Op 23 september is nummer 7591 verschenen. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
- Prof. dr. S.B. Cornielje - De politieke mishandeling van de btw
- Prof. dr. M.F. de Wilde - Na de Pijlers: een oproep voor een competitieve EU-vennootschapsbelasting 2.0
Op 28 juni 2025 kwam de G7 onder Amerikaanse politieke drukuitoefening en represailledreiging tot een verklaring over een vrijstelling van de wereldwijde minimumbelasting (Pijler 2) voor het Amerikaanse bedrijfsleven. De asymmetrie die de G7-verklaring laat ontstaan in het voordeel van de Verenigde Staten, kan worden gezien als een gevoelige politieke nederlaag voor de EU en de andere G7-landen die Pijler 2 omarmen. Het piept en het kraakt. Hoe verder? Auteur roept op tot Europese assertiviteit en de introductie van een competitieve EU-vennootschapsbelasting: de Vennootschapsbelasting 2.0. - Drs. P.H.M. Flipsen, mr. J.W.J. van der Lee & mr. E.H. Pijnacker Hordijk - Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 en illiquide activa: een pleidooi voor aanpassing van het criterium voor uitzondering op de vermogensaanwasbelasting
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 heeft de staatssecretaris medegedeeld dat de uitzondering op de vermogensaanwasbelasting voor aandelen in familiebedrijven en meer in zijn algemeenheid het verschillend belasten van liquide en illiquide activa niet mogelijk is vanwege het risico op staatssteun en een onderscheid tussen liquide en illiquide activa moeilijk te maken zou zijn. Daarbij baseert de staatssecretaris zich op een staatssteunanalyse van het advocatenkantoor Nauta Dutilh. In het artikel wordt betoogd dat deze staatssteunanalyse onjuist is en een uitzondering op de vermogensaanwasbelasting voor alle illiquide activa vanuit EU-recht mogelijk is. Tevens wordt een helder criterium voorgesteld om een onderscheid te maken tussen liquide en illiquide activa. - D. van Bergen MSc. & W. Boei LL.M - “Technische omissie” in de belastingrenteregeling: iets keer 0 = 0
De belastingrenteregeling ligt zoals bekend onder vuur. Met de belastingrenteregeling in het kader van de mijnbouwheffingen is echter nog meer aan de hand. Sinds 2014 tot 2025 was er namelijk geen belastingrentepercentage vastgesteld voor deze heffingen. In deze bijdrage beschrijven de auteurs het ontbreken van dit rentepercentage, de mogelijke oorzaken hiervan en de gevolgen voor het verleden. In dat kader staan zij in breder perspectief stil bij de ontwikkelingen van het belastingrentepercentage door de jaren heen. - Rubriek Parlementair
Producten: WFR-signaleringen
12