Fachverband Spielhallen eV (een brancheorganisatie van 88 exploitanten van kansspelautomaten) en LM (een exploitant van kansspelautomaten) dienen bij de Europese Commissie klachten in over de fiscale behandeling van overheidscasino’s in Duitsland. Deze behandeling zag met name op de aftrekbaarheid van een winstafroming. Volgens de EC is er echter geen sprake van staatssteun. Het Gerecht (22 oktober 2021, T‑510/20) verwerpt het beroep van Fachverband Spielhallen en LM tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie. In hun hogere voorziening verzoeken Fachverband Spielhallen eV en LM om vernietiging van de beschikking van het Gerecht. Het Hof van Justitie EU (21 september 2023, C‑831/21) oordeelt dat het in het besluit van de EC vastgestelde referentiekader onjuist is. Het Gerecht had dit kunnen vaststellen als het betoog van Fachverband Spielhallen eV en LM was onderzocht. Nu het Gerecht dit heeft nagelaten, vernietigt het Hof van Justitie EU de beschikking van het Gerecht en verwijst het de zaak terug naar het Gerecht.
Het Gerecht oordeelt dat bij de fiscale behandeling van overheidscasino’s in Duitsland geen sprake is van staatssteun. De winstafroming is namelijk een belasting en niet, zoals Fachverband Spielhallen eV en LM stellen, dividend. De EC heeft dan ook terecht gesteld dat de aftrekbaarheid van winstafroming een toepassing vormt van de algemene belastingregels van de normale belastingregeling, die het referentiestelsel is. De aftrekbaarheid van de winstafroming wijkt niet af van de algemene belastingregels van de normale belastingregeling zodat er met de betrokken maatregel geen selectief voordeel wordt verleend in de zin van art. 107 lid 1 VWEU. Het Gerecht verwerpt de stellingen van Fachverband Spielhallen eV en LM.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 107
Rubriek: Europees belastingrecht
Editie: 27 juni
Informatiesoort: VN Vandaag
Instantie: Gerecht van de Europese Unie