Op 16 december 2025 is nummer 56 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Negatief loon vereist causaal verband met eerdere dienstbetrekking
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de aan de voormalige werkgever betaalde schadevergoeding, kosten beroepsinstantie, kosten rechtsbijstand en de wettelijke rente over deze bedragen niet in aanmerking kunnen worden genomen als negatief loon. (punt 3) - KG-standpunt: toepassing liquidatieverliesregeling bij voortzetting en staking onderneming binnen FE VPB
De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling stelt dat alsnog een liquidatieverlies kan worden genomen in het geval een onderneming van een niet-gevoegde deelneming van de belastingplichtige is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen de FE VPB wordt gestaakt. (punt 6) - A-G Wattel: Braziliaans IoNE kwalificeert als dividend: recht op tax sparing credit van 25%
A-G Wattel concludeert dat de IoNE zowel naar nationaal recht als voor de toepassing van het OESO-modelverdrag onmiskenbaar als ‘inkomsten uit aandelen’ moet worden aangemerkt en niet als interest. (punt 8) - BTW-vrijstelling kredietbemiddeling bij een kwalificerend samenstel van naar de aard eenvoudige materiële, technische of administratieve diensten
Het Gerecht oordeelt dat de BTW-vrijstelling voor de bemiddeling bij kredieten van toepassing is bij diensten die weliswaar naar de aard van eenvoudige materiële, technische of administratieve diensten zijn, maar deze diensten tezamen beschouwd in beginsel bedoeld zijn om het nodige te doen opdat een kredietinstelling met potentiële klanten kredietovereenkomsten sluit. (punt 12) - Vernietiging van UTB’s in 2016 was geen finale geschilbeslechting
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur bevoegd was – zolang de verjaringstermijn van drie jaar niet was verstreken – tot inning van de douane- en BTW-schulden over te gaan, nadat hij X BV naar behoren in de gelegenheid had gesteld om op zijn voornemen tot inning te reageren. (punt 16) - Informatie over niet in aangifte opgegeven aanmerkelijk belang vormt nieuw feit voor navordering
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur ten tijde van het opleggen van de aanslag nog niet beschikte over de gegevens inzake het aanmerkelijk belang waarop hij de navordering heeft gebaseerd. De navorderingsaanslag is terecht en naar het juiste bedrag aan X opgelegd. (punt 23)
Producten: Inhoudsopgave V-N
10