Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het heffingsrecht over pensioeninkomsten exclusief moet worden toegewezen aan woonstaat België.

X woont in België en geniet pensioeninkomsten uit Nederland. Deze pensioeninkomsten bedragen in 2018 bruto € 23.817. Daarnaast is in dat jaar een afkoopsom van € 7371 ontvangen door de afkoop van een niet-ingegane lijfrentepolis. In geschil is of Nederland heffingsbevoegd is over de pensioeninkomsten. Partijen verschillen van mening of aan de voorwaarde van het drempelbedrag van € 25.000 uit het Verdrag Nederland-België 2001 is voldaan. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de € 25.000-grens alleen ziet op ingegane pensioenen en lijfrenten. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het heffingsrecht over de ingegane pensioenen exclusief moet worden toegewezen aan België als de woonstaat. De tekst van het verdrag en de bedoeling van de verdragspartijen zijn niet duidelijk. Op basis van de verdragstekst kan de door X bepleite uitleg juist zijn en ligt deze wellicht ook meer voor de hand. De onduidelijkheid van de verdragstekst moet voor rekening en risico komen van de verdragsluitende staten en mag bij gerede twijfel niet ten nadele van X worden uitgelegd. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen artikel 18

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Editie: 13 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen