Staatssecretaris Eugène Heijnen van Financiën vindt het noodzakelijk te toetsen en te beoordelen in hoeverre de selectie-instrumenten binnen de geldende wettelijke kaders en eisen functioneren en daarmee uit te kunnen sluiten dat de Belastingdienst in strijd met deze kaders handelt. Hij schrijft in een brief aan de Tweede Kamer het hierover eens te zijn met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
De Belastingdienst heeft op dit moment meer dan 100 selectie-instrumenten in gebruik die nodig zijn voor een efficiënte uitvoering van massale processen binnen de dienstverlening en toezicht. Daarnaast zijn meerdere selectie-instrumenten in ontwikkeling.
De staatssecretaris deelt de zorg van de AP dat er voldoende informatie beschikbaar moet zijn om aan te tonen dat de selectie-instrumenten, al dan niet geautomatiseerd, AVG-conform worden toegepast, waarbij selectiecriteria objectief worden gerechtvaardigd en (vooraf) worden onderbouwd. Daarbij dienen de selectie-instrumenten te worden getoetst op discriminerende uitkomsten en waar nodig worden ingezet met betekenisvolle menselijke tussenkomst.
Volgens de staatssecretaris werkt de Belastingdienst al aan de aantoonbare rechtmatigheid van het gebruik van (geautomatiseerde) selectie-instrumenten. De verbetertrajecten worden, samen met de uitwerking van de constateringen van de AP, opgenomen in het ‘Plan van aanpak selectie-instrumenten’. Het plan van aanpak zal, zo veel als mogelijk, aansluiten op lopende initiatieven. Op deze manier worden nu al genomen acties verbonden met het plan van aanpak. De Belastingdienst zal het gevraagde plan van aanpak uiterlijk op 1 december 2025 aan de AP toesturen ter beoordeling.
Wetingang:
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 11 september
Informatiesoort: VN Vandaag