Hof Den Haag oordeelt dat het heffingsrecht over de afkoop van het dga-pensioen in eigen beheer niet toekomt aan Zuid-Korea, maar aan Nederland. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is in 2017 woonachtig in Zuid-Korea. Vanaf 1999 bouwt hij bij A BV pensioen in eigen beheer op. In 2017 koopt hij het opgebouwde pensioen af en stelt in zijn aangifte IB/PVV 2017 dat het afgekochte pensioen elders is belast. De inspecteur betrekt het inkomen uit de pensioenafkoop in de aanslag IB/PVV zonder toepassing van voorkoming van dubbele belasting. X is het hiermee niet eens en stelt dat het heffingsrecht over het inkomen op basis van het verdrag met Nederland toekomt aan Zuid-Korea.

Hof Den Haag (V-N 2024/2.1.4) oordeelt dat het heffingsrecht over de afkoop van het pensioen in eigen beheer niet toekomt aan Zuid-Korea, maar aan Nederland. Op basis van het belastingverdrag is het Nederland toegestaan om te heffen, voor zover de pensioenuitkering zelf ten laste komt van in Nederland behaalde ondernemingswinst. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen artikel 19

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Loonbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 26 november

Informatiesoort: VN Vandaag

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen