Op 2 december 2025 is nummer 53 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Verzamelbesluit dividendbelasting 2025 uitgebracht
De Staatssecretaris van Financiën heeft het Verzamelbesluit dividendbelasting 2025 uitgebracht. Dit besluit bevat een deel van het beleid voor de dividendbelasting en vervangt het besluit van 29 november 2022. (punt 5) - Update OESO-modelverdrag. Richtlijnen voor verdragstoepassing bij grensoverschrijdend thuiswerken verduidelijkt
De OESO heeft het OESO-modelverdrag en het daarbij behorende commentaar geüpdatet met onder andere nieuwe en gedetailleerde richtlijnen over de verdragstoepassing bij kortdurend grensoverschrijdend thuiswerken. (punt 6) - Woningtarief na verkaveling perceel waarbij voormalige woning over kavels is verspreid
De Hoge Raad oordeelt dat de onroerende zaak een woning is. Het betreft namelijk een groot deel (55%) van de oorspronkelijke woning, een deel van de buitenmuur van de voormalige woning en een deel van het terras. (punt 9) - BTW op gemengd gebruikt nieuwbouw-complex met verhuurd dak aftrekbaar volgens omzetmethode (art. 81 Wet RO)
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de BTW-aftrek op basis van het werkelijke gebruik van het nieuwbouw complex met verhuurd dak nauwkeuriger is dan de BTW-aftrek op basis van de omzetmethode. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO). (punt 11) - Hoge Raad geeft ‘soepele’ uitleg aan verwijtbaarheidstoets in art. 6:13 Awb
De Hoge Raad verklaart het verzet van X gegrond, omdat zij als betrokkene voor zichzelf hoger beroep heeft ingesteld en niet namens haar ex-echtgenoot. Het hof moet de ontvankelijkheid van haar hoger beroep – met inachtneming van dit arrest over de 'soepele' uitleg van de verwijtbaarheidstoets in art. 6:13 Awb – opnieuw beoordelen. (punt 16) - Hoge Raad vernietigt veroordeling van adviseur voor opzettelijk onjuiste indiening IB-aangiften van anderen
De Hoge Raad oordeelt dat X niet als pleger kan worden aangemerkt van het opzettelijk onjuist doen van IB-aangiften van anderen. De delictomschrijving van art. 69 lid 2 AWR ziet namelijk uitsluitend op degene op wiens belasting- of betalingsplicht die aangifte betrekking heeft of op zijn wettelijke vertegenwoordiger. (punt 19)
Producten: Inhoudsopgave V-N
140