67 procent, en tussen €32.308 en €45.875 zelfs 42,67 procent. Daarna loopt het tarief in stapjes weer terug naar 24,5 procent.

Conclusie

Veel dga’s willen zich voor het eind van het jaar dividend uit laten keren tegen het lage tarief van 24,5 procent. In 2025 is het eerst goed rekenen geblazen. De tarieven zijn slechts het begin, de afbouw van kortingen maakt het complex. Slim verdelen kan duizenden euro’s schelen.

Informatiesoort: Column

Rubriek: Inkomstenbelasting

11

Gerelateerde artikelen