Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat het hof bij zijn beoordeling of sprake is van gelijke gevallen ten onrechte alleen maar de kapitaalimportneutraliteit sec als maatstaf heeft genomen.

X is inwoner van Nederland en werkt als piloot in Turkije. In zijn IB-aangiften 2015-2017 claimt X een vrijstelling voor zijn Turkse inkomen door middel van de vrijstellingsmethode. De Belastingdienst legt geautomatiseerd aanslagen op conform de ingediende aangiften. Later corrigeert de inspecteur de toepassing van de vrijstellingsmethode door middel van navorderingsaanslagen. Volgens het belastingverdrag met Turkije is de verrekeningsmethode van toepassing. In geschil is of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het Nederlandse verdragsbeleid gericht is op het principe van kapitaalimportneutraliteit en daarom voor actieve inkomsten een vermindering van dubbele belasting wordt verleend volgens de vrijstellingsmethode. De staatssecretaris heeft in het Golfstatenbesluit goedgekeurd dat voor piloten de vrijstellingsmethode wordt toegepast. Dat Turkije niet een Golfstaat is, is geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de ongelijke behandeling. Het hof honoreert het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel. Daarbij past het hof een vergelijking toe met de belastingverdragen met Bahrein en Oman. Deze zijn namelijk qua verdeling van de heffingsbevoegdheid en de wijze van voorkoming van dubbele belasting vergelijkbaar met het belastingverdrag met Turkije. De navorderingsaanslagen moeten worden vernietigd. Het gelijk is aan X. De staatssecretaris en X gaan in cassatie.

Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat het hof bij zijn beoordeling of sprake is van gelijke gevallen ten onrechte alleen maar de kapitaalimportneutraliteit sec als maatstaf heeft genomen. Volgens de A-G moet er ook rekening mee worden gehouden dat de goedkeuring uit het Golfstatenbesluit om de vrijstellingsmethode toe te passen, ook moet worden gezien in de context dat in de belastingverdragen met de Golfstaten onbedoeld is afgeweken van het verdragsbeleid door de verrekeningsmethode voor te schrijven. Verder strekt die goedkeuring er mede toe om (onbedoelde) verschillen tussen de belastingverdragen met de Golfstaten weg te nemen wat betreft de voorkomingsmethode. De A-G adviseert de Hoge Raad dan ook om het cassatieberoep van de staatssecretaris gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden artikel 14

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden artikel 1

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen artikel 15

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen artikel 23

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 16

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Internationaal belastingrecht, Europees belastingrecht

Editie: 14 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen