De Staatssecretaris van Financiën heeft een beleidsbesluit gepubliceerd met een goedkeuring voor de verrekening van de ter zake van een afgezonderd particulier vermogen in het buitenland geheven belasting met verschuldigde inkomstenbelasting in verdragssituaties.

Op basis van belastingverdragen wordt juridisch dubbele belasting veelal voorkomen. Economisch dubbele belasting wordt in beginsel niet opgelost door belastingverdragen.

Bij APV’s ziet de mogelijke economisch dubbele belasting over het algemeen op interesten, dividenden en vermogenswinsten. In verdragssituaties waarin het betreffende verdrag regelingen kent ten aanzien van die inkomensbestanddelen mist het Bvdb 2001 toepassing, ook wanneer economische dubbele belasting ondanks dat verdrag in stand blijft. Aan toepassing van art. 25b Bvdb 2001 wordt dan ook, ondanks de bedoeling van de wetgever, niet toegekomen in de meeste verdragssituaties. Dat vindt de bewindsman ongewenst en niet in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever.

De bewindsman keurt goed dat in verdragssituaties waarin economisch dubbele belasting ook na toepassing van geldende belastingverdragen in stand blijft, verrekening plaatsvindt van de belasting naar het inkomen of de winst die wordt geheven vanwege de Mogendheid waarin het APV is gevestigd. Die verrekening vindt plaats met overeenkomstige toepassing van artikelen 25b en 25ba Bvdb 2001.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 6 november 2025 en werkt terug tot en met 3 oktober 2024.

Wetingang:

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 2.14A

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 artikel 25B

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 artikel 25BA

[Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 6 november

Informatiesoort: VN Vandaag

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen