Het gaat om aanwijzingen tot bevoegde autoriteit en mandateringen ter uitvoering van:
-
de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen;
-
internationale verplichtingen ten aanzien van bijstandsverlening bij handhaving van de nationale wetten bij onderzoek naar of vervolging van strafrechtelijke belasting- en douaneaangelegenheden;
-
de Verordening (EU) nr. 904/2010 (administratieve samenwerking BTW);
-
de Verordening (EU) nr. 389/2012 (administratieve samenwerking accijnzen);
-
de Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012;
-
overige internationale bijstandsverlening bij de invordering van belastingschulden en overige schuldvorderingen;
-
verstrekken inlichtingen op basis van Belastingwet BES;
-
ter uitvoering van de Belastingwet BES.
Dit nieuwe besluit treedt in werking op 18 september 2025. Vanaf dat moment is het vorige besluit van 12 juli 2019, nr. 2019-78534 (Stcrt. 2019, nr. 41999) (V-N 2019/30.14) ingetrokken.
Wetingang:
Algemene wet bestuursrecht artikel 10.1
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 56
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 18 september
Informatiesoort: VN Vandaag