De Staatssecretaris van Financiën heeft het beleidsbesluit met de standaardvoorwaarden en het beleid voor een geruisloze omzetting op grond van art. 3.65 Wet IB 2001 geactualiseerd. Belangrijke wijzigingen betreffen onderdeel 3.4. en de achtste standaardvoorwaarde.

De wijziging van onderdeel 3.4 betreft verruiming van de bestaande goedkeuring voor inbreng in een holding. De verruimde goedkeuring staat ook toe dat de holding de aandelen in “die dochtermaatschappij” middellijk houdt, en ook dat wordt overgedragen aan een nieuw op te richten dochtervennootschap of aan een bestaande dochtermaatschappij zonder activiteiten.

In de vernieuwde achtste standaardvoorwaarde is nu de voorwaarde opgenomen die voorheen in een bijlage bij het beleidsbesluit werd gesteld aan een geruisloze omzetting met een in het buitenland woonachtige aandeelhouder.

Dit besluit treedt in werking op 5 november 2025. Met ingang van die dag wordt het besluit van 30 juni 2010 (V-N 2010/32.11) ingetrokken.

Wetingang:

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.65

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 5 november

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

31

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen