X heeft de Italiaanse nationaliteit. Hij bezit een eigen woning in Nederland. De eigen woning wordt in verband met een emigratie naar Italië verkocht en overgedragen op 10 oktober 2018. Op diezelfde dag laat X zich uitschrijven uit het BRP. In de aangifte IB/PVV 2018 neemt X rente op de eigenwoningschuld en rente op een restschuld vervreemde eigen woning in aftrek. De inspecteur corrigeert deze aftrekposten en brengt belastingrente in rekening. X gaat in bezwaar en (hoger) beroep. In hoger beroep is onder andere in geschil of X recht heeft op een hogere aftrek van rente op de eigenwoningschuld en de restschuld.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X vanwege emigratie en vervreemding van de eigen woning geen recht heeft op een hogere renteaftrek voor de eigenwoningschuld en restschuld. X maakt namelijk niet aannemelijk dat hij na 10 oktober 2018 als binnenlandse belastingplichtige of kwalificerende buitenlandse belasting kwalificeert. De Italiaanse inkomstenbelastingwetgeving is niet relevant voor de beoordeling van de vraag of X vanaf 10 oktober 2018 nog als binnenlandse belastingplichtige of kwalificerend buitenlandse belastingplichtige in Nederland dient te worden aangemerkt.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.119A
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.120
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.120A
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 7.8
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 1 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag