Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van een sfeerovergang van landbouw- naar bosbouwgrond. De met de verkoop gerealiseerde boekwinst kan niet onder de landbouwvrijstelling worden gebracht, voor zover die ziet op de periode waarin sprake was van bosbouw.
X staakt in 2014 zijn onderneming en verkoopt een deel van zijn voormalige landbouwgrond. De landbouwgrond is in 1991 met gebruikmaking van de zogenoemde set-aside-regeling (SAR) tegen vergoeding uit de productie genomen en beplant met snelgroeiend bos. X brengt in zijn aangifte IB 2014 een bedrag van bijna € 1.7 miljoen onder de landbouwvrijstelling, maar de inspecteur gaat daar niet mee akkoord. Hij houdt rekening met een bos- en landbouwvrijstelling van € 1,3 mln. In beroep stelt X dat de grond na het bebossen landbouwgrond is gebleven.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de gronden na 1991 dienstbaar zijn gebleven aan zijn landbouwbedrijf. Met de houtteelt van X worden geen ‘producten van akkerbouw’ voortgebracht. Sinds 1991 is sprake van het duurzaam gebruik van de gronden in het kader van een bosbouwbedrijf. De boekwinst op de grond voor zover die ziet op de periode waarin sprake is van bosbouw kan niet onder de landbouwvrijstelling worden gebracht. Het hof bevestigt ook de uitspraak van de rechtbank dat X zich niet met succes kan beroepen op het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel. Het beroep is ongegrond.
Lees ook het thema: De landbouwvrijstelling in de winstsfeer.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.12
Wet inkomstenbelasting 2001 3.11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Agro
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden