De civiele kamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X en Y aannemelijk maken dat Q betrokken is bij het valselijk opmaken van de royementsvolmacht met de valse handtekeningen van X en Y. Er is dan onrechtmatig gehandeld jegens X en Y.

X en Y exploiteren een varkenshouderij en een rundveehouderij. De winst die zij met de verkoop van deze activiteiten realiseren, wordt ondergebracht in een HIR. Op advies van Q, die werkzaam is bij fiscaal adviesbureau Z, wordt vervolgens geïnvesteerd in Canadese landbouw- en veeteeltprojecten. Deze verlopen niet succesvol. X en Y spreken Q en Z daarop aan omdat zij van mening zijn dat de advisering inadequaat is en dat sprake is van schending van de zorgplicht. Daarbij stellen zij onder andere dat zonder medeweten van X en Y een hypotheekrecht is doorgehaald met gebruikmaking van een valselijk ondertekende royementsvolmacht. Q bevestigt uiteindelijk dat dat inderdaad het geval is, maar dat hij daar niets mee te maken heeft. X en Y eisen een schadevergoeding van Q en Z.

De civiele kamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X en Y aannemelijk maken dat Q betrokken is bij het valselijk opmaken van de royementsvolmacht met de valse handtekeningen van X en Y. Hetgeen Q hiertegen inbrengt houdt geen voldoende betwisting in, zodat vaststaat dat de royementsvolmacht met de valse handtekening door Q is verzonden. Q en Z hebben dan ook onrechtmatig gehandeld jegens X en Y en zijn tekortgeschoten in de op hen rustende verplichtingen jegens hen. Omdat het hof de omvang van de schade niet zelf kan vaststellen, wordt de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Verbintenissenrecht

Editie: 12 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

262

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen