X verzoekt na een ongeval in 2012 en daaropvolgende emigratie naar België om een ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV over 2012, vanwege een onjuiste emigratiedatum. De inspecteur wijst dit verzoek af vanwege het verstrijken van de vijfjaarstermijn van art. 45aa Uitv.reg. IB 2001. In geschil is of de aanslag IB/PVV 2012 ambtshalve kan worden verminderd ondanks de overschrijding van de vijfjaarstermijn.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2024/20.23.11) oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De onbekendheid met de termijn en het ongeval in 2012 rechtvaardigen geen uitzondering op de vijfjaarstermijn. Bovendien had X op de hoogte kunnen zijn van de termijn door eerdere correspondentie met de inspecteur. Het hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetingang:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 artikel 45AA
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 9.6
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 10 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag