Op 15 juli 2025 is nummer 33 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Crypto-eigenaar kan ondanks VSO toch bezwaar maken tegen belastingheffing over box 3-vermogen
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X ondanks de afspraak in de VSO bezwaar kan maken tegen de IB-navorderingsaanslag 2018. In de VSO is alleen de hoogte van het box 3-inkomen geregeld. Over de belastingheffing over dit inkomen zijn geen afspraken gemaakt in de VSO. (punt 5) - Toepassing hardheidsclausule bij erfbelasting voor biologisch, niet juridisch, kind
De Staatssecretaris van Financiën past de hardheidsclausule toe in een specifieke situatie waarin een biologisch kind erft van zijn vader en de Belastingdienst een aanslag erfbelasting heeft opgelegd zonder rekening te houden met de kindvrijstelling en het kindtarief. Het biologische kind heeft in deze casus met DNA-bewijs aangetoond dat erflater de biologische vader is en dat er een familieband bestaat. (punt 15) - PVV-heffing kan niet meer worden bestreden bij IB-navorderingsaanslag
De Hoge Raad oordeelt dat de navorderingsaanslag niet kan worden verminderd voor zover te veel PVV zou zijn geheven bij de aanslag. De navorderingsaanslag heeft namelijk alleen betrekking op de IB. (punt 22) - Prejudiciële vragen over aanpassen verdeling box 3-grondslag fiscaal partners na geboden rechtsherstel
Rechtbank Den Haag oordeelt dat gerede twijfel bestaat of fiscaal partners na het geboden rechtsherstel nog hun verdeling van de box 3-grondslag mogen aanpassen. In het belang van duidelijkheid in een vroeg stadium, mede gelet op het grote aantal box 3-procedures waarin dit speelt, stelt de rechtbank prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. (punt 24) - A-G Pauwels: ook vergrijpboete bij navordering na spontane onjuiste IB-aangifte
A-G Pauwels is van mening dat de delictsomschrijving van art. 67e lid 1 AWR – in tegenstelling tot die van art. 67d lid 1 AWR – niet aanknoopt bij een schending van de aangifteplicht. Uit de wetsgeschiedenis volgt evenmin dat er een uitnodigingseis geldt. (punt 25) - Terechte aansprakelijkstelling door geen rechtsgeldige melding van betalingsonmacht
De Hoge Raad oordeelt onder verwijzing naar de antwoorden van het Hof van Justitie EU dat de bestuurdersaansprakelijkheidsregeling niet in strijd is met het EU-rechtelijke evenredigheidsbeginsel. Als het wenselijk wordt geacht dat de ontvanger in dezen een discretionaire bevoegdheid moet hebben, dan is het aan de wetgever om de regeling in die zin aan te passen. (punt 29)
Producten: Inhoudsopgave V-N
98