De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit over de internationale aspecten voor de heffing van schenk- en erfbelasting gewijzigd. Onderdeel 12 van het voorgaande besluit is vervallen, omdat dit onderdeel door rechtspraak achterhaald is. Het nieuwe onderdeel 12 bevat een goedkeuring voor de toepassing van de evenredigheidsbreuk. De overige onderdelen zijn waar nodig in lijn gebracht met de huidige wet- en regelgeving.
De volgende onderdelen zijn aangepast:
-
Onderdeel 2 bevat een goedkeuring voor verrekening van uitstel van betaling van Belgisch Successierecht verleend op grond van art. 79 van het Wetboek der Successierechten. De tekst is aangepast omdat deze bepaling niet langer in het Vlaamse Gewest van kracht is.
-
Onderdeel 6 is aangevuld in verband met de inwerkingtreding van de Europese Erfrechtverordening.
-
Onderdeel 7 is aangevuld met een onderdeel dat de behandeling voor de schenk- en erfbelasting beschrijft van een ambtenaar die werkt voor een in Nederland gevestigde internationale organisatie.
-
In het nieuwe onderdeel 12 is een goedkeuring opgenomen waardoor het mogelijk is om bij toepassing van art. 47 van het BVDB 2001, in de noemer van de evenredigheidsbreuk van art. 47 lid 3 BVDB 2001 rekening te houden met de vrijstelling van de BOR zoals omschreven in hoofdstuk IIIA van de SW 1956. Deze goedkeuring geldt ook voor art. 48 en art. 51 van het BVDB 2001.
Het besluit treedt in werking op 16 mei 2025. Het besluit van 15 oktober 2014, Stcrt. 2014, 29938, V-N 2014/63.17, is per die datum ingetrokken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 39
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 51
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 48
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 47
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Schenk- en erfbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 16 mei
Informatiesoort: VN Vandaag