De aanbeveling van de evaluatie van de werkkostenregeling is om zeer terughoudend te zijn met het inzetten van de werkkostenregeling (WKR) om secundaire beleidsdoelen te bereiken, zoals generieke lastenverlaging op arbeid. Dat staat in het eindrapport van de evaluatie dat door staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Door de WKR kunnen werkgevers bepaalde vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen vrijstellen van loonheffingen. De WKR is beoordeeld als doeltreffend en deels doelmatig. Veel aspecten dragen bij aan het beleidsdoel. Door de complexiteit van de regeling is deze niet volledig doelmatig.

Door de complexiteit kiezen sommige werkgevers ervoor om de WKR niet of niet optimaal te gebruiken. Dit is een aandachtspunt voor de doeltreffendheid. De administratieve lasten worden daarnaast als hoog ervaren. Binnen het systeem van de WKR kunnen zaken versoepeld of verduidelijkt worden om de administratieve lasten te verlagen.

De WKR is niet slechter dan voorgaande systemen. Daarnaast blijkt uit een internationale vergelijking dat andere systemen ook complexiteit en hoge administratieve lasten kennen.

Vanwege de demissionaire status van het kabinet is het aan een volgend kabinet om te beoordelen of en zo ja, welke vervolgstappen nodig zijn.

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 31a

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 14 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

66

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen