
De koning heeft in 2025 nog steeds belastingvrijdom. Anders dan u en ik hoeft hij bepaalde belastingen niet te betalen. De vraag rijst of dit vandaag de dag nog gerechtvaardigd is.
Ik weet niet wat u hiervan vindt, maar bij mij bekruipt – al langer overigens – een gevoel van onrechtvaardigheid. En ik ben zeker geen republikein. Waarom betaalt de koning sommige belastingen niet en wij wel? Zo’n belastingvrijdom heeft dan zeker een bijzonder goede rechtvaardiging, toch?
Wel, niks is minder waar als u het mij vraagt. In de literatuur worden diverse argumenten vóór belastingvrijdom genoemd, zoals: 'een heffing van schenkbelasting leidt tot een arme koning en schendt het aanzien van het Koninklijk Huis', 'bij afschaffing van de vrijstelling moet het inkomen van de koning worden verhoogd' en 'de bijzondere status van de koning en leden van het Koninklijk Huis en de daarbij behorende uitgaven' (zie o.a. J. Dalhuizen, ‘De Kroon en de vrijdom van personele lasten’, WFR, 1965/833, De Grondwetsherziening 1972; Deel II: Uitkeringen en belastingvrijdom leden Koninklijk huis, lidmaatschap Koninklijk huis. (Documentatiereeks ‘Naar een nieuwe grondwet?’, deel 8) Den Haag: Staatsuitgeverij 1974, p. 5 en p. 13-14 en een zeer lezenswaardige conclusie van A-G Niessen over dit onderwerp van 18 december 2015, ECLI:NL:PHR:2015:2420 met aantekening in V-N 2016/3.6.).
Deze argumenten voor belastingvrijdom zijn wat mij betreft niet meer van deze tijd. Als de koning een schenking doet zal hij wel ‘armer’ worden, maar niet zó arm dat het aanzien van Koninklijk Huis wordt geschaad. Immers, Quote schat het vermogen van ons Koninklijk Huis in 2024 op € 1,3 mrd. Bovendien betreft het een schenking. Dat houdt in dat de koning voor zichzelf blijkbaar genoeg heeft. Verder is de bijzondere positie van de koning en het Koninklijk Huis niet meer wat het geweest is. Onze koning is anno 2025 immers geen vorst of belastinginner meer en vervult een overwegend ceremoniële rol binnen ons staatsbestel. De leden van het Koninklijk Huis hebben weliswaar veel verplichtingen, maar ontvangen daar een kostendekkende vergoeding voor. Zijn dat nu bijzondere rechtvaardigingen voor belastingvrijdom? Ik meen van niet..
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Belastingrecht algemeen